74
DE R AI FFEISEN-BODE.
INPERKING VAN CREDIETEN.
Inperking van credieten is aan de orde van den dag.i
Verschillende redenen kunnen haar gewenscht maken.
B.v. de credietnemer wordt zwakker, en het is de vraag,,
of hij voor het maximum van het crediet goed is of zal
blijven; of de credietnemer krimpt zijn zaken in en heeft,
dus minder behoefte aan crediet; of de borgen dringemi
op inperking aan. Eigenlijk komen wegens de waarde
vermindering van het geld alle credieten voor inper
king in aanmerking. Met een crediet van f 2000,kan
men op het oogenblik even veel doen als een paar jaar
geleden, toen alles nog zoo veel duurder was, met een
crediet van f 2500,
Een enkel woord over den vorm, waarin de inperking
van een crediet moet geschieden, is niet overbodig.
Ten gevolge der credietverleenijig heeft de crediet
nemer het recht om tot het maximum van het crediet
te disponeeren.
De crediet-akte's spreken niet over inperking, doch
wel over beëindiging (opzegging) van het crediet. In
perking is een g e dee ltelijke beëindiging, en dus
zullen de regels omtrent beëindiging ook op'de inperking
van toepassing zijn.
Volgens de crediet-akte (form. 150) kan de Bank de
crediet-opening opzeggen met inachtneming van een
termijn van een maand. Wanneer echter het debet ge,-
durende zes maanden onveranderd is gebleven, of de
geheele schuld niet minstens eenmaal in elk loopendJ
boekjaar is gedelgd, kan het crediet o n m i d d e 11 ij k
worden beëindigd.
Gewoonlijk zal bij credieten, wier inperking gewenscht
is, de geheele schuld niet minstens eenmaal in een boek
jaar zijn gedelgd, of zal het debet gedurende zes maan
den onveranderd zijn gebleven. Gewoonlijk zal dus de
inperking (gedeeltelijke beëindiging) onmiddellijk, zon
der inachtneming van eenigen termijn, kunnen geschie
den.
Dit neemt natuurlijk niet weg, dat men den crediet
nemer toch wel een termijn (maar dan liefst een korten)
kan gunnen, om hem niet in de ongelegenheid te brengen.
Onmiddellijke beëindiging (dus ook inperking) is vol
gens de crediet-akte ook mogelijk wanneer de crediet
nemer zijn lidmaatschap opzegt, of anders dan door op
zegging ophoudt lid der Bank te zijn. In dit geval be
hoort o.i. echter geen inperking, doch algeheele beëin
diging plaats te hebben.
Ook kan onmiddellijke beëindiging geschieden „zoo
dra een der voorwaarden daartoe aanwezig mocht zijn,
zulks ter beoordeeling van het Bestuur der Bank." Deze
woorden zijn wat vaag, en wij zouden er daarom maar
liefst geen gebruik van maken.
Wanneer onmiddellijke beëindiging niet mogelijk
is, zal de termijn van een maand in acht moeten worden
genomen.
De Bank moet natuurlijk een bewijs hebben, dat zij
het crediet heeft ingeperkt. Anders zou de credietnemer
op een goeden dag kunnen eischen, dat hem alsnog tot
het oorspronkelijke maximum wordt uitbetaald. De Bank
zou hiertegenover dan niet kunnen bewijzen, dat zij het
crediet heeft ingeperkt. Het beste en eenvoudigste be
wijs, dat de Bank zich kan verschaffen, is een schrifte
lijke bevestiging van de inperking door den credietne
mer. Wil hij zulk een bevestiging niet afgeven, dan is:
het het veiligste hem de inperking te doen aanzeggen
bij deurwaardersexploitSchrikt men terug voor de kos
ten hiervan, dan zou men ook den brief, houdende de
inperking, kunnen laten bezorgen door twee personen,
die den inhoud gelezen hebben, en die later als getuigeni
zouden kunnen optreden (geen leden van Bestuur of
Raad van toezicht); bovendien houde men dan zorg
vuldig afschrift van bedoelden brief (dat moet men eigen
lijk in ieder geval doen; de Wet schrijft dit voor).
Hieronder laten wij volgen modellen van brieven, waar
bij de Bank aan den credietnemer mededeeling doet van
de inperking, en van de bevestiging, die zij den crediet
nemer kan laten teekenen.
A. MEDEDEELING VAN INPERKING.
Aan
den Heer
te
Bij deze deelem wij U mede, dat het Bestuur onzer
Bank heeft besloten uw crediet voorshands1) in te per
ken tot een bedrag vangulden. Deze inperking
gaat onmiddellijk (of: een maand na heden) in. Beleefd
verzoeken wij U bijgaande ontvangstbevestiging te tee
kenen en omgaand aan den kassier onzer Bank terug
te zenden.
Hoogachtend,
De Coöp. Boerenleenbank te
1 Voorzitter.
Bestuurslid.
B ONTVANGSTBEVESTIGING.
Aan
de Coöp. Boerenleenbank te
p.a. den Heer
Kassier
Bij deze bevestig ik U de ontvangst van uw brief.
van j-1- omtrent inperking van mijn crediet tot
gulden, waarvan ik goede nota heb genomen:
Hoogachtend,
i) Dit woord dient om te voorkomen, dat de borgen aanmer
king maken, wanneer later het ingeperkte bedrag eens mocht
worden overschreden b.v. door rente-bijschrijving.
Indien clieque's of wissels bij de Centrale Bank be
taalbaar gesteld zijn, is het noodzakelijk, dat de Centrale
Bank in het bezit is van een adviseeretid orderbiljet.
Men voorkomt oponthoud en overbodige correspon
dentie door direct een orderbriefje te zenden, zoodra uit
een ontvangen adviesstrookje blijkt, dat een rekening
houder een cheque op de Boerenleenbank heeft afge
geven, welke betaalbaar gesteld is bij de Centrale Bank.