r I I °/o I I °/o I °/o I °/o I °/o I I I °/o A DE RAIFFEISEN-BODE. |l/2 O/o I 2 0/0 t/s '2 O/o 5 °/o I °/o O/o /j :/s °/o Ó/o p o/o o/o ra O/o I's o/o I o/o I j O/o Nederland 1922 Nederland 1918 Nederland 1919 Nederland 1916 Nederland 1917 Nederland 1916 Ned. Indië 1922 A Ned. Indië 1922 B. C. Ned. Indië 1921 G Ned. Indië 1921 D Ned. Indië 1923 C Ned. Indië 1915 Ned. Indië 1916 Ned. Indië 1917 Ned. Indië 1923 A Ned. Indië 1923 B Ned. Indië 1926 Ned. Indië 1929 Ned. Indië 1930 Amsterdam -1930 Amsterdam 1930 Den Haag 1930 Den Haag 1929 Rotterdam 1930 Rotterdam 1926/30 Grondkapitaalbank Grondkapitaalbank Staatsspoor 1931 Staatsspoor 1926 VAN HEINDE EN VER. 15 April 25 April 102 IOI UIT DE VEREENIGDE STATEN. III. i) gewone houding van den Engelschen boer tegen- 1 de methode's van de industrie is, dat deze hem aangaan; deze houding wordt echter niet in de Ver- pigde Staten gevonden. ntegendeel, daar tracht de landbouwer de succesvolle Jinselen der stedelijke industrie toe te passen op den fibouw. Hij beschouwt het landbouwbedrijf als een ■adel om geld te verdienen („making money") en pro- gt rt elk middel dat maar tot geld verdienen kan leiden Engeland wordt het landbouwbedrijf beschouwd als ji middel om behoorlijk te kunnen leven, en de meer Pgename kant van het leven wordt ook op de boerderij Bocht en gevonden. De Amerikaansche boer kijkt in i'1 rj'lleen ec^el naar een renteniersleventje in de |d Hij besteedt derhalve niet zulk een aandacht aan uiterlijk van zijn boerderij en land als de gewoonte |n Engeland. Het eigenlijke doel, dat de "Engelsche nastree't, maakt hem conservatief in de praktijk en |tkt hem gehecht aan zijn land, terwijl het doel van den jerikaanschen boer hem doet open staan voor elke |m igheid, waardoor hij geld kan verdienen; zijn zwak 1 iet stadsleven, dat voor hem de aangename kant net leven vertegenwoordigt, maakt hem des te meer |Wij vervolgen hier de vertaling van een gedeelte van een ItV' in weern a,rt'k,el over -Coöperatie in de Vereenigde f ondl fï Jaarb,oek '9-11 van de Horace Plunkett-Stichting |n Bod') verscheen 111 de voritte aflevering van de Raif- geneigd de methode's, die de stedelijke industrie hebben doen slagen, te bestudeeren. Om deze reden zijn de Amerikaansche boeren het er algemeen over eens, dat samenwerking in de productie en concentratie van de verkoop voor het landbouwbedrijf vereischt zijn. Alleen over dc methode hiervan bestaat geen eenstemmigheid, terwijl men in Engeland het over de vereischten zelf nog niet eens is. De Amerikaansche boeren zien, dat de in- dustriëelen en de handelaren meer en meer samenwerken om de productie in overeenstemming te brengen met de vraag, en hun verkoopen zoo inrichten, dat zij het meeste voordeel opleveren. Slechts langzaam dringt het tot de boeren door, dat de verschillen tusschen de productie op het platteland en in de s'ad een bijz ndere organ sat e v: rmvo r het platte land noodig maken. Het gebruik van de naamlooze vennoot schap als organisatie-vorm op het platteland heeft steeds geleid tot controle van het aandeelenkapitaal door een paar aandeelhouders of door aandeelhouders-niet-boeren, en derhalve tot een herhaling van dien toestand, waaraan de boeren juist probeerden te ontsnappen. Langzamerhand wint de overtuiging veld, dat de orga nisaties der landbouwers haar zwaartepunt moeten vinden in de financiëele controle door de producenten (land bouwers) en in de belooning van iedere producent in overeenstemming met zijn bijdrage in de productie; zulk een organisatie beteekent coöperatie. Coöperatie wordt thans^ algemeen aanvaard als het middel om dezelfde contröle over de productie en de verkoop te verkrijgen, die de stedelijke industrie heeft bereikt. Men pleegt de coöperatie met te waardeeren als een middel om elkander te dienen en tot sociale vooruitgang. Zij wordt beschouwd als een middel om meer winst te behalen, en het succes van een coöperatie wordt dan ook alleen beoordeeld

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1931 | | pagina 7