10
DE RAIFFEISEN-BODE.
Centrale Bank ter teekening toezenden onder opgave van het
bedrag, waarvoor garantie gesteld moet worden.
In spoedgevallen kunnen ook verder vereischte documenten
aan de Centrale Bank mede worden toegezonden en kan alles
direct door haar aan den A.N.W.B. worden doorgestuurd.
REDACTIONEEL GEDEELTE.
ZAKELIJKHEID.
Een advocaat in het Noorden des lands, die geacht
mag worden de Boerenleenbanken te kennen, en die haar
zonder twijfel een goed hart toedraagt, zeide eens tot
schrijver dezes: „Mijn bezwaar tegen de Boerenleenban
ken is, dat zij dikwijls zoo weinig zakelijk zijn".
Blijkens het verband van het gesprek bedoelde hij hier
mede, dat zij de zaken veelal niet formeel genoeg be
handelen, dat zij te gemoedelijk zijn. Om een voorbeeld
te noemeneen gewone Bank zal, wanneer zij met een
cliënt een afspraak van eenig belang heeft gemaakt, deze
schriftelijk bevestigen; een Boerenleenbank echter zal het
bij de mondelinge afspraak laten (onder het motto: wij
kennen elkaar immers 1), met het gevolg, dat er over
den werkelijken inhoud van de afspraak later misschien
groot verschil van meening ontstaat! Of: een Boerenleen
bank laat in vol vertrouwen op de eerlijkheid van haar
voorschotnemer de schuldbekentenis teekenen buiten te
genwoordigheid van kassier of bestuur (naar wij meenen,
is dit euvel bijna uitgestorven gelukkig!).
Erkend moet worden, dat in de critiek van onzen zegs
man waarheid schuilt. Het is een feit, dat de Boeren
leenbanken de zaken wel eens té gemoedelijk behan
delen. Gemoedelijk is goed; maar té gemoedelijk niet.
De moeilijkheid is de grens te vinden: tot hoever mag
men gemoedelijk zijn, en waar moet men zakelijk begin
nen te worden? Ware op deze vraag een algemeen ant
woord te vinden, de moeilijkheid zou dan spoedig op
gelost zijn. Maar zij is juist zoo moeilijk omdat er geen
algemeen antwoord op te geven is. Voor elk geval afzon
derlijk moet een antwoord worden gevonden. Ieder zal
het dus zelf moeten vinden. En dat kan men ook wel;
als men zijn gezond verstand laat werken, kan men zeer
wel zelf uitvinden, welke dingen van belang zijn voor
een formeele behandeling. Misschien mogen wij een enkel
voorbeeld geven. Wanneer de kassier met een voorschot
nemer afspreekt, dat deze laatste op een bepaalden dag
de rente zal komen betalen, is het niet noodig, dat de
kassier deze afspraak schriftelijk bevestigt (tenzij hij den
voorschotnemer eraan wil herinneren); immers deze af
spraak is van weinig belang; het kan de Bank koud
laten of de voorschotnemer zijn rente op Donderdag
dan wel op Vrijdag betaalt; door het niet vast staan
van den inhoud der afspraak kan nooit eenige moeilijk
heid ontstaan. Wordt echter met een credietnemer af
gesproken, dat hem b. v. in plaats van drie slechts twee
valuta-dagen zullen worden berekend, dan moet de Bank
hem dit bevestigen. Doet zij het niet, dan staat deze af
spraak, die de rechten en verplichtingen van partijen
wijzigt, onvoldoende vast. De credietnemer heeft er geen
bewijs van, en dat moet hij toch hebben. Wordt met hem
afgesproken, dat zijn crediet elk jaar met een bepaald
bedrag zal worden verminderd, dan zal de Bank van
hem moeten eischen, dat hij zulks haar schriftelijk be
vestigt. Immers anders heeft de Bank geen bewijs, hoe
wel toch ook deze afspraak van belang is.
Nimmer moet men „gemoedelijk" zijn ten aanzien van
formaliteiten, die voorgeschreven zijn. Wanneer voor het
bijeenroepen van een algemeene vergadering een termijn
van zeven dagen is voorgeschreven, moet men niet den
ken: nu ja, zes dagen is ook lang genoeg. Ten aanzien
van formaliteiten moet men nu eenmaal formeel zijn;
daar zijn het formaliteiten voor! Het verzuim van forma
liteiten is nooit goed te praten.
Ook moet men maar spreekt dit niet vanzelf?
steeds stipt de hand houden aan wettelijke voorschriften.
Onzerzijds wordt getracht de Boerenleenbanken vol
doende op de hoogte te brengen en te houden van de
wettelijke voorschriften, waarmede zij te maken hebben.
Toch blijkt ons nu en dan, dat men het daarmede wel
eens minder nauw neemt (b.v. wanneer het betreft het
plakken van zegeltjes). Wij moeten ook hiertegen waar
schuwen. De wet moet worden nageleefd, en niet-nale-
ving kan slechte gevolgen .veroorzaken.
Gelukkig kunnen wij constateeren, dat de Boerenleen
banken zich, wat zakelijkheid betreft, op den goeden weg
bevinden. Zonder twijfel is dit niet in de laatste plaats
te danken aan het onvermoeide werken der Inspectie,
die niet heeft geaarzeld erop te wijzen, dat de zaken,
zakelijk behandeld moesten worden. Dit was dikwijls een
weinig aangename taak; iemand, die aanmerkingen van
formeelen aard maakt, wordt zoo licht uitgemaakt voor
pietluttig en formalistisch! Maar al was de taak niet
steeds aangenaam, nuttig was zij wel. En ten slotte toch
ook wel dankbaar, want de resultaten zijn duidelijk merk
baar.
Intusschen, het is nog geen tijd om op onze lauweren
te rusten. Bij vele Banken zijn gemoedelijkheid en zake
lijkheid in het juiste evenwicht, maar bij andere is de
gemoedelijkheid nog te overheerschend. Laten deze het
evenwicht ook trachten te vinden! Het zal ons coöpera
tieve landbouwcrediet het ideaal der volmaaktheid dichter
doen benaderen!
WAARSCHUWING.
Een onzer Boerenleenbanken deelde ons mede, dat in haar
ressort weer werd gewerkt door enkele instellingen, die de
menschen „gelukkig" maken met premie-loten, waarvoor
natuurlijk veel te veel wordt betaald. Wij kregen een koop
contract onder oogen, op grond waarvan de kooper tegen be
taling van 450.(a contant 405.premie-loten ont
ving, die omstreeks half Juli j.1. ter beurze te koop waren
voor een totaalbedrag van ruim 100!! De verkoopster
(haar naam verdient hier met eere te worden vermeld) was
het Algemeen Assurantiehuis „Fortuna", gevestigd te
Enschedé, Broekheurnerstraat L 18 (Directeur de WelEdele
Heer E. W. M. Heinink). Ter wille van de billijkheid moe
ten wij hieraan toevoegen, dat ons door dezen Heer Heinink
(die onzerzijds over de zaak werd onderhouden) werd ver
zekerd, dat hij de loten zelf had gekocht voor ongeveer
160.Laten wij aannemen, dat dit juist is (wij gelooven
het wel niet direkt, maar wij kunnen het niet controleeren),
dan blijft het feit bestaan, dat de kooper een véél te hooge
prijs betaalt.
Voor de zooveelste maal waarschuwen wij tegen het
aangaan van transactie's met dergelijke instellingen. Wij
hopen, dat elke bestuurder en elke kassier, ieder in eigen
omgeving, deze waarschuwing zullen doorgeven. Men zal
daarmede een goed werk doen.
Wanneer zullen onze boeren leeren zich het zuur ver
diende geld niet uit den zak te laten kloppen door wel
bespraakte „heeren"? Wanneer zullen zij zoo wijs worden
geen geloof meer te hechten aan hun schoon klinkende
beloften? Wanneer zullen zij zoo wijs worden bij een
betrouwbaar persoon inlichtingen te vragen voor zij op
hun fraaie aanbiedingen ingaan, en niet eerst daarna,
wanneer het te laat is?
Laat elke Boerenleenbank in haar kantoor een met duide
lijke letters geschreven waarschuwing ophangen, waarbij
wordt aangeraden betrouwbaar en deskundig advies te vragen,
alvorens men overgaat tot het koopen van premie-obligaties