66 DE RAIFFEISE N-B ODE. REDACTIONEEL GEDEELTE. SPAREN OF VERTEREN? Tussohen de geleerden is een groote strijd gestreden over de vraag: wat moet men doen in dezen tijd, sparen of verteren? Aan den eenen kant stonden de voorstanders van het sparen, aan de andere zijde degenen, die van het verteren alle heil verwachten. Hoe hevig de strijd ook was, en hoeveel inkt en papier ervoor is verbruikt, beslist is hij niet. Geen van beide partijen gaf zich gewonnen,! en de niet-deskundige toeschouwer is nog even wijs als voorheen. Als wij iets over de kwestie willen zeggen, is het niet met de bedoeling om den strijd weer op te rakelen, en zeker niet met de illusie, dat wij het verlossende woord nu eens even zullen uitspreken. Wij willen alleen een paar opmerkingen maken, die, verschoond van theoretische economie, op den beganen grond blijven en wellicht voor niet-economen, voor den doorsnee-Nederlander iets meer nut hebben dan diep zinnige uiteenzettingen van wetenschappelijken aard. Sparen, enkel sparen, moet dat het wachtwoord zijn? Maar het is toch duidelijk, dat dan de landbouw, de: handel en de industrie nóg meer in de verdrukking zullen komen! Als de menschen zooveel mogelijk sparen, dus alleen datgene koopen, wat zij absoluut noodig hebben, dan kunnen de producenten van alle dingen, die niet tot de noodzakelijke levensbehoeften behooren, zich direct wel failliet laten verklaren. Onze druiventelers, onze bloe- menkweekers zullen niets meer kunnen verkoopen. De Suiker zal in een nog slechtere positie komen. Erger nog dan voor land- en tuinbouw zouden de gevolgen zijn voor de industrie, die grootendeels zaken produceert, die men niet beslist noodig heeft, zooals de producten van landbouw en veeteelt. Dus het enkel sparen is uit den booze. Men ont wricht daardoor den toestand nog meer. Dan maar zooveel mogelijk verteren? De voorstanders hiervan zeggen: dat brengt leven in de brouwerij, en dat is natuurlijk wel waar. Het is alleen maar de vraag of het het goede soort van leven is. En dit is te betwijfelen. Als iedereen aan het verteren gaat zooveel hij kan, zullen de banken spoedig leeg loopen; de staat zal het uit schrijven van leeningen wel kunnen laten, want er is niemand, die erop inschrijft; men koopt immers een auto van zijn geld, of men maakt een reisje naar Zwitserland! En als iedereen een tijd lang flink verteerd heeft, zal alles op zijn, en dan is er niets meer te verteren, met het gevolg dat het leven in de brouwerij plotseling ge heel verstomt en landbouw, handel en industrie niets meer te doen hebben. Men gevoelt, dat ook de leuze: verteren! ons niet uit den put kan helpen, en ons veeleer dieper erin duwt. De oude Romeinen zeiden: in medio tutissime ibis in het midden gaat gij het veiligst. De Romeinen waren practische lieden. Van theoretische economie wisten zij niets, die bestond in hun tijd nog niet, maar zij stonden met beide beenen op den beganen grond, hetgeen wel zoo belangrijk is. Naar onze meening is het duidelijk, dat wij in (de kwestie: sparen of verteren? noch in het eene, noch in het andere uiterste moeten vallen, 'maar den middenweg moeten bewandelen. Zij, die nog iets over hebben om te verteren, moeten hun verteringen niet stop zetten, maar op matige wijze daarmede voortgaan. Tegelijker tijd moet het sparen niet worden verwaarloosd, maar moet eveneens op matige wijze worden voortgezet (na tuurlijk voor zoover zulks mogelijk is een groot deel van ons volk heeft niet veel meer te sparen!) Wij zouden zoo zeggen, dat ons volk over het alge meen moet voortgaan zooals het ook in normale tijden gewoon was te doen: tegelijk matig verteren en matig sparen. In zooverre beteekent ons standpunt heelemaal niets nieuws, en is het wellicht veel minder interessant dan de meeningen van hen, die hetzij in sparen, hetzij in verteren de oplossing van de crisis meenen te hebben gevonden, en dit luide uitbazuinen. Sparen en verteren moeten laat ons dit mogen toe voegen op verstandige wijze geschieden. Men moet niet sparen in een oude kous of door het koopen van één of meer baartjes goud; daar door benadeelt men de maatschappij (en indirekt zich zelf). Men moet zijn besparingen beleggen op een wijze, die economisch nut afwerpt. En men moet verteren op een wijze, die voor ons eigen volk nuttig i s. Dat wil zeggen, men moet zoo mogelijk producten van het eigen land verteren. Gezien de maatregelen, die het buitenland tegen ons neemt, is dit een gebiedende: eisch van gezonde en gerechtvaardigde vaderlandsliefde. WIE ZICH AAN EEN ANDER SPIEGELT, SPIEGELT ZICH ZACHT. In 1922 'is te Rotterdam opgericht de N.V. „Nationaal Belang" (een veelbelovende naam). Nadat deze N.V. tevergeefs had getracht bouwgronden te krijgen, werd zij in 1930 omgezet in een credietbank. De zaak werd eigenlijk gedreven door een zekeren de H., die eerst commissaris, later directeur was. De werkwijze van de N.V. „Nationaal Belang" als credietbank kwam op het volgende neer: In dagbladen, vooral die, welke veel ten plattelande worden gelezen, werden advertenties geplaatst, waarin werd aangekondigd, dat de n.v. Nationaal Belang gel den beschikbaar stelde, tot elk bedrag, met en zonder borg en dat zij ook eerste- en tweede hypotheek ver leende. Het adres was postbox no. zooveel te Rotterdam, want het merkwaardige is, dat al dergelijke onderne mingen altijd een postbox er op na plegen te houden. Als men op de advertentie schreef dan kreeg men al spoedig bericht, dat men een crediet kon krijgen, tegen een rente van 6 percent. Voor iedere f 100.welke men wilde opnemen, moest men echter f5.— storten. Deze f5.of veelvouden daarvan, bleven onder berusting van de N.V., gedurende 3 jaren. Daarna waren zij op- eischbaar. Wie dus f 500.te leen wilde hebben, kon dit tegen 6 pet. krijgen, maar moest vooruit 5 X f5-storten,, welke hij na 3 jaar terug kon vorderen. Velen hebben inderdaad gestort, maar crediet kregen zij niet. De zaak werd slepende gehouden. Af en toei kreeg men eens bericht van de firma. Eerst heette het, dat het onderzoek had uitgewezen, dat de aanvrager niet credietwaardig was. Deze brieven lagen op het kantoor van de N.V. al klaar en moesten alleen nog maar worden ingevuld. Van een onderzoek naar de credietwaardigheid was natuurlijk geen sprake geweest. Als de aanvrager protesteerde, dan kreeg hij na ver loop van tijd bericht, dat hij dan maar een borg moest aanwijzen. Geschiedde dit, dan heette het later weer, dat de borg niet goed was. Het valt dan ook niet te verwonderen, dat het bij de politie klachten regende en vele verzoeken om inlich tingen over de N.V. Nationaal Belang binnen kwamen. Er is toen een voorloopig onderzoek ingesteld, dat heeft geleid tot een waarschuwing in de dagbladen. Toen dit niet afdoende bleek te helpen, 'is in November van het vorige jaar ingegrepen. In het kantoor van de N.V. aan de Wijnhaven 71 alhier werd een inval gedaan. De heele administratie werd in beslag genomen en aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen, waarna rapport aan de justitie werd uitgebracht. Naar aanleiding daar van is last gegeven, om De H. te arresteeren. Uit het onderzoek is o.a. het volgende gebleken: Het aantal slachtoffers van de praktijken van de N.V. 1) Wij ontleenen het hierna volgende relaas aan de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 14 Jan. j.1.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1932 | | pagina 2