DE R A I F F E I S E N-B O D E. 5i UIT ONZE BOERENLEENBANKEN. Roden, 16 November, 1932. Aan de Redactie van „De Raif- feisenbode" te Utrecht. fechte Redactie, Fan harte ben ik U dankbaar voor uw zeer uitvoerige lot" naar aanleiding van mijn schrijven. Als geheel 1 ik daardoor wel voldaan. fen aanzien van de belooning merkt de geachte Re- tie op, dat daarvoor een regeling dient getroffen te -den door de besturen der Locale Banken. In het be- van een uniforme regeling zou ik op dit punt wel voorstel willen doen. )e Centrale Bank richte een rondschrijven aan haar en, waarbij zij aan de besturen der Locale Banken zoekt den kassier te machtigen om: ir uitbetalingen tot een bedrag van f 50.— 5 cent boven f50 en t.m. -150.10 cent -150.— 15 cent goeding in te houden. 'ersoonlijk acht ik bovenstaande regel beter dan b.v. heffen van fo.io per mandaat. Overigens zou ik de itaande regeling willen handhaven. dijn hoofdbezwaar om onze medewerking gratis te leenen, heb ik in mijn eerste schrijven geuit. Ik blijf iv bij. Zoolang het regel is dat zij, die met uitvoering Crisisvarkenswet zijn belast, daarvoor worden be id, mag men geen enkele categorie uitsluiten. Ook t met het argument zuinigheid, want als men zuinig zijn, moet men dat in alle deelen der organisatie 1. - Ik geef U graag de verzekering, dat ik er niet aan nk om mijn medewerking in te trekken, ook niet der de bestaande regeling. Onze Banken moeten in t verband blijven; dat lijkt mij wel eenige opoffering ard. Aan het voeren van eenige „actie" zal ik niet te kunnen doen. Daarom kan men wel zijn bezwaren hebben Hoogachtend, E. R- AUKEMA, Kassier, Roden (Dr.) Noot Redactie. Noch voor de Boerenleenbank, ch ook voor de Centrale Bank is er eenig direct fi ncieël voordeel aan de medewerking bij de uitvoering r Crisisvarkenswet verbonden. Integendeel. Toch ach- i wij het niet gewenscht, althans voorshands niet, om 11e circulaire aan onze Banken te doen uitgaan, in ege als deor den geachten inzender bedoeld. Dat andere instellingen of personen, mede bij die, jeling betrokken, er aan verdienen, mag toch voor ze Banken en voor de Centrale Bank, welke toch de erenbelangen dienen, geen motief zijn, om de kosten te voeren. Wij stellen ons voor t.z.t. op dit onderwerp terug, komen. Aan de Redactie van de Raiffeisen-Bode Utrecht, de R. Na lezing van het ingezonden stuk van den heer Auke-, :i in uw blad van November, over de uitbetalingen voor Varbenscentrale, wil het mij voorkomen, dat het zoo niet noodig, dan toch heel goed is dat daaromtrent: 'k eens een ander geluid wordt gehoord. De heer Aukema zegt, dat over deze aangelegenheid en voeling is gehouden met de Lokale Banken, en aagt zich nu af: „moet hij als kassier dat nu allemaal aar uitvoeren," en nu zon naar mijn bescheiden mee- ng ieder daarop moeten antwoorden: Ja! driewerf Jal Zoodra de Centrale Bank iets doet als het onder- vige, waarmee in de eerste plaats het belang voor icren en tuinders is gediend en waardoor in de tweede aats de populaireit onzer organisatie, wordt verhoogd, waaraan in de derde plaats voor de Lokale Banken, et de minste risico is verbonden, dan moesten toch Ie Lokale Banken zulks toejuichen en bevorderen en heeft de kasssier dit werk zoo goed mogelijk uit te voeren en zich te verheugen dat de zaak, waarvoor hij staat steeds vruchtbaarder wordt. Hoogachtend, L. N. VAN EXEL, Kassier, Rozenburg. Leiden, November 1932. Hooggeachte Redactie. Met belangstelling heb ik de verschillende berichten aangaande de uitbetalingen der Varkenscentrale gevo'gd en daar onze Bank ook deze posten te behandelen krijgt, zou ik gaarne het volgende willen opmerken. Volgens mijne meening drijft de heer Aukema de zaak te ver, wanneer hij o.m. vraagt, of wij Rijksamb tenaar zijn geworden. Met de noot der Redactie ben ik het dan ook volkomen eens, dat wij een voorbeeld moeten geven en gezien de algemeene malaise en moei lijkheden in het landbouwbedrijf, de plannen der regee ring tot steunverleening in dezen vorm moeien steunen en mede moeten werken om deze zaak te bevorderen, want het boerenbelang is ook het Bankbelang. Wat de heer Aukema opmerkt, dat wij met 3 cent provisie per uitbetaling geen nadeel ondervinden, kan ik niet onderschrijven, want men heeft ook renteverlies. Wanneer de kringzaakvoerder b.v. voor 5000 gld. ad viezen afgeeft, moeten de Banken dit geld voor dit doel reserveeren; komen de belanghebbenden dan 2 of 3 soms 8 dagen later om hun geld, dan beteekent dit een tamelijk renteverlies, want de Centrale Bank ver goedt de rente naar de dag van uitbetaling. Daarbij, komt, dat de kwitantiën dagelijks moeten worden door gezonden, heeft men er dan soms maar 1 of 2 gehad, dan gaat de provisie schoon weg aan de .portoksten. Eene vergoeding van 10 cents per post van niet- leden, schijnt mij dan ook alleszins billijk en daarmede zijn wij dan ook reeds begonnen. Nu nog een vraag aan onze Directie: Is het juist, dat de letters vóór de nummers op de adviezen aangeven de Bankinstelling, die de uitbetaling behoort te doen? ?b.v.: No. A 11836: Amsterdamsche Bank, R 12,151: Rotterdamsche Bank; N 18443: Ned. Middenstandsbank. Het zou dan heel toevallig zijn, dat wij nog heel geen adviezen hebben aangetroffen waar de letter C dus Coöp. Boerenleenbank op voorkomt. Wanneer die let ters werkelijk de naam de Banken aangeven, zijn de kringzaakvoerders dan niet verplicht bij die Banken de adviezen af te geven, wier letters staan aangegeven? Gaarne zou ik hierop in ons Blad antwoord hebben, misschien kunnen andere kassiers hier ook hun nut mede doen. Me? vriendelijke dank voor de plaatsing, Met de meeste Hoogachting, TJ. KUYPERS, Kassier. Noot der Redactie. Naar aanleiding van de twee bovenstaande ingezonden stukken merken wij op, dat het ons verheugt uit de organisatie steeds meer. stemmen te vernemen, dat mèt ons van meening zijn, dat bij de vlotte uitbetaling der Varkensgelden de goede naam onzer Boerenleenbanken ten nauwste is betrokken. Het is dan ook mede uit een oogpunt van propaganda, dat de Centrale Bank genoegen heeft genomen met een kleine vergoeding. Vervolgens maken wij er op attent, dat de adviezen der kringzaakvoerders alleen de voorschotten betreft, daar de mandaten door den Directeur der. Varkens- centrale worden geadviseerd. Ter beantwoording der vraag van den laatsten ge- achten inzender kunnen wij mededeelen, dat de letters A, R of N op de mandaten betrekking heeft op (Je Amsterdamsche Bank, Rotterdamsche Bankvereeniging of Ned. Landbouwbank. Deze drie instellingen finan cieren de uitbetalingen voor rekening der Varkens-cen trale. C mandaten bestaan er niet, aangezien de Cen-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1932 | | pagina 7