DE -RAI F FE IS EN-BODE.
„en hun onderneming, welke zich met allerlei duistere
„zaken bezighoudt."
„De laatste manier, waarop dit schoone duo het puJ
„bliek geld uit den zak tracht te kloppen, is door de
„plaatsing van z.g. „Nijverheids-Inschrijvingen". Men
„moet dan in totaal f250.— (per geheele inschrijving)
„storten en krijgt dan de kans op een terugbetaling van
„f 1000. - in den loop der jaren. Dat die kans nihil is-,
„kunt u o.i. wel als zeker aannemen. De documenten,
welke het edele tweetal uitreikt ter bereiking van hun;
„doel om het geld den menschen pit den zak te kloppen,
„bevatten geen enkele bijzonderheid over hun laat-
„sten truc. U hebt nog maar enkele tientallen guldens
„gestort en wij raden u onvoorwaardelijk aan om van
„verdere remises zonder meer af te zien. Elke nieuwe
„betaling zou toch slechts beteekenen, dat U Uw verlies
„noodeloos grooter maakt."
RENTEBEREKENING.
Naar aanleiding van een schrijven, dat wij van den Heer
J. Meijer, kassier der Coöp. Boerenleenbank te Babberich
ontvingen over de rente wijziging per 1 Juli, meenen wij goed
te doen aan het artikel in de Raiffeisen-Bode van Juli 1931
nog de volgende opmerking vast te knoopen.
Grootboek I. Progressieve Methode.
De geheele correctie, welke moet plaats hebben-op de reeds
berekende rente, komt hierop neer, dat bij wijziging van den
rentevoet per 1 Juli van b.v. 3U2 'n 2/ gedurende een
half /aar 1 (3/2 7"2l/2 wordt berekend over het
saldo per 1 Juli.
Wat moet er dus gedaan worden:
Tel op de vóór 1 Juli ingelegde bedragen (hierbij inbegre
pen het saldo per 1 Januari 1931Uitkomst b.v. 3.433.17.
Tel op de vóór 1 Juli teruggehaalde kapitalen. Uitkomst is
b.v. 1:395.18.
Trek deze bedragen van elkaar af: 3.433.171.395.18
2.037.99. Bereken hierover t gedurende een half jaar
is
1 1
X X 2038 10.19, of wat op hetzelfde neer-
100 2
komt 1/ï over 2.038.is 10.19.
Het spreekt vanzelf, dat bovenstaande berekening reeds
per 1 Juli kan geschieden. Er behoeft dus niet tot het einde
van liet jaar te worden gewacht.
Het bedrag, dat als teveel berekende rente, in bovenge
noemd geval 10.19, is gevonden, kan in kolom 7 geplaatst
worden, waardoor aan het einde des jaars door vergelijking
van de totaalbedragen uit de kolommen 7 en 14 het saldo
rente te voorschijn komt.
UIT ONZE BOERENLEENBANKEN.
Geachte Redactie
Het artikel van den Heer de Theije uit Westervoort en
Uwe daaronder geplaatste aanteekeningen in de Raiffeisen-
Bode van Juli 1931 vestigen nog weer eens voor de zooveelste
maal de aandacht op de noodzakelijkheid van de „Landbouw-
hvpotheekbank" van de hypotheekbank welke, ,,vóór de boe
ren en door de boeren", de sluitsteen zou zijn op onze zoo
krachtig geworden geld-coöperatie.
De lieer de Theije beschrijft den toestand zoo juist. Onze
Banken kunnen aan de hypotheekaanvragen van eigen leden
niet voldoen, omdat ze en terecht een bepaald gedeelte
der gelden liquide moeten houden. Maar voor die liquide
gelden koopen de banken pandbrieven van hypotheekbanken.
E11 diezelfde gelden, welke de leenbank niet op hypotheek kon
plaatsen, worden nu door die hypotheekbanken aan dezelfde
boeren uitgeleend, die door hun eigen leenbank niet konden
worden geholpen.
Waarom moet de hypotheekbank nu die 1 per jaar aan
onze leden verdienen? Kunnen onze coöperatoren, die zooveel
hebben bereikt, ook dat niet zelf doen
Zooals U in Uw onderschrift reeds uiteenzet, is collectief
(gezamenlijk) optreden van de plaatselijke Banken, onder
leiding van de Centrale, hiervoor noodzakelijk. Maar is daar
eenig bezwaar tegen? De zelfstandigheid der plaatselijke
Banken voor zooverre die nog bestaat behoeft daar
onder niet te lijden. Welk bezwaar is er, om de hypotheek-
bedrijven der plaatselijke Banken, indien deze dit wenschen,
te centraliseeren? Waarom kan men elke plaatselijke bank
niet in de gelegenheid stellen, zijne hypotheken geheel of ge
deeltelijk door cessie over te dragen aan de Centrale Hypo
theekbank, tegen ontvangst van het bedrag der vordering in
ter beurze genoteerde pandbrieven? Het spreekt vanzelf, dat
de plaatselijke bank, die reeds'bij het verkenen der hypotheek
het geheele risico daarvoor aanvaardde, tegenover de Centrale
voor de betaling garant zou moeten blijven. De plaatselijke
Bank krijgt dan, zonder eenig meerder risico, effecten welke
zij tegen de gewone (op het oogenblik zeer lage) prolongatie
rente kan beleenen, wanneer zij geld noodig heeft, de Centrale
krijgt als iedere andere hypotheekbank hier echter met veel
minder kosten tegen afgifte harer pandbrieven hypotheken
welke echter, behalve door zakelijk onderpand, nog gedekt
zijn door de borgstelling van de plaatselijke Bank, wier finan-
cieele toestand de Centrale haarfijn weet en kan beoordeelen.
Het spreekt vanzelf, dat ook allerlei andere combinaties en
werkwijzen mogelijk zijn. Een ingezonden stuk is niet de
plaats, om mijne inzichten over dit punt, welke ik reeds jaren
lang heb bepleit, volledig uiteen te zetten. Ik voor mij ben er
echter van overtuigd, dat het er van moet komen, dat eener-
zijds onze menschen voor den aankoop van effecten en de be
legging hunner bespaarde gelden bij de eigen organisatie
terecht kunnen, en niet meer gebruik behoeven te maken van
de diensten der hypotheekbanken om van andere hoog aan
geprezen „beleggingen" maar niet te spreken, en dat ander
zijds onze boereu, die geld onder hypothecair verband moeten
opnemen, daarmee ook in eigen kring kunnen worden gehol
pen. En het verheugt mij, dat de heer de Theije daarop nog
weer eens de aandacht vestigde. Is dit vraagstuk nu niet van
voldoende beteekenis om, bezien in het licht van den tegen-
woordigen crisistijd, eens ernstig door het Bestuur of door
een Commissie te worden onderzocht? Ik ben er zeker van,
dat dit rapport bij al onze plaatselijke banken groote belang
stelling zou wekken.
Bennekom, 15 Juli 1931Mr. A. VAN DER DEURE.
HET LIQUIDE MAKEN DER HYPOTHEKEN.
„Een idee, dat inderdaad zeer de overweging waard is,"
meent de Redactie van ons orgaan. Maar ze voegt er dade
lijk waarschuwend aan toe, dat aan de verwezenlijking heel
wat bezwaren zullen verbonden zijn en „niet alleen van for-
meelen, doch ook van practischen aard."
Ik wil de moeilijkheden niet onderschatten, maar durf toch
hopen, dat door studie en gemeenschappelijk overleg een op
lossing wel te vinden zal zijn. En waar de Redactie, aan
moedigend ieder die wat te zeggen heeft tot de spreektribune
uitnoodigt, daar wil ik graag van de gelegenheid gebruik
maken 0111 mijn meening nader uiteen te zetten en aan het
oordeel van bevoegden te onderwerpen.
Ter zake dus
Er worde gesticht een N.V. „Raiffeisen-Hypotheekbank".
Alle hypothecaire leeningen, welke door de locale Banken
worden toegestaan, worden verstrekt door en komen te staan
ten name van die „R.H." De benoodigde gelden neemt de
„R.H." op bij de locale Banken tegen afgifte van pand
brieven. Voor die pandbrieven wordt beursnoteering aange
vraagd, zooals voon de pandbrieven van elke andere hypo
theekbank. Deze stukken worden daardoor beleenbaar, zoodat
de locale Banken, bezitters der pandrieven, zich te allen tijde
liquide middelen kunnen verschaffen.