68 DE RAIFFEISEN-BODE. van de meest sympathieke vormen van naastenliefde? De Heer Minger, lid van den Bondsraad, heeft gezegd: „In den tegenwoordigen tijd, waarin de menschheid on dergaat in een zee van egoïsme en materialisme, steken de Raiffeisen-Banken er als eilandjes van vrede boven uit en zenden zij weldadige stralen van onbaatzuchtigheid en Christelijke solidariteit uit." Er zijn Bestuursleden, die in 25 jaar tijds meer dan 500 zittingen, welke ieder 2 a 4 uren in beslag namen, hebben bijgewoond, zonder daar voor ook maar één cent te hebben ontvangen: bij een arbeidsduur van 10 uur per dag, zou dat een kostelooze arbeid van 6 maanden uitmaken. Is dat niet een won derbare liefdadigheid? De beste oplossing, welke door onze politici wordt aangeprezen om de economische landbouwcrisis te be zweren. is de wederzijdsche hulpverleening tusschen de landbouwers. De persoonlijke hulpverleening voldoet niet; men moet zich vereeijigen. Wanneer er Aan- en Verkoop- vereenigingen zijn, zal men toestemmen, dat er ook cre- dietinstellingen moeten zijn om de financieele handelin gen te vergemakkelijken, zoowel door bevordering van den spaarzin, als door het leenen minder moeilijk te maken. Men klaagt van alle zijden over de geldverspilling der jeugd; arbeiders, die op het punt staan te trouwen, heb ben geen spaargelden. Zij zullen weldra ten laste komen van de gemeenschap, zij zullen de rijen der nietsbezit- tenden aandikken. Is de Raiffeisen-Bank nu niet de daartoe bij uitstek geschikte instelling welke den lust tot sparen doet ontstaan bij het kind, bij den jongen man, bij de jonge vrouw, indien men hun al van kindsbeen af een spaarboekje geeft, opdat zich door een voortdurende aanmoediging een klein tegoed vormt, waardoor wordt voorkomen, dat zij ten laste van de publieke ondersteu ning komen. En het staat vast, dat het bij de Raiffeisen- Bank geplaatste geld absoluut gewaarborgd is; de jonge man zal nooit bevreesd behoeven te zijn voor eventueele verliezen. Aldus heeft in de afgeloopen 32 jaar nog nooit een spaarder één cent bij de Raiffeisen-Banken verloren. Daarenboven vertegenwoordigen de Raiffeisen-Banken een gunstige credietbron. Er is een groote overvloed van geld en ondanks dat vindt men nog particuliere banken, die een rentevoet van 6 0/0 durven te vragen, zelfs van 7 0/0, zonder nog rekening te houden met provisie, kosten e.d. Er zijn van die buitengewone schuldbekentenissen, die steeds weer vernieuwd moeten worden. De Raiffeisen- Banken hebben ze ingetrokken en vervangen door gewone schuldbekentenissen, men teekent éénmaal, dat schept tegelijkertijd niet zooveel gelegenheden om kosten in rekening te brengen; men betaalt slechts éénmaal zegel recht. De grondbeginselen van de organisatie zijn de vol gende: a) beperkte werkkring, b) de onbeperkte aanspra kelijkheid der leden, c) de kostelooze vervulling der be stuursfuncties, d") er worden uitsluitend gelden aan leden verstrekt en nooit zonder zekerheid, e) er wordt geen dividend uitgekeerd. A. Eén Bank voor een Gemeente of een Parochie, men kent iedereen, men kent het moreel en de financieele draagkracht van iedereen. Er zijn dus weinig risico's. B. De deposito's zijn voor 100 a 200 o'o gedekt, dank zij de onbeperkte aansprakelijkheid, terwijl bij de Naam- looze Vennootschappen het maatschappelijk kapitaal mis schien 10 h 20 o/o vertegenwoordigt van de gedeponeerde gelden. Daargelaten de Circulatiebanken, zal ook geen enkele Bank zooveel waarborg b'eden als de Raiffeisen- Banken. Zou het daarom niet logisch zijn dat men hun de gelden van Gemeenten en minderjarigen toevertrouwt? Is er aanleiding om zich ongerust te maken over de on beperkte aansprakelijkheid der leden? Neen, absoluut niet, omdat de Bank niet anders dan tegen zekerheidsstelling en aan personen, waarmede zij terdege op de hoogte is, voorschot of crediet verleent: daarenboven voorkomt de zeer strenge Inspectie-Afdeeling alle gevaar. C. Behalve de mooie zelfopoffering, wordt door die kostelooze vervulling der Bestuursfuncties de rentestan daard aanzienlijk verlaagd, want de algemeene kosten moeten door de clienten worden gedragen. Nu bedraagt het gemiddelde onkostencijfer nog geen 1/3 °/o van het balanstotaal. D. Wij kennen geen speculatie, noch leeningen aan het buitenland, welke voor zoovele particuliere banken groote zorgen baren. Wanneer men ons te veeleischend vindt, komt dat omdat onze grondbeginselen tot doel hebben de bescherming zoowel van de borgen als van de debiteuren. Waar de groote banken vóór alles' het oog hebben op winstgevende zaken, wilde Raiffeisen vóór alles diensten bewijzen, daarbij tevens de belangen van debiteuren en borgen beschermend. E. Aantrekkelijke dividenden kennen wij niet. Een gering maatschappelijk Kapitaal is gevormd door een enkele storting van 100 francs per lid. Deze aandeelen leveren een rente op van niet meer dan 5 0/0. Overigens gaat al de winst naar het reservefonds, dat een klein fortuintje moet uitmaken, dat het eigendom van de ge zamenlijke leden vormt. De grootbanken trachten groote winsten te maken om de aandeelhouders tevreden te stellen, terwijl de Raiffeisen-Banken genoegen nemen met een bescheiden winst, teneinde de debetrente zoo laag mogelijk te kunnen stellen, zonder daarbij evenwel de rente voor spaargelden en creditsaldi in loopende reke ning aan te tasten. Het is te danken aan het sub 5 genoemde principei dat de met het geld uit de naaste omgeving gemaakte winsten in het dorp zelve blijven, om het zoowel econo misch als moreel te versterken, daar het spreekwoord „Armoede is de moeder van de misdaad" maar al te waar is. Zoo zijn de grondbeginselen, die aan de tegenwoordige zorgen van onze landelijke bevolking beantwoorden en het is daaraan te danken, dat de Raiffeisen-Banken wezenlijk instellingen zijn, die betrouwbaar, solide en uitgesproken Christelijk zijn. „.Eendracht maakt macht", het is in verband daar mede, dat de Raiffeisen-Banken zich hebben vereenigd in verschillende Ringen en in een Centrale Bank. Deze instelling is steeds bezig haar raderwerk te vervolmaken, volgt nauwgezet de financieele gebeurtenissen en de banktechnische bijzonderheden. In eenige dagen is een. Locale Bank opgericht, voor dat de oppositie tijd heeft er zich mede te bemoeien. Met haar 37 millioen francs' deposito's en haar omzet van 500 millioen francs kan de Centrale Bank bestendig en onmiddellijk aan de op vragingen van de aangesloten Banken voldoen. Maar er is nog een andere belangrijke factor, die de soliditeit van onze aangesloten banken verzekert, dat is de Inspectie- Afdeeling, die de grootbanken ons kunnen benijden. Wan neer dan ook geen enkele Bank nog verkeerd is gegaan, is dat voor een groot gedeelte te danken aan de Afdee- ling Inspectie. De gevolgtrekkingen, die hieruit voortspruiten zijn, dat de Raiffeisen-Banken door hun doel en structuur beantwoorden aan de vereischten, die aan een ideale Iandbouwcredietinstelling worden gesteld en hun sociaal en Christelijk programma komt overeen met de be hoeften van dezen tijd. Indien wij zeker willen zijn omtrent de toekomst, moeten wij aan het sociale vraagstuk een Christelijke oplossing geven. De rijke moet de arme niet ondersteunen door een aalmoes, maar door medewerking te verleenen aan instellingen van wederzijds hulnbetoon, zooals de Raif feisen-Banken zijn. In dat geval laten onze landbouwers zich niet meer beïnvloeden door het bolsjewisme of het communisme. De rijken in onze dorpen, die de hulp van de Iandbouwcredietinstellingen kunnen ontberen, be- hooren nochtans daarbij aangesloten te zijn, teneinde door hun medewerking haar werkingssfeer ten voordeele van de minder goed bedeelden uit te breiden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1932 | | pagina 4