DE RAIFFEISEN-BODE. 39 rekeningboekjes worden dan door het bestuur met de boeken vergeleken, waarna de kassier de over het afgeloopen boek jaar berekende rente, waar noodig, bijschrijft. De Directeur teekent dan het saldo voor gezien. De controle op de uitstaande voorschotten heeft plaats door middel van contrólebil jetten door het bestuur aan de voorschotnemers te verzenden. De rekening-courant-houders zijn verplicht per 31 December van elk boekjaar saldobiljetten te teekenen voor hun tegoed of schuld bij de Bank." Uit een en ander blijken de vrij omvangrijke werkzaam heden, welke ter zake der controle door het bestuur en de raad van toezicht van elke boerenleenbank moeten uitgeoefend worden en zooals ik boven reeds zeide, die controle kan door de inspectie van de Centrale Bank ook praktisch onmogelijk overgenomen worden en wel om twee redenen: Ten eerste zoude men wilde men dit in de in onze orga nisatie opgenomen 729 banken doen over een veel grooter aantal personen bij de inspectie moeten beschikken, en ten tweede is het in handen bekomen voor de inspectie, vooral van de spaarbankboekjes (en als er fraude plaats had, had die juist bijna altijd plaats door en met de spaarbankboekjes niet wel mogelijk, zoowel omdat het in Januari, wanneer die spaarbankboekjes bij het bestuur der betreffende boerenleen bank moeten ingeleverd worden, niet mogelijk is voor één hoofdinspecteur met 20 inspecteurs en adjunct-inspecteurs op elk der 729 boerenleenbanken gedurende eenige weken (de inlevering der boekjes gaat meestal zeer onregelmatigaan wezig te zijn, als ook, omdat de klanten der bank dikwijls zeer nalatig zijn met het inleveren dier boekjes. Summa summarum, zijn het dus het bestuur en de raad van toezicht van elke boerenleenbank, waarop het aankomt, dat de controle goed geschiedt, zij alleen beschikken over het vol ledige daartoe noodige contrólemateriaal. De taak der Inspectie is om bij hare inspectie van eene boerenleenbank op dien dag (doch dan zijn de spaarbank boekjes er niet!) de boeken met de bescheiden te vergelijken, de kas op te nemen en na te gaan o.f het bestuur en de raad van toezicht hun plicht in dezen doen, en die besturen en leden van den raad van toezicht zooveel mogelijk, zoowel in haar rapport als ook mondeling, daarover in- en voor te lichten, terwijl zij aan het Bestuur der Centrale Bank tevens rappor teert wanneer naar haar oordeel in dezen nalatigheid bestaat. Het Bestuur der Centrale Bank tracht dan die besturen en leden van den raad van toezicht eener boerenleenbank tot nauw gezette naleving van hunne taak in deze te brengen, nog daar gelaten dat het Bestuur der Centrale Bank wel doorgaans jaarlijks ook ten aanzien der controle der boekjes steek proeven neemt door bij eenige banken ook te dien opzichte door de Inspectie onderzoek te doen instellen en zelf bij de klanten eener boerenleenbank informaties in te winnen over den stand hunner rekeningen. (Meermalen is echter in de betrokken streek het vertrouwen in den kassier der boeren leenbank zoo groot, dat op die informatie dikwijls zeer on voldoende gereageerd wordt.) Ten slotte nog dit, dat die boerenleenbanken, die om welke reden ook, zich niet geheel in staat achten de controle (vooral in Januari) zelve volkomen doeltreffend uit te voeren, zich daartoe door een deskundige behooren te laten ter zijde staan en onze inspectie steeds bereid is om hun daaromtrent van deugdelijk advies te dienen. Verder kan de Centrale Bank echter niet gaan, aangezien deze dan over een zoodanig grooter getal van beambten zoude moeten beschikken, dat zulks een finantieële ramp voor de Centrale Bank zoude worden. Ik meen tot goed verstand van zaken een en ander eens uiteen te hebben moeten zetten. VAN ITTERSUM. UTRECHT, October 1933. Het Bestuur der Boerenleenbank is verplicht maande lijks de boeken te controleeren. Deze controle mag niet nagelaten worden. Steeds moet daarbij de kas worden opgenomen. De cijfers van die kasopname behooren in het dagboek en in de notulen te worden vermeld. VOOR ONZE GELDERSCHE BANKEN. De Provincie Gelderland heeft opgericht een lichaam, ge naamd „Stichting Crisissteun Landbouw Gelderland". Deze stichting kan voorschotten aan land- en tuinbouwers ver strekken, en kan ook borg worden voor ten hoogste 23 van door anderen te verstrekken voorschotten. Hoewel het Bestuur der Centrale Bank van oordeel is, dat het in het algemeen niet aanbevelenswaardig is, dat de Boeren leenbanken crisis-voorschotten onder borgstelling der Stich ting verkenen (immers zulke voorschotten zijn natuurlijk zeer vaste posten, waar de betrokken bank dikwijls ook vrij wat last van zal hebben), schijnt het toch wel eens een enkele maal voor te komen, dat een Boerenleenbank zulk een voorschot verstrekt. Daarom is het gewenscht, dat wij hier de aandacht der betrokken banken vestigen op eenige der „regelen", die de Stichting omtrent haar borgstellingen heeft gemaakt. Deze „regelen" komen niet voor in de akte, die de Stichting teekent; er wordt alleen naar verwezen. Sommige zijn echter van zoo danig belang, dat het noodzakelijk is, dat de betrokken banken er van kennis nemen. Wij laten deze hieronder volgen Art. 9 De borgstelling door de Stichting gaat te niet, indien de schuldeischer na eventueele aanzegging van het Bestuur of van het Dagelijksch Bestuur der Stichting niet tot dadelijke terugvordering van het ter leen verstrekte bedrag overgaat. Artikel 10. De schuldeischer verbindt sich aan het Dage lijksch Bestuur der Stichting telkens onverwijld eene opgaaf te doen toekomen van het bedrag, dat op het ter leen verstrekte bedragjs afgelost; hij verbindt sich tevens van alle tegen den schuldenaar genomen rechtsmaatregelen terstond aan dat Be stuur kennis te geven. Artikel 11. Wanneer de schuldeischer kennelijk onjuiste gegevens verstrekt, nalaat kennis te geven van een gedane aflossing, of uitdrukkelijk dart wel stilzwijgend toestemming verleent tot gebruik van het geheele of gedeeltelijk ter leen verstrekte bedrag in strijd met de bestemminggaat de borg stelling door de Stichting van rechtswege te niet. SAMENWERKING TUSSCHEN DE VERBRUIKS COÖPERATIE EN DEN TUINBOUW. Eenige ITaagsche verbruikscoöperaties zullen een belang wekkende proef nemen met samenwerking met den tuinbouw in het Westland. Deze samenwerking heeft ten doel den weg van producent naar consument te verkorten en daardoor min der kostbaar te maken. Het hieruit voortspruitende voordeel zal voor de eene helft aan de consumenten voor de andere helft aan de producenten (tuinders) ten goede komen. De zaak wordt ingekleed als volgt: Er wordt opgericht een coöperatie „Beider Belang". Hier van zijn lid eenige verbruikscoöperaties, alsmede een of meer coöperaties van tuinders, die speciaal worden opgericht met het doel om aan „Beider Belang" te leveren. „Beider Belang" levert rechtstreeks aan de verbruikers. De netto-winst wordt bij helfte gedeeld tusschen tuinders en verbruikers. In het bijzonder in het belang der tuinders, die het in dezen tijd zoo hard te verantwoorden hebben, hopen wij, dat deze proefneming gunstige resultaten zal afwerpen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1933 | | pagina 3