gó
DE RAIFFEISE N-B ODE.
Rekening en verantwoording.
Over dit punt der agenda verlangt niemand het woord.
De vergadering vereenigt zich met het voorstel van het
Bestuur ten opzichte der gemaakte winst, waarop de balans
en resultatenrekening onveranderd werd goedgekeurd en aan
het Bestuur décharge verleend.
Verkiesingen.
Mededeeling werd gedaan, dat de Heeren G. W. Stroink
en C. S. van Beuningen wederom respectievelijk als Voor
zitter en Secretaris van den Raad van Toezicht werden
aangewezen.
Volgens rooster zijn thans aan de beurt van aftreden de
Heeren W. Kakebeeke en Tj. Kuperus-
De Voorzitter deelt mede, dat de Heer Tj. Kuperus heeft
gemeend zich om gezondheidsredenen niet meer herkiesbaar
te moeten stellen.
De Voorzitter meent uit naam van allen te spreken, indien
hij in herinnering brengt het werkzaam aandeel, dat de
Heer Kuperus in het bestuur dezer vereeniging heeft gehad,
dank zegt voor de vele goede adviezen en de verleende mede
werking en de hoop uitspreekt, dat de Heer Kuperus zijn
rust nog lang in goede gezondheid zal genieten.
Voorts is er een vacature ontstaan door het overlijden van
den Heer F. P. E. van Ditzhuijzen.
De Voorzitter meent zich geheel te kunnen aansluiten bij
hetgeen over den Heer van Ditzhuijzen in het verslag is
vermeld.
Aan de meeste der aanwezigen zal bekend zijn dat gisteren
in het Bestuur der Centrale Bank de Heer van Dort tot
Medler werd gekozen.
De Voorzitter wijst er op, dat tot nu toe steeds dezelfde
personen deel uitmaakten van het Bestuur der Centrale Bank
en dat der Grondkapitaalbank, en acht het bezwaarlijk nu
reeds vooruit te loopen op de beslissing van den heer van
Dort tot Medler omtrent het al of niet aanvaarden zijner
benoeming. Hij acht het wenschelijk dit jaar die vacature
nog onvervuld te laten, er op wijzende, dat in het afgeloopen
jaar bijna voortdurend plaatsvervangende bestuursleden zijn
opgetreden, hetgeen geen overwegende bezwaren met zich
medebracht.
Den afgevaardigde der Veilingsvereeniging van Loos
duinen is echter het voorstel van bet Bestuur niet duidelijk,
waarop de Voorzitter nogmaals naar voren brengt de wen-
schelijkheid, dat beide Besturen gelijk zijn, onder meer,
omdat vaak onmiddellijk vóór of na een Bestuursvergadering
der Centrale Bank de zaken van de Grondkapitaalbank be
sproken worden.
Na eenige woorden van den afgevaardigde van Rolde,
vereenigt de vergadering ich daarop met het voorstel van
het Bestuur om de vacature van wijlen den Heer van Ditz
huijzen onvervuld te laten.
Uit de daarna gehouden stemmingen bleek, dat de Heer
W. Kakebeeke te Goes als lid van den Raad van Toezicht
werd herkozen en Dr. R. Kuperus te Leeuwarden als lid van
dat College gekozen.
De Heer A. A. Nengerman werd als bestuurslid her
kozen, evenals de Heeren G. W. Stroink en C. S. van Beu
ningen als plaatsvervangende leden.
Mededeelingen.
De Heer Hooft Graafland, finantieel-directeur der Ver
eeniging, meende sober in zijne mededeelingen te kunnen zijn.
Gelukkig ging het bedrijf ongestoord voort. Er waren geen
moeilijkbeden.
Rondvraag.
De afgevaardigde van Loosduinen noemde het verslag
droog, maar zou gaarne willen vernemen, wat in het
verslag gestaan zou hebben, indien de rente een kwart
procent lager was geweest.
De Voorzitter van het Bestuur, de Heer F. A. R- A. Baron
van Ittersum, antwoordt, dat het steeds lastig is te zeggen,
wat wel gebeurd zou zijn, als iets anders niet gebeurd zou
zijn. Maar de bedoeling van de vraag is wel duidelijk.
De Heer van Ittersum zegt, dat wij nog steeds in de crisis
leven en niemand kan zeggen wat nog gebeuren zal.
De reserve is nog klein en voor onvoorziene gebeurte
nissen is een flinke reserveering hoogst noodzakelijk. Het
bedrijf is bevredigend, maar de toekomst ongewis. Daar
om is renteverlaging thans nog niet aan te bevelen. Bo
vendien moet niet vergeten worden, dat in de toekomst
weer een beroep op de geldmarkt gedaan zal worden en
zulks zal vlotter en voordeeliger kunnen geschieden, wan
neer de resultatenrekening een gunstig beeld vertoont.
Rondvraag en sluiting.
Daar geen der afgevaardigden meer het woord verlangt,
sluit de Voorzitter de vergadering, onder dankzegging voor
de aanwezigheid.
VOORBEHOUD VAN RECHTEN.
Het is tegenwoordig een tijd van regelingen. Men geeft
aan schuldenaren uitstel aan borgen staat men gemakke
lijke afbetalingsregelingen toe. Wij hebben den indruk, dat
men veelal iets vergeet hierbij, en dat is: dat men de'
rechten der Boerenleenbank volledig voorbehoudt.
Wij bedoelen hiermede in het bijzonder het recht der on-
middelijke opeischbaarheid.
De vorderingen eener Boerenleenbank zijn over het alge
meen onmiddelijk opeischbaar of onmiddelijk opeischbaar te
makende Bank heeft dus het recht tot onmiddelijke op-
eisching. Als zij nu aan een borg zónder meer toestaat om
b.v. de schuld af te doen in drie jaarlijksche termijnen, doet
zij van dit recht afstand. En dit kan ongewenschte gevolgen
medebrengen. De borg kan blijken het in hem gestelde ver
trouwen niet waardig te zijn, en tracht b.v. om zijn be
zittingen aan het verhaal der Bank te onttrekken. Deze
kan hieraan dan niets doen, zoolang de borg niet in ge
breke is met de betaling der termijnen. En als het zoover
is, zal het misschien te laat zijn om er iets tegen te idoen,
of het zal veel moeilijker zijn.
Wanneer de Bank ecbter haar rechten heeft voorbehouden,
kan zij onmiddellijk ingrijpen, wanneer z ijbemerkt, dat de
borg pogingen doet om zijn bezittingen weg te maken. Zij
kan dan b.v. terstond overgaan tot aanvrage van zijn
failliesement.
Wij kwamen kort geleden in aanraking met het volgende
geval. Een Bank had aan een schuldenaar toegestaan om
een schuld af te doen met 100.per jaar. Nu krijgt die
schuldenaar opeens een flink bedrag in handen, waaruit hij
zijn schuld geheel of voor een groot deel kan voldoen. De
Bank spreekt hem om betaling aan, terecht denkende, dat
het aanbevelenswaardig is om zooveel mogelijk binnen te
krijgen. De schuldenaar antwoordt echterik behoef nog
niets te betalen, want gij hebt mij toegestaan om U met
100.per jaar te betalen; in den loop van dit jaar zal ik
mijn eerste 100.wel voldoen. De Bank kon hier niets
tegen zeggen, en moet nu maar afwachten, of het geld,
dat de schuldenaar heeft ontvangen, er nog zal zijn, wan
neer zij verhaal moet nemen "voor de afgesproken termijn
betalingen.
Men vergete dus nooit om bij het toestaan van uitstel of
van betalingsregelingen de rechten der Boerenleenbank uit
drukkelijk voor te behouden
GEHEIMHOUDING.
Een enkele maal bemerken wij, dat de verplichting tot ge
heimhouding, bij de statuten aan de leden van het bestuur
en van den raad van toezicht en aan den kassier opgelegd,