DE RAIFFEISENBANKEN EN DE ALGEMEENE CRISIS. DE R AI F F E ISEN-BODE. 67 Nationaal Belang bedraagt zeker 6 a 700. Al deze men- schen hebben f5.of veelvouden van dat bedrag inge zonden. In het geheel heeft de N.V. ongeveer f 18.000. ontvangen. De credietaanvragen varieerden van f 100. tot f4000.en de stortingen liepen dus van f5.tot f200.— toe. Volgens de boeken moet er indertijd een kapitaaltje in de onderneming zijn gestoken, maar dat is nergens terug te vinden en het wordt sterk in twijfel getrokken, of dit in werkelijkheid wel is geschied. Voorts bleek, dat nimmer naar de soliditeit van de aanvragers is geïnformeerd. In totaal heeft men in de boeken 2 cre- dietverleeningen kunnen vinden en wel een van f300. aan P. J. I.. te Amsterdam en -een van f 100.aan A. F. te Ezinge (Groningen). Wat het laatste crediet betreft, bleek uit het archief van de N.V., dat F., toen zijn aanvrage steeds slepende werd gehouden, zich tot de politie van zijn woonplaats heeft gewend en dat deze naar het kantoor heeft geschreven om nadere inlichtin gen. Blijkbaar is De H. toen benauwd geworden en heeft hij daarop F. de gevraagde f 100.— gezonden. Wat het andere crediet betreft, dient te worden opge merkt, dat ook deze L. niet gunstig bekend staat. Hij is een bekend houder van nachtcafé's en de politie ver moedt, dat hij het crediet heeft gekregen, om hem den mond te snoeren. Dit wordt nog verder onderzocht. De H. verklaarde, dat hij nog eens een heer een crediet had verleend en wel aan C. S. tot een bedrag van f 250. maar dat dit, tengevolge van een vergissing, niet in de boeken was te vinden. Dezelfde vergissing zou ook ten aanzien van een vierde crediet zijn begaan, maar dat her innerde de H. zich niet meer zoo nauwkeurig. Indien waar is, wat hij beweert, dan heeft de N.V. Nationaal' Belang dus aan 4 van de 6 a 700 aanvragers crediet ver leend en wel één onder pressie te Ezinge, één vermoe delijk om een lastigen klant te stoppen en twee, die niet in de boeken zijn vermeld. De administratie was overigens nog al slordig. Zoo was er een vergissing begaan met een post van f 1000. De vergissing was in het voordeel van De H. Van maand tot maand is het verkeerde bedrag steeds overge boekt, zonder dat men dit heeft gemerkt. Uit de boeken bleek, dat in 2 jaar tijds aan salaris' f 10.000 was uitbetaald. Onder uitgaven stond voorts een post Diversen, zonder verdere opgave ten bedrage van f 5000. Met nog een paar uitgaven mee, kwam men tot een totaal van f 18.000, zoodat er geen cent meer in kas was. De 6 of 700 inzenders van f 5.opveelvouden van dat bedrag zullen dus niets terugkrijgen. Er kwam echter tijdens het onderzoek nog meer merk waardigs aan het licht.Zooals wij reeds meldden, heeft De H. verklaard, dat hij aan zekeren S. een crediet had verstrekt, dat niet in de boeken stond. Deze S. is opge spoord en hij verklaarde aanvankelijk inderdaad f 250. crediet te hebben ontvangen. Maar toen hij nog eens nader aan den tand werd gevoeld, zei S. dat er geen woord van waar was en dat De H. hem had geprest,'om een valsche verklaring bij de politie af te leggen. De H. is, naar wij reeds schreven, in het Huis Van Bewaring opgesloten, als verdacht van oplichting. Aangezien de politie bekend is, dat er meer instellingen zijn, die zich aan soortgelijke praktijken schuldig maken, afs de Ni. V. Na tionaal Belang, waarschuwt zij het publiek nog eensuitdrukkelijk, bij het geven van geld aan instellingen, die crediet heet en te ver schaffen, de uiterste voorzichtigheid te be tracht en. Wij sluiten ons bij deze waarschuwing van harte aan. Laat men zich aan de zes k zeven honderd slachtoffers van de N.V. Nationaal Belang spiegelen; dan spiegelt men zich zacht. Als wij ooit de waarschuwing tegen het koopen van premie-loten eens laten herdrukken, zullen wij er in opnemen een waarschuwing tegen het aanknoo- pen van relatie's met onbekende financiëele instellingen. Zulk een waarschuwing is vooral in dezen tijd, waarin zooveel menschen behoefte aan crediet hebben, zeer noodig, en het zou geen kwaad kunnen, wanneer onze kassiers er zelf maar een maakten, en die ophingen in hun kantoor. (Lezing gehouden door M. Heuberger, Secre taris van de Zwitsersche Centrale Bank, op de Ringvergadering van de Raiffeisen-Banken van la Gruyère, op 12 November 1931.) In verband met de economische crisis, die haar invloed tot in onze dorpen doet gevoelen, vragen sommige stede lingen zich misschien angstig af: „Zijn de Raiffeisen- Banken solide; hebben zij ook niet te lijden van den tegenwoordigen gang van zaken, waardoor een zeker wantrouwen gewettigd zou kunnen worden?" Toen men 20 jaar geleden de Raiffeisen-beweging zich zag uitbreiden, haalde men de schouders op, omdat men dacht, dat het beheeren van een Bank een monopolie zou blijven van de beroepsfinanciers; men maakte de boeren, die zelf hun gelden wilden beheeren en hen zelf produc tief wilden maken in hun dorpen, derhalve voor utopisten uit. Nu zijn er 32 jaar verloopen sedert Pastoor Traber het Raiffeisensysteem in zijn parochie invoerde en het is meer dan 25 jaar geleden, dat het stelsel vasten voet kreeg in het Kanton Freiburg. Wat kunnen wij nu con- stateeren? Er bestaan in Zwitserland 540 Raiffeisen- Banken, die als bloeiende instellingen kunnen worden aangemerkt en bijna 50.000 leden tellen; het aantal in omloop zijnde, spaarboekjes bedraagt 130.000 met een totaal inlage van 120 millioen francs. De deposito's be reiken een totaal bedrag van meer dan 300 millioen francs. Door zeventigduizend voorschot- en credietnemers werd 280 millioen francs opgenomen op zeer voordeelige voor waarden, welke echter toch nog de mogelijkheid openden om aan den landbouw ten goede komende reserves te vormen tot een totaal bedrag van 8 millioen francs. En indien men de stoffelijke voordeelen in de afgeloopen 32 jaar becijfert, die een' uitvloeisel zijn van de aanmoe diging om te sparen, door gunstige rentevoorwaarden, door de tijdsbesparing, is het zeker niet overdreven deze voor de gezamenlijke banken op 25 millioen francs te schatten. Hierbij moet worden in aanmerking genomen, dat dit resultaat is verkregen zonder Staatshulp, zonder medewerking der particuliere banken, zelfs zonder de groote kapitalen van onze dorpen, maar wel door de in spanning van de boeren en de boerenarbeiders en dat dank zij 4 belangrijke factoren: ie. de Raiffeisen-Banken steunen op hechte Christe lijke grondslagen: 2e. zij beantwoorden aan een werkelijke behoefte; 3e. zii beschikken over uitstekende technische en ad ministratieve principes; 4e. zij hebben zich weten aan te oassen aan de eischen van de tegenwoordige tijdsomstandigheden. De Raiffeisen-Banken zijn inderdaad niet uitsluitend financieele instellingen, maar zuiver christelijke vereeni- gingen, die een sociaal en zedelijk doel nastreven, getuige de twee voornaamste grondbeginselen: de onbeperkte aansprakelijkheid en het gratis vervullen der bestuurs functies. Door de onbeperkte aansprakelijkheid verleenen de beter gesitueerden zonder bezwaar den steun, dien de zwakken en behoeftigen noodig hebben om er boven od te komen en hun zaken regelmatig te doen mar- cheeren. Is het gratis vervullen der bestuursfuncties niet één Overgenomen uit ,,Le Messager Raiffeisen" (Orgaan der Zwit. sersche Centrale Bank) van Januari 1932.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1932 | | pagina 3