DE RAIFFE ISEN-BODE. 21 Finsche groothandelcij fers. In Denemarken kwam in 1925 13 pet. van den groothandel en 23 pet. van den kleinhandel in levensmiddelen voor rekening van de verbruikscoöperaties. In Duitschland beloopt de omzet der verbruikscoöperaties 3 a 6 pet. van den totalen handel in de gebieden, waar de coöperaties werkzaam zijn. Het totaalcijfer van den klein- handelomzet der Britsche verbruikscoöperaties bedroeg over het jaar 1927 12.5 pet. van het totale bedrag aan in het land uitbetaald arbeidsloon. In dichtbevolkte landen (Oostenrijk, Bulgarije, Groot- Britannië) blijkt vaak de centrale handelsorganisatie der ver bruikscoöperaties naar verhouding de belangrijkste handels onderneming in het land te zijn. Ook komt het voor, dat de verbruikscoöperaties de grootste en best ingerichte produc tieve onderneming in het land bezitten (b.v. de meelfabriek van den Coöperatieven Bond in Zweden, de bakkerij van de coöperatoren te Glasgow, de conserven fabriek van de groot- handelsvereeniging der Duitsche verbruikscoöperaties te Oldenburg, het drukkersbedrij f der Duitsche verbruiks coöperaties). Bij den handel in algemeene verbruiksartikelen, zooals (.rood, vleesch, suiker, is het aandeel der verbruikscoöperaties in het algemeen aanzienlijk. De Coöperatieve Bond in Zweden verwerkt in zijn meel fabrieken 14 van alle in Zweden verhandelde broodgranen. In Engeland bedroeg in 1923 het graanverbruik der meel fabrieken van de groothandelsvereeniging der verbruiks coöperaties meer dan 13.5 pet. van het verbruik der geheele bevolking. De productie der Zwitsersche coöperatieve meel fabrieken bedraagt 10 pet. van het meelverbruik in het land. In 40 belangrijke plaatsen in Polen voorzien de coöperatieve bakkerijen in 11 pet. van de vraag. Van den Britschen melk handel is 10 pet., van den vleeschhandel 20 pet. in handen van den verbruikscoöperaties; resp. 12, 14 en 9 pet. van de ingevoerde hoeveelheden baqon, boter en kaas gingen naar de groothandelsvereenigingen der Britsche verbruikscoöpera ties. In Denemarken voorziet de groothandelscentrale der coöperaties in 12.5 pet. van de totale behoefte aan margarine, in Hongarije in 25 pet. van het zoutverbruik, in Bulgarije in 25 pet. van het suikerverbruik. Het thee-kantoor van de gezamenlijke Britsche groothandelscoöperaties is de grootste theehandelsonderneming ter wereldhet voorziet alleen reeds in 1415 pet. van het Britsche verbruik. Ook de landbouwcoöperaties en haar centrales nemen in bepaalde landen een belangrijke plaats in. In Letland bedraagt de omzet van den Centralen Bond van coöperaties in voederartikelen 50 pet. van den totalen import daarvan; voor kunstmeststoffen, landbouwmachines, cement zijn de overeenkomstige percentages resp. 34, 29 en 17. De inkoopvereeniging der landbouwcoöperaties in Tsjechoslowakije trekt 50 pet. van het nationale verbruik van chilisalpeter tot zich. Wat de Vereenigde Staten betreft, brachten in 1928 de landbouwcoöperaties 82 pet. van den oogst van Californische noten en ruim 60 pet. van den amandeloogst ter markt; 15 boerencoöperaties verkochten tezamen pl.m. 8 pet. van den katoenoogst 1928; J4 van de zuivelproductie wordt door de producentencoöperaties geveild. De Sun Maid Raisin Growers' Company verhandelt 90 pet. van de gedroogde rozijnen in de Vereenigde.. Staten. Van de Japansche pro ductie aan ruwe zijde komt 6 pet. in den coöperatieven handel. De Nederlandsche eierhandel is voor 23 pet. coöperatief georganiseerd. In 1925 waren resp. 65 en 43 pet. van de boter- en kaasproductie van de zuivelcoöperaties afkomstig. In Denemarken wordt de melk van ruim 86 pet. van het melkvee tot boter verwerkt door de zuivelcoöperaties, welke opgericht zijn door 85 pet. van de Deensche landbouwers. In Estland, Finland, Nieuw-Zeeland en Australië is resp. 84, 92, 80 en 91 pet. van de boterproductie in handen van de coöperaties. Meer en meer komen de coöperatieve organisaties in agrarische landen ertoe zelf export vereenigingen op te rich ten. Zoo zijn in de Vereenigde Staten de Maid Raisin, Growers' Company en de Californische Fruit Growers' Exchange ontstaan met een uitgebreiden export naar Canada, Europa en het verre Oosten. In Denemarken ge schiedt 25 pet., in Estland 33 pet. van den eierexport door middel van de coöperaties. De Danish Cooperative Bacon Trading Company beheerscht )4 van den totalen bacon- export voor Groot-Britannië. De Canadian Cooperative Wool Growers verkochten in 1923 bijna (4 van de Cana- deesche wolproductie, grootendeels naar het buitenland. Maar vooral bij graan en zuivelproducten spelen de coöperatieve exportorganisaties een groote rol. De export van de Canadian Cooperative Wreat Producers bedroeg in 1925 2/i van den Canadeeschen graanexport, d.i. meer dan 25 pet. van den internationalen graanhandel. In Nieuw- Zeeland is 92 pet. van den boterexport van de zuivel coöperaties afkomstig, in Estland van de centrale landbouw coöperatie „Estonia" alleen reeds 54 pet. In Denemarken (met 38 pet. van den boterexport van alle landen tezamen) bedraagt het omzetcijfer van de boter-exportcoöperaties 35 a 40 pet. van den totalen boterexport. Zooals uit de bovenstaande cijfers wel blijkt, neemt de coöperatief georganiseerde handel en productie naast de par ticuliere organisaties, naast de kartels en industriëele ententes, zeer zeker een eigen plaats in. Het tessentiëele verschil tus- schen de coöperatieve beweging en de organisatie en con centratie, welke men in het particuliere bedrijfsleven gade slaat, is wel hierin gelegen, dat de coöperatie het middel tot organisatie is van zeer talrijke en economisch zeer.zwakke eenhedenhuisgezinnen in de steden en op het platteland, boerenbedrijven, kleine ondernemingen van handwerkslieden, in tegenstelling tot het particuliere bedrijf, waar het concen tratieproces als regel een betrekkelijk klein aantal economisch sterke eenheden omvat. (Maandschrift Centraal Bureau v.d. Statistiek Je. 1930, blz. 1664), GELD- EN EFFECTENMARKT gedurende Augustus 1931 - De geldmarkt was ruimer dan ooit, hoewel in sommige, opzichten bij de geldgevers een zekere terughoudend heid viel te constateeren onder den invloed van de on zekere buitenlandsche toestanden. Prolongatie noteerde gewoonlijk 1 0/0. Particulier disconto zakte in tot 3/4 a 7/s °/o voor 3 maands-wissels. Hoe ruim de geldmarkt is, bleek wel bij de inschrijving op schatkistpapier. Aangeboden werd 40 millioen. Ingeschreven werd voor 157 millioen. De jaarbilletten werden toegewezen op 2 °/o basis, de 3 maands promessen op een basis van 7/s de 6 maands promessen op een basis van 1I/4 °/o rente per jaar. De wisselkoersen ondervinden ook den invloed van den internationalen toestand, en noteerden: 1 3 Aug. 17 Aug, 24 Aug. Londen I2.04'3/,, 12.04>/e I2.04U/,6 Parijs 97274 9.72 9-72 Brussel (Belga) 34 61 34.60 34.60 Berlijn 58.85 5885 58.85 New-York 2 48'/8 2.48 2.48 De effectenbeurs was ook al zeer ongeanimeerd. De koersen brokkelden af. Duitsche obligatie's. gaven bedenkelijke koersreactie's te zien, dank zij de moeilijke positie waarin dit land zich bevindt. Nederlandsche beleggingsfondsen waren over het al gemeen vast. De noteeringen waren te Amsterdam:

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1931 | | pagina 5