2
DE RAIFFEISEN-BODE.
zou aan de bank liet verwijt kunnen doen, dat zij,"cloor haar
rechten in het faillissement of de liquidatie niet geldend te
maken, hem (den medehorg) heeft benadeeld; immers hem
practisch alleen voor de borgstelling heeft laten staan, zonder
gebruik te maken van de mogelijkheid om nog iets van den
faillieten of liquideerenden borg te halen.
Aan dit verwijt zou een zekere gegrondheid niet kunnen
worden ontzegd.
Misschien zou de medeborg hierin een reden zien voor wei
gering van betaling van het bedrag, dat de bank had kunnen
verkrijgen uit het faillissement of de liquidatie (wij bedoelen
niet, dat deze weigering terecht zou kunnen worden gedaan,
doch alleen, dat zij mogelijk is en zelfs eenigszins voor de
hand ligt).
Alleen wanneer de medeborg zéér goed is en schriftelijk
goedkeurt, dat de bank haar vordering niet indient, kan van
dezen regel worden afgeweken.
Men weet natuurlijk, dat men de indiening eener vordering
steeds kan opdragen aan het rechtskundig bureau der Centrale
Bank.
Betreft het een crediet in loopende rekening, dan zal dit
eerst aan den credietnemer moeten worden opgezegd, daar
anders de vordering niet opeischbaar is. En alleen-opeischbare
vorderingen kan men indienen.
GELD- EN EFFECTENMARKT
gedurende Juni 1933.
Op de geldmarkt geheel gewijzigde omstandigheden. Door
het vele gepraat van mogelijke inflatie ontstond een zeer
zenuwachtige stemming en trokken de geldkoersen belangrijk
aan. Particulier disconto liep op tot x'/c prolongatie tot 3-/4.
De Nederlandsche Bank verhoogde hare tarieven met een vol
percent. Uit verklaringen van de Regeering, en de Ned. Bank,
zoowel als uit de zeer gunstige positie van de Ned. Bk, blijkt
afdoende, dat er feitelijk voor een dergelijke zenuwachtigheid
geen reden is, en dat de tijdelijke daling v. d. gulden toe te
schrijven is aan speculatieve doeleinden van minder oirbaar
allooi.
De wisselkoersen hebben zeer geschommeld, het pond kwam
zelfs eenmaal op 8.59, de Fransche frank op 9.88.
De laatste dagen is gelukkig de kalmte teruggekeerd.
De noteeringen waren te Amsterdam
1 Juni
15 Juni
30 Juni
Londen
8 36
8.70
8.41
Berlijn
57 50
57-5o
58 80
N ew-York
2.09
2.04
1 95
Parijs
9-77
9-78'/,
9 79
Brussel (Belga)
34.60
34 72 */2
34 80
De effectenbeurs werd door dezelfde factoren beheerscht.
gaf een daling voor obligatie's te zien in een bijna dwaze
rijzing van sommige aandeelen zooals Kon. olie,, Philips en
H.V.H.
De noteeringen waren te Amsterdam
1 Juni
15 Juni
30 Juni
5
N ederland
1919
5
Nederland
19.32
11
4V2
Nederland
1916
4V2 °/o
Nederland
1917
4
Nederland
1916
4
Nederland
19,31
4 °/o
N ederland
19.3.3
6 o/o
Ned. Indië
1922
A
in
6 o/o
Ned. Indië
1921
C
in
5 V2 °/o
Ned. Indië
1921
D
in
5
Ned. Indië
i9i S
5
Ned. Indië
1916
5 °/o
Ned. Indië
1923
A
5
Ned. Indië
1923
B
in
4V2
Ned. Indië
1926
4 V2
Ned. Indië
1931
5
Amsterdam
1932
4 °/o
Amsterdam
1930
41/2 o/o
Amsterdam
1930
4
Den Haag
1931
4V2 °/o
Den Haag
1929
4
Rotterdam
1931
4V2 °/o
Rotterdam
i92Ó/'30
4
Grondkapitaalbank
4V2 °/o
Grondkapitaalbank
5
Grondkapitaalbank
4
Staatsspoor 1931
4V2 °/o
Staatsspoor 1926
4
Holl. Spoor
1931
4V2 °/o
Holl. Spoor 1926
i°iI5/,6
toi 7/,e
100 6/,e
ioo3/,
100 V,
IOO»/, 6
101
ioi3/8
99"/ ,6
lOO'/g
100
99' 5/1 6
9S3-„
97'Ia
95
983/4
97-/2
95-/4
98
G.B.
97-/2
95-/s
9°5/l6
87-/2
837/8
683/(
V.K.
705 8
72
V.K
90 '/i
89-/4
84'/4
97 7a
99-/4
96
94
947/,
90-/4
94
947/„
90
683/s
V.K.
70'/,
V.K.
71-/8
V.K.
89"/,,
86-/4
84-/2
896/8
86-/4
84
G.B.
957/s
96'/,
93-/4
83'/,
82
79'U
88 V,
87'/4
85
V.K.
96'/,
96
94-/4
IOO
IOO1/,
V.K.
99'/2
817/s
V.K.
80'/,
78
G.L.
86'/4
V.K.
85 »/4
82
96
96
96
B
99
B
99
B
99
B
IOO
B
IOO
B
IOO
B
89V4
89-/4
V.K.
8 5 5/s
V.K.
957/8
G.L.
90
G.B.
93
G.L.
89
89
V.K.
84
V.K.
97'/4
V.K.
96-/2
G.B.
93
G.B.
ZEKERHEIDSTELLING DOOR BORGEN.
Wij hebben ondervonden, dat het nog niet voldoende be
kend is, dat men ook van de borgen kan verlangen, dat zij
meerdere zekerheid stellen. Men is nog te veel gewoon alleen
dan het oog te slaan op de borgen, wanneer een post moet
worden afgedaan, en wanneer daarbij blijkt, dat de schul
denaar daartoe niet in staat is. Tijdens het normale doorloopen
van het voorschot of crediet wijdt men aan de borgen meestal
niet te veel aandacht. En als men hen met eenige oplettend
heid vereert, denkt men er gewoonlijk niet aan, dat men van