52
DE RAIF-FEISEN-BODE.
Mocht U tegen dit uitstel dat eventueel zal worden
verleend onder voorbehoud van alle rechten, zoowel tegen
over schuldenaar als borgen) bezwaar hebben, dan zullen
wij dit gaarne binnen en week na heden vernemen.
Namens de Coöp. Boerenleenbank te
enz.
Men ziet, dat hierbij aan de borgen gelegenheid wordt
gegeven bezwaar te maken. Dit is o.i. billijk. Wanneer de
borgen gegronde bezwaren hebben de gegrondheid moet
natuurlijk worden beoordeeld door het Bestuur), is het niet
juist, om dan toch het uitstel te geven. Maken zij bezwaren,
die het Bestuur ongegrond oordeelt, dan kan de aflossing,
waarvoor de debiteur uitstel verzoekt van hen zelf worden
ingevorderd (wanneer het Bestuur meent, dat de debiteur
niet behoort te worden aangesproken). Wellicht zullen zij
dan hun bezwaren nog intrekken.
Wij laten de kennisgevingen drukken in boekjes van 50
stuks, genummerd met de nummers 1, 1, 2, 2, 3, 3, enz. (dus
telkens twee gelijke nummers). Het eerste nummer van elk
paar is bestemd om te worden verzonden, het tweede moet in
het boekje blijven als afschrift der verzonden kennisgeving.
Men moet dus hij verzending van het eerste nummer van een
paar tegelijk het tweede nummer invullen. Ten einde dit ge
makkelijk te maken, laten wij in de boekjes een blad carbon
papier leggen.
De prijs van zulk een boekje bedraagt 0.25. Men kan
het bij de afd. Expeditie bestellen als formulier nr. 122.
Het is niet onze bedoeling, dat nu iedereen dit nieuwe
formulier gaat gebruiken in plaats van het gewone uitstel
formulier. Het is alleen bestemd voor hen, die bij het ge
bruik van het gewone uitstel formulier overwegende prac-
tische bezwaren ondervinden. Zij, met wie zulks niet het
geval is, doen cr beter aan het gewone uitstelformulier ie
blijven gebruiken. Het is natuurlijk beter, wanneer men de
handteekeningen van de borgen heeft.
BIJ HET FAILLISSEMENT VAN EEN BORG.
Het gebeurt wel eens, vooral in de huidige tijdsom
standigheden, dat eetl borg failliet wordt verklaard. Wat
moet de Boerenleenbank dan doen?
Wij hebben bemerkt, dat sommigen van meening zijn,
dat de Boerenleenbank in zulk een geval niets behoeft
te doen. Wij hebben een vordering, zoo schijnt men te
redeneeren, op onzen voorschot- of credietnemer, en niet
op zijn borgen. Men dient derhalve in het faillissement
van den borg geen vordering in.
Naar onze meening is dit standpunt onjuist. De Bank
heeft op den borg w e 1 een vordering. De borgstelling is
aldus ingekleed, dat de Bank den borg te allen tijde kan
aanspreken, met voorbijgang van den eigenlijken schul
denaar. De Bank heeft dus te allen tijde een vordering
op den borg.
De Bank heeft dus een vordering, en kan deze dienten
gevolge ook indienen in het faillissement van den borg.
Gewoonlijk zal zij haar vordering zelfs behooren in
te dienen. Wanneer een borg failliet gaat, beteekent dit
feitelijk, dat er een voorloopig laatste gelegenheid wordt
opengesteld om nog iets op hem te verhalen. Men weet
zoo goed als zeker, dat althans gedurende de eerste jaren
na afloop van het faillissement geen verhaal meer op>
hem zal zijn. Tegenover den medeborg nu achten wij het
onjuist, wanneer de Bank van deze laatste gelegenheid
geen gebruik zou maken. Immers dan zal, wanneer de
schuldenaai in gebreke blijft, de geheel e last van den
borgtocht op hem neerkomen. Het is duidelijk, dat dit niet
billijk is, wanneer de Bank in staat is geweest om ook iets
op den anderen borg te verhalen. Het is niet onmogelijk,,
dat de medeborg hij, die ten slotte betalen moet) de
nalatigheid der Bank, om haar vordering in het faillis
sement in te dienen, zal trachten te maken tot een motief
om niet of minder dan het volle pond te betalen.
Daarom moet men in den regel de vordering der Bank
in het faillissement van den borg indienen.
In den regel er zijn gevallen, waarin het nie'.-
noodig is.
Het is natuurlijk niet noodig, wanneer de schuldenaar
terstond (vóór het verstrijken van den termijn voor het
indienen van vorderingen in het faillissement van den
borgl een nieuwen borg stelt (hiervoor te gebruiken
schuldbekentenis of credietakte bij verandering van borg
tocht, formulieren 101 en 151).
Het is ook niet noodig, wanneer de schuldenaar en de
andere borg zoo soliede zijn, dat het menschelijkerwijs
gesproken geheel, zeker is, dat de schuld te allen tijde
op hen verhaalbaar is. In dit geval late men echter de
indiening der vordering alleen na, wanneer de andere
borg hiermede accoord gaat (zijn accoordverklaring moet
natuurlijk schriftelijk geschieden). Doet hij dit niet,, dan
is er kans, dat hij later, wanneer hij tot betaling mocht
worden aangesproken, een uitvlucht erin zoekt.
Wij sluiten met de opmerking, dat de Rechtskundige
Afdeeling der Centrale Bank steeds gaarne het noodige
zal verrichten, wat in verband met faillissement van een
borg moet worden gedaan.
HET RESULTAAT VAN DE WAARSCHUWING
TEGEN PREMIELOTEN, ENZ.
De waarschuwing tegen het koopen van premie-
loten, die wij aan al onze Banken hebben rondgezonden,
trekt sterk de aandacht. Reeds vele vragen om inlich
tingen zijn ingekomen. Het blijkt, dat het euvel, waar'-
tegen wij den strijd hebben aangebonden, nog sterker
verspreid is dan wij konden vermoeden. Van alle kanten
komt men bij de Boerenleenbanken met contracten, die
duidelijk het stempel van afzetterij dragen. Dat is overi
gens niet zoozeer de bedoeling der waarschuwing. Als
de contracten gesloten zijn, is er gewoonlijk niets meer
aan te doen. De bedoeling der waarschuwing is den put
te dempen vóór het kalf verdronken is.
Maar in ieder geval blijkt voldoende, dat de waar
schuwingen niet tevergeefs zijn opgehangen en nuttig
werk doen
Het verheugt ons ook, dat verschillende Banken meer
dere exemplaren bestelden.
Na-bestellingen worden nog steeds aangenomen!
De Heer H. Vinkers, voorzitter van den Raad van
Toezicht der Boerenleenbank te Scheemda, wees ons
erop, dat er ook wel eens gewaarschuwd mocht worden
tegen minder scrupuleuze makelaars en andere tusschen-
personen, die de menschen aan geld helpen, maar hen
dikwijls van den wal in de sloot helpen. Inderdaad, zulk
een waarschuwing is niet misplaatst, en wij geven deze
vingerwijzing dan ook gaarne door aan onze lezers, die
ertoe kunnen medewerken, dat zij verder wordt verspreid.
Ten slotte nog de volgende opmerking. Het is ge
beurd, dat een locale Bank ons vroeg informatie's in te
winnen omtrent een bepaalde instelling. Wij deden dit,
hetgeen f2.kostte, welk bedrag wij aan de betrokken
Bank in rekening brachtten. Deze was hierover eenigs-
zins verwonderd omdat op de waarschuwingsbiljetten
is gedrukt, dat de plaatselijke Bank gratis inlichtingen
inwint voor hare leden. De betrokken Bank vatte dit
blijkbaar op in dier voege, dat ook de Centrale Bank
gratis informatie's zou inwinnen voor de plaatselijke
Banken. Met deze opvatting kunnen wij niet accoord
gaan. De Centrale Bank behoeft toch niet de kosten te
dragen, die worden gemaakt ten behoeve van de leden'