ALGEMEENE VERGADERING DER CENTRALE BANK. ALGEMEENE VERGADERING DER GRONDKAPITAALBANK. REDACTIONEEL GEDEELTE. TEEKENEN „PER ORDER". Mo. 10 APRIL 1931 Zestiende Jaargang DE RAIFFEISEN-BODE Verschijnt den eersten van iedere maand. Abonnement f 0.50 per jaar. Losse nummers 10 Cent, franco per post. OFFICIEEL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT Redactie en Administratie KR. NIEUWE GRACHT 29 UTRECHT. Tel. Interc. 15867 1 INHOUD a. Mededeel ingen: i. Centrale Ring- lergadering. 2. Algemeene Vergadering Centrale Batik. 3. Algemeene Vergadering Coöp. Grondkapi- jaalband. 4. Handboekje. b. Redactioneel Ge lee I te. 1. Teekenen „per order". 2. Waarom moet lelt plaatselijke Boerenleenbank bij een Centrale Bank lijn aangesloten? 3. Van Heinde en Ver. (Uit de l'ereenigde Staten). 4. Geld- en Effectenmarkt. I. Uit onze Boerenleenbanken. 1. Ingezon den door W. M. van der Zwaard, kassier Aalsmeer. 2 Geen hulp, doch verzwaring van zorgen, ingezonden ■oor F. de Jong, kassier Lexmond, met noot der Re- lactie. 3. Ingezonden door J. A. Busé, kassier Har- dinxveld. d. Adv.ertentiën. MEDEDEELINGEN. CENTRALE RINGVERGADERING. I De Centrale Ringvergadering zal worden gehouden lp 14 April a.s., des voorniiddags 11 uur, in het Gebouw er Centrale Bank. De algemeene vergadering der Centrale Bank zal lorden gehouden op Donderdag 28 Mei a.s., des voor- liifldags 11 uur in het Gebouw Tivoli te LTtrecht. De algemeene vergadering der Coöp. Grondkapitaal- iank zal worden gehouden op Woensdag 27 Mei a.s., les namiddags te 2 uur in het Gebouw voor Kunsten 11 Wetenschappen te Utrecht. HANDBOEKJE. Ter laatst-gehoaden Centrale (Huishoudelijke) Ring- ergadering werd besloten over te gaan tot de uitgave au een tweeden druk van het sedert December 1929 testaande Handboekje. Oorspronkelijk lag het in de bedoeling de verschil- ende wijzigingen in dat Handboekje kwartaalsgewijze >p te nemen in ,,De Raiffeisen-Bode" en,_zooals bekend, lerscheen in dit verband bij het April- en Julinummer »an ons Orgaan eene opgave van wijzigingen. Deze op gaven moesten evenwel met het oog op de daaraan ver tonden kosten worden gestaakt. De wijzigingen, welke >ns sedert de laatste opgave bereikten, werden door ons genoteerd, zoodat hiermede reeds rekening kan worden gehouden bij den herdruk. Vermoedelijk zal het tweede Handboekje verschijnen legen 1 Juli 1931Deze datum werd gekozen, opdat dan rekening zal kunnen worden gehouden ondermeer met de verschillende wijzigingen in Besturen en Raden van Toezicht der Boerenleenbanken, welke veelal in hoofd zaak plaats vinden gedurende de periode der Algemeene V ergaderingen. Wijzigingen ook in Ringbesturen of vertegenwoor diging ter Centrale Ringvergadering voor het Hand boekje, welke nog niet bij de Centrale Bank bekend zijn, worden derhalve reeds nu gaarne ingewacht. Even- tuëele bestellingen voor de nieuwe uitgave kunnen worden ingezonden. Tenslotte wordt verzocht wijzigingen en/of bestel lingen bij afzonderlijk schrijven op te geven en de aan- teekeningen betreffende het Flandbóekje dus niet te plaatsen bij verdere correspondentie aan de Centrale Bank te richten. Het gebeurt wel eens, dat een zoon of buurman van een credietnemer bij den kassier komt, en zegt, dat- hij door den credietnemer is gestuurd om een zeker bedrag te halen, en dat hij hiervoor wil teekenen „per order". De kassier heeft niet de minste reden om de betrok ken personen te wantrouwenzelfs kent hij ze als zeer betrouwbaar en eerlijk. Het is dus niet gemakkelijk voor hem om te weigeren het gevraagde bedrag uit te be talen immers dat staat alsof hij denktik vertrouw jullie toch eigenlijk niet! Het is dan ook niet te ver wonderen, dat de kassier niet steeds aan de verleiding- weerstand kan bieden om het gevraagde uit te betalen en met een „per order" geteekende kwitantie genoegen te nemen. Het is zoo verleidelijk om de zaken gemoe delijk te behandelen, en het is zoo vervelend om formeel te moeten zijn! Toch is zulk een handelwijze onjuist. Er is risico voor de Bank aan verbonden. Dat staat buiten twijfel. De credietnemer kan later wel eens ontkennen, dat hij aan zijn zoon of buurman opdracht heeft gegeven 0111 het geld te halen, en dat dit geld aan hem is afgedragen. Om het terug te kunnen vorderen, moet de Bank be wijzen, dat hij de opdracht wel heeft gegeven. Maar hoe kan zij dat bewijzen, als er geen schriftelijk stuk is? Voldoende getuigen zijn er natuurlijk niet te vinden. Men kan den credietnemer den eed opdragen, maar het resultaat daarvan zal ook wel nihil zijn. Met vrij groote zekerheid kan worden gezegd, dat de Bank er niet in zal slagen het door den zoon of buurman gehaalde be drag van den credietnemer terug te krijgen, wanneer deze laatste ontkent, dat hij opdracht tot het halen van dat bedrag heeft gegeven. Met dit risico voor oogen zal een verstandig kassier geen genoegen nemen met een kwitantie „per order", als deze order niet blijkt uit een door den credietnemer

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1931 | | pagina 1