DE RAI F F EISEN-BODE. 9i Boerenveefonds zou bedanken, zoodat het bezwaar van de Ringen in Friesland is vervallen. De Ring Joure blijft echter toch tegen de verkiezing van den Heer Obbink ageeren. Spr. achtte dit verkeerd, daar de gezamenlijke besturen hadden besloten de actie tegen zijn candidatuur te zullen staken, wan neer hij als Voorzitter van het Nationaal Boerenveefonds zou bedanken. De Voorz. maakte vervolgens eenige opmerkingen omtrent het crediet, dat het Nationaal Boerenveefonds bij de Cen trale Bank geniet. De afgevaardigde van den Ring Joure verklaarde de hou ding van zijn Ringbestuur. Hij achtte den Heer Obbink ook na zijn bedanken niet meer aanvaardbaar. De Voorzitter wees vervolgens drie afgevaardigden aan als stembureau voor de vacatures Veelenturf en Van Ditz huijzen. 7. Verkiezing van twee plaatsvervangende bestuursleden. Na aanwijzing van drie afgevaardigden als stembureau be paalde de Voorzitter, dat alle stemmingen in de pauze zouden plaats hebben. 8. Mededeelingen. De Voorzitter maakte bekend, dat er geen mededeelingen te doen zijn, en deed een pauze intreden tot 2 uur. Om 2 uur werd de vergadering heropend. De Voorzitter maakte de uitslag der stemmingen bekend. I11 de bestuursvacature is herkozen de Heer F. P. E. van Ditzhuijzen met 449 van de 465 uitgebrachte geldige stem men. In de vacature's in den Raad van Toezicht wegens perio dieke aftreding van de heeren G. W. Stroink en C. S. van Beuningen zijn deze heeren herkozen met resp. 432 van de 471 en 409 van de 449 uitgebrachte geldige stemmen. In de vacature in den Raad van Toezicht, ontstaan door het over lijden van den Heer Veelenturf, is gekozen Dr. S. F. A. C. M. Baron van Wijnbergen te Lisse, met 395 van de 463 uit gebrachte geldige stemmen. In de vacature in den Raad van Toezicht, ontstaan door de verkiezing tot bestuurslid van den Heer van Ditzhuijzen, zijn uitgebracht op den Heer Obbink 176 stemmen, op den Heer Klein Lankhorst 184 stemmen en op Mr. van der Deure 50 stemmen, op een totaal van 441 uitgebrachte geldige stemmen. Voor deze vacature moest dus een herstemming plaats hebben. Tot plaatsvervangende bestuursleden zijn herkozen de hee ren C. S. van Beuningen en K. Eriks Azn., zulks met resp. 440 en 401 van de 444 uitgebrachte geldige stemmen. Tijdens de herstemming gaf de Voorzitter gelegenheid voor de 9. Rondvraag. De Voorzitter van het Bestuur dankte den Voorzitter voor de woorden, tot hem gesproken. Hij merkte voorts op, dat de daling van de middelen der Centrale Bank niet beteekent, dat de liquiditeit ook is gedaald. Immers ook de verplichtingen zijn gedaald. De moeilijkheid is, dat men moet zorgen, dat er zoo weinig mogelijk wordt vastgelegd. Het Bestuur moet dus noodgedwongen zeer karig zijn met dispensaties. De Voorzitter van het Bestuur merkte voorts op, dat het crediet, verstrekt aan het Nat. Boerenveefonds, door zeer soliede borgstelling is gedekt. De afgevaardigde van Knijpe vroeg of het Bestuur dei- Centrale Bank bij de Regeering wilde aandringen op tijde lijke opschorting van de sociale wetten, die thans zoo zwaar op den boerenstand drukken. Hij merkte ook op, dat z.i. het Nat. Boerenveefonds geen crediet van de Centrale Bank moest hebben, gezien zijn reputatie. De Voorzitter antwoordde hierop, dat het crediet van het Nat. Boerenveefonds dateert uit den tijd, waarin dit fonds nog niet over den tong ging. Het Bestuur zal thans aan de hand van een uit te brengen accountantsrapport beslissen of het crediet al dan niet gecontinueerd zal worden. Wat betreft de opschorting der sociale wetten, meende de Voorzitter dat het, gezien het feit dat de landbouworganisa ties het op dit punt niet eens .zijn, niet op den weg onzer algemeene vergadering ligt 0111 zich hierover uit te laten. Voorts meende hij, dat er veeleer naar moet worden gestreefd 0111 het boerenbedrijf weer rendabel te maken (applaus). De Voorzitter maakte vervolgens bekend den uitslag dei- herstemming. De Fleer Klein Lankhorst is gekozen met 290 van de 446 uitgebrachte geldige stemmen. De Fleer Klein Lankhorst verklaarde zijn benoeming te aanvaarden. De afgevaardigde van Noord-Oost-Friesland uitte zijn af keuring over het feit. dat de Centrale Bank, wier verplichtin gen alle in guldens luiden, een deel harer middelen in vreem de valuta heeft belegd. De Voorzitter van het Bestuur voerde hiertegen aan, dat men volgens velen bij zijn beleggingen de risico's moet ver- deelen. Bovendien zijn ook vele effecten, in guldens luidende, belangrijk in koers gedaald. Waar ook de Nederlandsche Bank niet schroomde in ponden te beleggen, kan men aan de Centrale Bank niet verwijten dat zij dit ook heeft gedaan. Met de risico's van belegging in vreemde valuta zal in het vervolg rekening- worden gehouden. De Voorzitter vroeg of het voorstel van den afgevaardig de van Knijpe (aandrang op de Regeering tot opschorting der sociale wetten) steun vond. Dit bleek niet het geval te zijn. De afgevaardigde van Zwijndrecht sprak de wensch uit, dat men in de toekomst geen kassiers meer candidaat zou stellen voor een functie bij de Centrale Bank, daar zulks princi pieel onjuist is. Voorts zegde hij Bestuur en Raad van Toe zicht dank voor het gevoerde beleid. De Voorzitter sloot vervolgens de vergadering met dank aan de aanwezigen voor de wijze, waarop .zij de belangen onzer Centrale Bank hadden behartigd en met een beroep op hun aller vertrouwen in het Bestuur der Centrale. NOG EENS: EEN LES DER TIJDSOMSTANDIG HEDEN. Men herinnert zich wellicht, dat in ons vorig nummer een artikeltje verscheen onder den titelEen les der tijdsomstan digheden. De strekking hiervan wasonze ervaring in deze tijden leert ons, dat men in normale tijden de teugels strak moet houden en stipt de hand moet houden aan de verplichte aflossingen op de voorschotten en moet staan op een be hoorlijken omzet op de credieten. Ons artikeltje heeft „Grabbelaar" aanleiding gegeven om in het ,,Geldersch Vereenigingsnieuws" (Bijvoegsel Ned. Landbouwblad) van 19 Mei j.1. de volgende beschouwing te publiceeren ,,De toestand van vertwijfeling, die zich van de boeren bevolking meester maakt, wordt nog verergerd, door den druk, die de opperste leiding van de Coöp. Raiff. Bank te Utrecht uitoefent op de locale banken, om de loopende cre dieten bij onze boerenbevolking in te krimpen. En stipt de verplichtingen der credietnemers te handhaven. Van bevriende zijde werd me de Raiffeisenbode van Mei j.1. ter hancl gesteld, waarin in een artikel handelende over „Een les der tijdsomstandigheden", sterk in deze richting gestuwd wordt. Wanneer dit advies wordt opgevolgd zal dit voor duizenden collega's doodelijk zijn. In dezen tijd. nu moreel en straks wettelijk, getracht wordt om door vermin dering van lasten of moratoria's de menschen door deze vreeselijke dagen heen te helpen, kan deze taktiek moeilijk- verdediging vinden. Dat groote voorzichtigheid betracht wordt bij nieuwe aanvragen kan niemand wraken. Dat de soliditeit van bestaande credietnemers met die van hun bor gen voortdurend de aandacht der besturen moet hebben, is buiten kijf. Maar om nu de aflossingen en de omzetten te eischen als normaal, moge den beleggers voldoening schenken, voor onze plattelandsbevolking als geheel zullen de gevolgen bij een consequente toepassing niet te overzien zijn. Zoolang bij de borgen voldoende dekking aanwezig is, komt de druk, die in deze benarde dagen door de leiding op de locale be sturen wordt uitgeoefend, me onverantwoordelijk voor.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1932 | | pagina 3