20 DE RAIFFE I SEN-BODE. kan hij zich met de uitspraak van den bedoelden tegen stander der coöperatie niet vereenigen. Het komt mij voor dat een positieve uitspraak dat de coöperatie economisch nuttig werk doet, zeer wel te ver dedigen is. Dat de coöperatie tot doel zou hebben den middenstand te verdringen, is een bewering, die niet alleen niet be wezen kan worden, maar er vlak naast is. Dat de coöpe ratie oorzaak wordt, dat de middenstand hier en daar in het gedrang komt, kan grif worden toegegeven, maar voor de gemeenschap is de hoofdvraag wie het meest nuttig werk doet voor het algemeen en, dan lijdt het geen twijfel of de schaal zal naar de zijde der coöperatie over slaan. Men kan toegeven, dat tal van coöperatoren geen oog hebben voor de economische en zedelijke beteekenis der coöperatie en enkel oog hebben voor eigen persoonlijk voordeel, maar dit doet de beteekenis der coöperatie voor de volksgemeenschap niet teniet. Men heeft zich maar voor oogen te stellen hoe steeds de eerste coöperaties ontstonden en hoe telkens de nieuwe nog ontstaan. Vrijwel alle coöperaties zijn ontstaan door den druk der tijden, door de neiging aan dien druk het hoofd te bieden, en door het gevoel dat dit alleen mogelijk was door samenwerking. Economisch zwakke groepen in de maatschappij heb ben zich door coöperatie kunnen opwerken tot zelfstan dige menschen, en een van de meest naar voren tredende voordeden der coöperatie is, dat zelfs de minst gesi tueerden gelijke rechten hebben en een gelijke behande ling genieten als elk ander lid. Het is niet teveel gezegd dat met name de arbeiders- coöperaties geweldig veel hebben bijgedragen tot ver heffing van den arbeider en hem onafhankelijk hebben gemaakt van invloeden en omstandigheden waaraan hij zich anders niet ontworstelen kon. Ten opzichte van de landbouwcoöperatie geldt dat in even sterke mate. Daar is in de meeste gevallen de coöpe ratie niet anders dan een verlengstuk van zijn bedrijf. Als de boer nog even als vroeger zijn melk zelf tot boter zou moeten maken, zou dit een geheel veranderde werk wijze met zich brengen en als hij die boter zelf zoui moeten verkoopen. zou dit bij de eischen, die aan dat product tegenwoordig gesteld worden, een onmogelijkheid zijn, en die bezwaren zouden te zwaarder wegen naarmate het bedrijf kleiner is, zoodat ook hier de kleine man dezelfde voordeelen kan genieten als zijn grootere col lega zich misschien zelfstandig verzekeren kon. De credietbehoefte bij het landbouwbedrijf is zeer wis selvallig en loopt dikwijls om kleine bedragen. Een par ticuliere instelling kan daaraan niet dan met betrekkelijk groote kosten voldoen. De coöp. boerenleenbank voorziet hierin op uitstekende wijze en vordert voor de kleinste credieten geen meerdere kosten dan voor groote en langloopende. Dat is een belangrijk voordeel. De mest- en voederstoffen, die een boer noodig heeft, kunnen, behoudens enkele uitzonderingen, alleen che misch worden onderzocht op hun innerlijke waarde. Het is een onmogelijkheid, dat de enkele gebruiker dat doen kan, daar de kosten daardoor onevenredig hoog zouden worden, en ook hier is de aangewezen weg de aankoopen te doen langs den weg van coöperatie. Dit weegt zelfs zoo zwaar, dat het niet mogelijk is, zelfs al zou men dit willen, op andere wijze daarin te voorzien. De landbouw zonder coöperatie zou tot onvermijdelijk gevolg hebben, dat de weinig kapitaalkrachtige, de met weinig doorzicht begiftigde en de weinig zelfstandige boer er spoedig onder zou komen, daar er altijd men schen zijn geweest en wel steeds zullen blijven, die er geen been in zien van de onkunde en hulpbehoevendheid van een medemensch gebruik te maken om zich te be- voordeelen. Zelfs al staat de particuliere handel op een nog zoo hoog peil, dan zullen daaronder steeds elementen schui len, die het minder nauw nemen en het gemakkelijkst; tot slachtoffers maken de menschen, die niet zelfstandig den strijd om het bestaan kunnen volhouden. De coöperatie is er werkelijk niet alleen op uit mate- rieele voordeelen te behalen. Zij doet ook maatschappe lijk en economisch uitstekend werk en dat kan niet gemist worden. Als men terug denkt aan den toestand toen de coöpe ratie op het gebied van den landbouw nog weinig be- teekende, en aan de misstanden die men toen op het platteland waarnam, dan zal toch wel niemand die tijden terugwenschen. Heel dikwijls kwam het toen voor, dat, als een boer een voorschot moest hebben, hij dat moest krijgen bij een notaris, als hij er tenminste heel goed voor was, en. anders bij een handelaar in veevoeder, kunstmest of var kens. De te betalen rente viel als regel nog al mee, maar zoo'n geldopnemer moest dan niet het hart hebben zijn benoodigdheden bij een ander dan bij den geldschieter te betrekken of zijn varkens anders dan bij dien varkens handelaar te verkoopen, want behalve de te betalen rente werden er andere verplichtingen geschapen, die niet straf feloos mochten verwaarloosd worden. Werd de boter naar den winkel gebracht, dan was het een (dwingende) gewoonte voor de volle of nagenoeg de volle waarde der boter waren terug te nemen, want mocht men verschillende handelaars gelooven, dan moest op de boter steeds geld worden toegelegd. Nu kan men wel zeggen, dat die tijd zoo lang achter den rug is en de toestanden nu zooveel anders zijn, maar dat is maar schijn, want als er geen coöperatie bestond, zou het particulier initiatief in de thans veel grootere. behoeften moeten voorzien, en waarom zou de mentaliteit van de menschen nu zooveel beter zijn dan toen? Bovendien, niemand kan in ernst verlangen, dat de coöperatie maar moest verdwijnen, want niet alleen land bouwers en arbeiders coöpereeren. Iedereen doet het. De heele handeldrijvende middenstand coöpereert. Overal vormen zich groepen, om door samenwerking te bereiken wat de eenling niet vermag. De eerste drang tot samenwerking werd geboren door den nood. In de streken met de moeilijkste levensomstan digheden bloeide de coöperatie het best, en heeft zij heel wat kleine en zwakke broeders voor den ondergang be hoed. En in die streken wordt ook nog het meest ge voeld, dat de coöperatie iets meer is en wil zijn dan enkel het bevorderen der materieele belangen. Naarmate echter de beteekenis van samenwerking tot andère krin gen doordrong, is men algemeen gaan coöpereeren en heeft men ondanks zich zelf naast materieele ook ideëele belangen behartigd. De coöperatie bewandelt open en eerlijke wegen en heeft recht op een eerlijke beoordeeling. SENIOR. VAN HEINDE EN VER. HET AANDEEL VAN DE COÖPERATIEVE ORGANISATIES IN HET BEDRIJFSLEVEN. Het laatste jaarverslag van den Directeur van het Inter nationaal Arbeidsbureau bevat o.a. mededeelingen aangaande de plaats, welk de verbruiks- en landbouwcoöperaties in het economische leven van verschillende landen innemen. Al zijn de cijfers niet steeds even recent, toch geven zij wel een beeld van de activiteit der coöperaties. Zoo bedroeg in Finland de gezamenlijke omzet van 4 cen trale coöperatieve organisaties (deels verbruiks-, deels land bouwcoöperaties) in 19281929 28 pCt. van het totale

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1931 | | pagina 4