DE RAIFFEISEN-BODE. 95 „c. zich te onthouden van het verleenen van voor schot en van het openen van crediet, in welken vorm ook, aan leden van Raad van Toezicht, Bestuur en Kassier, zoomede van het aannemen als borg van een of meer van bedoelde personen, tenzij daartoe vooraf de goedkeuring van het Bestuur der Centrale Bank is verkregen." De Voorzitter lichtte dit voorstel toe en deed tevens mededeeling van een amendement, ingediend door de Bank te Haren, waardoor echter de bedoelde regeling weinig of geen effect zoude hebben. De afgevaardigde van de Bank te Haren deelde mede, dat hij na deze toelichting het door zijn Bank ingediende amendement wilde intrekken. De afgevaardigde van den Ring Overflakkee bracht verschillende bezwaren te berde, die door den Voorzitter werden weerlegd. Deze wees er hierbij op, dat de be paling niet zou gelden voor reeds loopen'de credieten en voorschotten. De afgevaardigde van de Boerenleenbank te Meerkerk bracht ook verschillende bezwaren naar voren, speciaal ook ten opzichte van het nemen van informaties door de Cen trale Bank. De Voorzitter weerlegde ook dit bezwaar, en voegde hier aan toe, dat de bepaling, als staande in het Huishoudelijk Reglement, gemakkelijk weer zou kunnen worden geschrapt, als zij mocht blijken niet te voldoen. In verband met een redactioneel bezwaar, door den vertegenwoordiger van den ring Overflakkee geopperd, wijzigde de Voorzitter de redac tie in dier voege, dat de voorgestelde bepaling kwam te luiden „Toestemming te vragen aan de Centrale Bank voor het verleenen van voorschot en van het openen van cre diet, in welken vorm ook, aan leden van Raad van Toe zicht, Bestuur en Kassier, zoomede voor het aannemen als borg van een of meer van bedoelde personen." De afgevaardigde der Boerenleenbank te Eext gaf te kennen, dat ook hij bezwaar had tegen het voorstel, en deswege tegen zou stemmen. De afgevaardigde der Boerenleenbank te Babberich noemde het voorstel van te ingrijpenden aard. De afgevaardigde der Boerenleenbank te Zwijndrécht sprak de wensch uit, dat de regeling van terugwerkende kracht werd gemaakt. Hij pleitte voorts voor het aanleggen van een borgenregister (herhaald applaus). De Voorzitter liet vervolgens een proefstemming houden, waarbij bleek, dat slechts zeer weinig Banken tegen het voorstel waren, zoodat de Voorzitter het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen verklaarde. Aan de orde kwam daarna het voorste! tot aanvulling van art. 19 van het Regleriient op het Onderling Waarborgfonds met de zinsnede „Ook zal de Commissie er eventueel rekening mede houden, of redelijkerwijze voldoende beveiligingsmaat regelen tegen diefstal en berooving zijn getroffen." Op verzoek van den Voorzitter werd dit voorstel toege licht door Mr. Gezelle Meerburg als secretaris van de Com missie, bedoeld bij art. 16 van het Reglement van het Waar borgfonds. Deze zette uiteen, dat het onmogelijk is, om al gemeen geldende regels te geven. Elk geval moet afzonderlijk beoordeeld worden. Beveiligingsmaatregelen kunnen uit den aard der zaak het best beoordeeld worden door het bestuur der betrokken locale bank zelf. De Commissie "kan met de bijzondere omstandigheden rekening houden, daar zij rede lijkerwijze beslissen kan en moet. Daar niemand stemming verlangde, werd het voorstdl zonder hoofdelijke stemming door de vergadering (optredende als algemeene vergadering van het Onderling Waarborg fonds) aangenomen. De afgevaardigde der Boerenleenbank Nieuw-Dordrecht verdedigde vervolgens het voorstel dier Bank om aan de lo cale banken uit de kas der Centrale Bank te vergoeden de reiskosten van een afgevaardigde naar de algemeene ver gadering der Centrale Bank. Hij voerde hiervoor twee redenen aan. Ten eerste, dat het billijk is tegenover de banken, die ver van Utrecht liggen, en ten tweede, dat het het bezoek naar de algemeene vergade ring zal bevorderen. Bij proefstemming bleek dat het voorstel geen meerderheid kon vinden, zoodat het zonder hoofdelijke stemming ver worpen werd. De Heer van Ittersum bracht vervolgens nog dank aan de afgevaardigden der Boerenleenbank te Langezwaag, der Tuinbouwbank te Aalsmeer en der Zuivelbank te Leeu warden, voor de vriendelijke woorden, tot hem gericht. De Inspecteur van den Landbouw deelde mede, dat de Minister tot zijn spijt verhinderd was om in de vergadering tegenwoordig te zijn. Hij zegde echter toe om de in de ver gadering naar voren gekomen wenschen onder de aandacht van Z. E. te brengen. Bij de rondvraag werd het woord gevoerd door den afge vaardigde der Boerenleenbank te Breedenbroek. Deze wilde een voordracht houden over de crisis in den land bouw en de middelen om deze te bestrijden, doch wegens het ver gevorderd uur kon deze voordracht niet be ëindigd worden, en op voorstel van den Voorzitter zal zij worden opgenomen in het stenografisch verslag. 1) De afgevaardigde van de Boerenleenbank te Zwijndrécht dankte den Voorzitter voor de leiding der vergadering. De. Voorzitter sloot vervolgens de vergadering met dank aan de aanwezigen. Volgens nadere afspraak met den afgevaardigde der Boeren leenbank te Breedenbroek zal deze voordracht worden opgenomen in het eerstvolgend nummer van de „Raiffeisen-Bode". VERSLAG ALGEMEENE VERGADERING GROND KAPITAALBANK. Op Woensdag 3i Mei 1933 werd in het Jaarbeursgebouw te Utrecht de vijfde algemeene vergadering der Coöperatieve Grondkapitaalbank voor den Landbouw (U.A.) gehouden. De Voorzitter van den Raad van Toezicht, de Heer G. W. Stroink, leidde deze vergadering. O pening. Om ruim elf uur opende de Voorzitter de vergadering en heette de afgevaardigden welkom, niet alleen de Heeren afgevaardigden, zooals andere jaren, maar allereerst de vrouwelijke afgevaardigde, die dit jaar de vergadering met haar aanwezigheid sierde. De Voorzitter acht een lange inleiding niet noodzakelijk, aangezien de thans aanwezigen vrijwel allen ook gisteren de .Algemeene Vergadering der Centrale Bank bijwoon den, waar spreker reeds uitvoerig den algemeenen toe stand besprak. Ook op het bedrijf van de Grondkapitaalbank hebben de tijdsomstandigheden haar stempel gedrukt. Wel is er beweging, maar slechts weinig, omdat, waar overal bezuinigd wordt, er geen groote behoefte aan nieuw geld is. Echter zijn de rentebetalingen en aflossingen regelmatig binnen gekomen en reeds dit kan thans tot tevredenheid stemmen. Notulen. Vervolgens werden de notulen van de vorige algemeene vergadering voorgelezen en ongewijzigd goedgekeurd.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1933 | | pagina 3