GEEN HULP, DOCH VERZWARING VAN ZORGEN DE RAIFFEISEN-BODE. 77 o/0 Nederland 1922 0/0 Nederland 1918 0/0 Nederland 1919 140/0 Nederland 1916 'J2 0/0 Nederland 1917 0/0 Nederland 1916 0/0 Ned. Indië 1922 A S 0/0 Ned. Indië 1922 B. C. 0/0 Ned. Indië 1921 G |/2 o/o Ned. Indic 1921 D 0/0 Ned. Indië 1923 C 0/0 Ned. Indië 1915 0/0 Ned. Indië 1916 0/0 Ned. Indië 1917 0/0 Ned. Indië 1923 A 0/0 Ned. Indië 1923 B I/2 0/0 Ned. Indië 1926 1/g o/o Ned. Indië 1929 14 o/0 Ned. Indië 1930 I o/0 Amsterdam 1930 1/2 0/0 Amsterdam 1930 o/o Den Haag' 1930 4 o/0 Den Haag 1929 0/0 Rotterdam 1930 Rotterdam 1926/30 4 °/o Grondkapitaalbank I o/o Grondkapitaalbank 0/0 Staatsspoor 1931 f °/o Staatsspoor 1926 UIT ONZE BOERENLEENBANKEN. Aalsmeer, 11 Maart 1931. Aan de Redactie van de ..Raiffeisen-Bode". I de Red., ■Uw artikeltje 111 het Maartnummer van de ..Raiffeisen- lode" ,,Een verandering in de credietacte's", geeft mii Inleiding," mede te deelen, op welke wijze bij ons die rovisie wordt berekend. I De rente van voorschotten en credieten in loopende Ikening is gelijk, doch bij de laatsten wordt een achtste recent provisie berekend over het totaal van de debet- edragen, dus met inbegrip van het beginsaldo. Dus altijd de eindtelling van de debetzijde. Daarmede bereikt men hetzelfde wat met de door U porgestelde verandering wordt beoogd, alleen met dit jrschil, dat iemand die veel met zijn crediet werkt, be- ilve van de voor hem uitbetaalde bedragen, ook van :t beginsaldo de provisie betaalt. Voor hem zal dat Ihter in den regel slechts weinig gewicht in de schaal Iggen, terwijl overigens die provisie kan worden be- Ihouwd als een klein renteverschil met de vaste voor- Ihotten, hetgeen m.i. alleszins billijk mag worden ïacht. Indien deze methode bij U genade vinden kan, zou larmede bij het drukken der nieuwe formulieren mis kien nog rekening worden gehouden. Hoogachtend, W. M. VAN DER ZWAARD, Kassier. 2 Maart 16 Maart 31 Maart 1 °3 16 103V16 102-/(g 100' 8 100 ioo'/2 10U/4 IOI5/, 102 7/g 102 '6/,6 I023/6 102 7/g 103 102 '3/,6 »°',5/l6 IOI IOI '1/,q 1013/4 IOI '3/6 IOI7/, ioU/g ioU/8 102 103 '3/ir> 104 I04 '01"/,e 1 0 I IQ IOI"/,6 •°'V2 IOI"/,6 'OI9/, 6 io;'/B IOI IOI Va 1013/s IOI ioi'/4 IOlS/g IOI 10'Vl. IOI9 16 IOI '/2 I92 8 100 I003/8 IO°3/g 9SV2 9 87/1 e 98-/2 98 9 B3/, 98'/, 98-/2 99''j 99"/,, 98'/8 93' 8 98'/, 'O' 'I, 10U/2 102 99 99'/2 997/, 'O'3/, 102 3/4 ioi'/2 9"3/4 97s/s 9 7s 8 IOI IOI '/8 'co3/4 IOI IOI IOI 101-/2 101-/2 IOI1/, 99 3/8 993/8 993/s '02-/2 102 I02 Noot der Redactie. De methode door de bank Aalsmeer toegepast, kan zeer zeker genade vinden, mits de rente voor voorschot ten en credieten gelijk is. Bij meerdere banken is het echter reeds gebruik voor credieten een hoogere rente te vragen dan voor voor schotten. I11 deze gevallen zou men door de toepassing- van bedoelde methode wel wat onbillijk zijn tegenover credietnemers. De Boerenleenbanken gaan een zqrgvollen tijd tege moet. De jaren dat de spaargelden mildelijk vloeiden, zijn voorbij, en het zal gaan voorkomen dat vroegere spaarders moeten aankloppen 0111 crediet of voorschot. En welke Bank zal dan niet al het mogelijke willen doen om zulke leden te helpen? Ook zou het strekken tot verlichting van den Boeren stand, wanneer de debet-rente kon worden verlaagd. En onze Besturen zullen zeker niet nalatig zijn, om die mo gelijkheid te overwegen. Doch er zijn verschillende factoren, welke die ver laging mogilijk maken. In de eerste plaats is de lage geldkoers oorzaak, dat de Banken aan hun te goed bij de Centrale schade heb ben. en niet zooals vroeger daarvan nog een niet te ver smaden winstje maken. Daar kon de Centrale niets aan doen. Zij vergoedt in vergelijking tot den geldkoers zelfs nog een hooge rente. In de tweede plaats is het zaak, dat de Banken hun winstcijfer op peil houden met het oog op posten die „verrassingen" kunnen brengen. 4

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1931 | | pagina 5