90
DE RAIFFEISEN-BODE.
Notulen vorige vergadering.
De Voorzitter stelde thans aan de orde de notulen
der vorige vergadering. Niemand had hierop eenige op-
of aanmerking" te maken; zij werden zender hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
Rekening en verantwoording door het Bestuur
over 1930 en voorstel ten opzichte van de
gemaakte winst over 193°-
De Voorzitter stelde vervolgens aan de orde de reke
ning en verantwoording over 193°; bestaande uit de ba
lans en de verlies- en winstrekening met toelichtingen,
voorkomende in het jaarverslag. Niemand verlangde hier
over het woord, waarop de rekening en verantwoording
zonder hoofdelijke stemming werd goedgekeurd.
Ditzelfde geschiedde met het voorstel omtrent de ge
maakte winst, welk voorstel was opgenomen op blz. 14
van het jaarverslag.
Rekening en verantwoording van het Onder
ling Waarborgfonds over .1930.
De vergadering trad vervolgens op als Algemeene
Vergadering van het Onderling Waarborgfonds, en
keurde in die. hoedanigheid de rekening en verantwoor
ding van dit fonds, voorkomende op blz. 21 van het
jaarverslag der Centrale Bank, goed.
Verkiezingen.
De Voorzitter stelde hierna aan de orde dé verkiezing
van twee leden van het Bestuur (vacatures Baron van
Ittersum en wijlen Baron van Hugenpoth tot Aerdt),
van drie leden van den Raad van Toezicht (vacature s
Eriks, Bierema en Lindenbergh) en van twee plaatsver
vangende bestuursleden.
De afgevaardigde van den Ring de Graafschap deed
naar aanleiding van dit punt het verzoek, dat voortaan
aandacht zou worden geschonken aan een betere ver
deeling van de zetels in den Raad van Toezicht, hetwelk
door den Voorzitter werd toegezegd.
De Voorzitter benoemde verschillende stembureaux en
beapalde, dat de stemmingen zouden plaats hebben in
de pauze.
Voorstel 0111 te besluiten over te gaan tot de
vorming van een kapitaal ter tegemoetkoming
aan de Boerenleenbanken in de schade, ont
staan door de bijzondere tijdsomstandigheden.
Dit voorstel luidde als volgt:
Er zal jaarlijks, gedurende 8 jaren, voor het eerst
in het jaar 1931, van de leden eene heffing plaats
vinden, groot Va Per mille van den debetstand van
voorschotten en credieten, per 31 December bij deze
voorkomende en met een maximum-bijdrage van
f 3000.per jaar, zulks tot vorming van een kapi
taal ter tegemoetkoming aan de Boerenleenbanken
in de schade, ontstaan door de bijzondere tijdsom
standigheden.
Voor de eerste maal zal gerekend worden naar,
den stand op 31 December 1929 en zoo vervolgens.
Deze extra-bijdragen zullen door de Centrale Bank
worden geboekt onder een afzonderlijk hoofd, ge
naamd: Kapitaal voor bijzondere doeleinden".
De Centrale Bank zelve voegt bij dit kapitaal ge
durende 5 jaren een bedrag, groot f 100.000 per jaar.
Bij afzonderlijk reglement worden de regels vast
gesteld voor het beheer van en de beschikking over
deze gelden.
De Voorzitter lichtte dit voorstel toe, erop wijzende,
dat het allerminst voortspruit uit een gevoel van zwakte,
doch alleen uit den wensch, om tegen mogelijke onvoor
ziene gebeurtenissen gewapend te zijn.
De Voorzitter bracht tegelijk het ontworpen reglement
op het beheer van en de beschikking over bedoeld kapi
taal in bespreking. Hij deelde mede, dat het Bestuur, ter
tegemoetkoming aan geopperde bezwaren, de volgende
veranderingen in dit reglement voorstelde: in artikel^ 3
schrapping der woorden: „een vierde gedeelteniet
meer dan"; in art. 5 vervanging van de woorden „voor
31 December" door de woorden „binnen den termijn, bij
besluit der Algemeene Vergadering nader vast te stellen";
in art. 8 1936 te vervangen door 1938 en toe te voegen
„of zooveel vroeger als op voorstel van het Bestuur door
de Algemeene Vergadering zal worden bepaald".
De afgevaardigde van den Ring „De Graafschap'
somde eenige bezwaren op, die bijna unaniem door de
Banken van zijn ring werden gevoeld, en die deze Ban
ken zouden noodzaken tegen het voorstel te stemmen.
De afgevaardigde van Jisp steunde het voorstel, erop
wijzende, dat het in overeenstemming is met het Raif-
feisen-beginselallen voor één en één voor allen. Hij be
pleitte echter een berekening der bijdragen naar mate
van ieders reserve.
De afgevaardigde van Borculo verklaarde zich tegen
het voorstel, in de eerste plaats omdat het z.i. onvol
doende was toegelicht, in de tweede plaats omdat iedere
Bank aansprakelijk moet blijven voor haar, eigen credie
ten. Hij was ook tegen eiken dwang, en vroeg zich
af of de locale Banken aan een besluit der Algemeene
Vergadering te dezer zake gebonden zouden zijn.
De afgevaardigde van Lichtenvoorde wenschte een ver
andering in art. 5 van het reglement (de uitkeering zou
moeten plaats hebben over posten, tot stand gekomen
vóór een door de Algemeene Vergadering te bepalen
datum) en stelde voor eerst over het reglement en daarna
over het voorstel tot vorming van het kapitaal te stem
men.
De Voorzitter antwoordde op de te berde gebrachte
bezwaren van principiëelen aard het volgende. Ook in de
gemengde bedrijven, zooals die in de Graafschap voor
komen, wordt de toestand moeilijker. Ook voor de Ban
ken in deze streek zal het kapitaal voor bijzondere doel
einden dus wellicht van eenig nut kunnen zijn. De saam-
hoorigheid in onze organisatie, het coöperatieve beginsel
eischen dat de leden onzer organisatie leden van één
groot gezin elkander in deze moeilijke tijden bijstaan,
wanneer dit noodig mocht zijn. Wat de vraag betreft;
of de locale Banken aan een hier tot stand te komen
besluit gebonden zijn, wanneer dit besluit tot stand komt
op de wijze, voorzien bij de statuten, is het rechtsgeldig,
en de locale Banken zijn aan de rechtsgeldige besluiten
der Algemeene Vergadering zeer zeker gebonden.
In tweede instantie spraken nog de afgevaardigden
van Soest, Hellendoorn, Joure en Borculo. Eerstge
noemde beval de aanneming van het voorstel aan. De
afgevaardigde van Hellendoorn bracht naar voren, dat
zijn Bank in een eenigszins bijzondere positie verkeert,
daar zij nogal eens kleine voorschotten verleent aan niet-
leden, betrokken bij de textielindustrie.
De afgevaardigde van den Ring Joure bepleitte schrap
ping van het maximum van f 3000.voor de bijdragen
der locale Banken.
De afgevaardigde van Borculo bracht nog een en ander
in het midden naar aanleiding van het door den Voor
zitter gesprokene.
De Voorzitter voerde hierna weder het woord. De af
gevaardigde van Jisp beantwoordende, verklaarde hij
diens wensch omtrent de berekening der bijdragen niet
aannemelijk.