No. 4
OCTOBER 1931
Zeventiende Jaargang
DE RAIFFEISEN-BODE
Verschijnt den eersten van
iedere maand.
Abonnement f 0.50 per jaar.
Losse nummers 10 Cent,
franco per post.
OFFICIEEL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK
TE UTRECHT
Redactie en Administratie
KR. NIEUWE GRACHT 29
UTRECHT.
Tel. Interc. 15867
INHOUD: a. In Memoriam I. G. J. Kakebeeke.
b. Verkaring Nederlandsche Bank. c. Mededeelingen.
d. Redactioneel gedeelte: i. De financieele crisis. -
2. Een belangrijke prijsvraag. 3. Geld- en Effecten-
markt. e. Uit onze Boerenleenbanken: 1. Zilveren
jubileum van de Coöp. Boerenleenbank I te Wester
blokker, met noot der Redactie. f. Advertentiën.
In Memoriam I. G. J. KAKEBEEKE.
Einde September overleed te 's-Gravenhage de Heer
I. G. J. Kakebeeke, die gedurende langen tijd de gewich
tige functie van inspecteur van den landbouw heeft
bekleed. Hij werd als zoodanig benoemd in 1916. Kort
voor zijn overlijden (op 16 Sept. j.1.) ontving hij den titel
van adviseur van den landbouw. Van 1893 tot 1916 was
de heer Kakebeeke rijkslandbouwconsulent in de provin
cie Zeeland. Als zoodanig heeft hij in opdracht der
Regeering een studie-reis gemaakt naar Suriname en
Curaqao. Vóór zijn benoeming tot consulent is hij vijf
jaar lang (18881893) secretaris der Zeeuwsch©
Landbouwmaatschappij geweest. In 1887 hij was
toen eerst twintig jaar oud maakte hij een studie
reis naar Amerika. Ook elders in het buitenland
heeft hij zich op de hoogte gesteld van den landbouw.
Deze korte en niet-volledige opsomming toont wel
reeds voldoende aan welk een werkzaam leven de dood
een ontijdig (de heer Kakebeeke was eerst 64 jaar oud)
einde heeft gemaakt.
De heer Kakebeeke was ook eelt vriend van de Boeren
leenbanken. Tal van malen heeft hij hiervan blijk ge
geven, wanneer hij namens den Minister onze algemeene
vergadering bijwoonde.
Met dankbaarheid herdenken wij hem.
VERKLARING VAN DE NEDERLANDSCHE
BANK-
Wij meenen goed te doen met hier de ook in andere
bladen gepubliceerde verklaring van de Ned. Bank over
te nemen.
Er loopen de laatste weken de dolste geruchten over
den gulden, over inflatie enz. enz. Het is dus wellicht
nuttig om van dit bericht, dat in weinig woorden zegt,
dat er voor al die alarmeerende praatjes niet de minste
aanleiding is, kennis te nemen.
„De Directie van De Nederlandsche Bank bericht het
volgende:
Naar aanleiding van vragen, die tot ons gericht woi1-,
den, berichten wij hierbij, dat er voor ons geen enkele
aanleiding bestaat te verzwijgen, dat onze buitenlandsche
wisselportefeuille voor een deel bestaat uit ponden
pterling.
Wij hebben op grond van besprekingen nog zeer on
langs met de Bank of England gehouden en gezien het
bijzondere karakter van ons pondenbezit als goud-wissel
portefeuille van een circulatiebank alle reden om aan te
nemen, dat voor ons in de toekomst geen verlies op dit
bezit is te duchten.
Verder brengt het ponden-gedeelte van onze buiten
landsche wisselportefeuille rente op die in den tusschen-
tijd een eventueel tijdelijk boekwaardeverschil vanzelf
amortiseert.
Voor De Nederlandsche Bank als circulatiebank kan
zich nooit een reden voordoen om zich op een ongelegen
oogenblik van haar pondenbezit te ontdoen.
Wij verklaren met de grootste stelligheid dat ons be
zit aan ponden sterling nimmer eenïge belejnmering kan
zijn voor De Nederlandsche Bank om haar functies als
circulatiebank en centrale bank in haar vollen omvang
uit te oefenen.
Tevens verklaren wij, dat wij den gouden standaard
onvoorwaardelijk zullen handhaven.
Inflatie van het ruilmiddel is niet aanwezig en niet te
verwachten.
De goudpoisitie van De Nederlandsche Bank is sterker
dan ooit te voren."
Indien cheque''s of wissels bij de Centrale Bank be
taalbaar gesteld zijn, is het noodzakelijk, dat de Centrale
Bank in het bezit is van een adviseerend orderbiljet.
Men voorkomt oponthoud en overbodige correspon
dentie door direct een orderbriefje te zenden, zoodra int
een ontvangen adviesstrookje blijkt, dat een rekening
houder een cheque op de Boerenleenbank heeft afge
geven, zvelke betaalbaar gesteld is bij de Centrale Bank.