DE RAIEFEISEN-BODE.
.55
in het midden van het jaar reeds renteverlaging in uit
zicht werd gesteld. Dat daaraan, zoo zeide hij, in he.t
Boopende jaar geen gevolg werd gegeven, mag zeker
wel een daad in het belang der aangesloten banken
worden geacht, waarvoor we de Centrale Bank ten zeerste
dankbaar moeten zijn. Gezien de aanhoudend lage geld
markt, kon de hooge rentevergoedingniet bestendigd
blijven. Immers ook de Centrale Bank heeft te zorgen,
dat de reserve's behoorlijk worden aangevuld.
Door een te hooge rente uit te keeren zou ze zich
aan het gevaar blootstellen dat het jaarlijksche over
schot niet zoodanig was, dat de vereischte versterking
van het reservefonds kon plaats hebben.
En zulks zou niet in het belang zijn van onze centrale
credietorganisatie.
Aldus vooropstellend, dat allen het hierin met hem
eens zouden zijn, kwam de inleider aan 't punt, waaróver
hij feitelijk spreken wilde, n.1. meerdere uniformiteit in
de rentevergoeding.
Hij stelde de vraag of het, nu de boerenleenbanken
toch tot rentewijziging zouden moeten overgaan, geen
aanbeveling zou verdienen onderling overleg te plegen.
Het zou moeilijkheden opleveren om tot een bepaald
resultaat te komenv *maar voorop moet staan, dat men
de zaak moet bekijken en overwegen vanuit organisa
torisch standpunt en niet staande op een eng, pietlut-
te r i g standpunt uitsluitend gebaseerd op het directe
belang van de eigen locale bank.
Ziet men uitsluitend de eigen bank, dan is het wel
zeer moeilijk tot overleg te komen. Immers de positie
van aangrezende banken kan zelfs zeer verschillend zijn.
Bij bank A kan de credietbehoefte grooter zijn dan
bij bank B, zoodat de eerste weinig depót heeft in
Utrecht en zelfs dikwijls van het crediet bij de Centrale
zal gebruik moeten maken, terwijl de tweede doorloo
pend een groot depót heeft bij de Centrale. De eerste
zal er al spoedig toe geneigd zijn een tamelijk hooge
rente uit te keeren aan spaarders, omdat ze bijna steeds
het volle bedrag bij debiteuren heeft uitstaan.
De andere kan niet teveel afwijken van de rente der
Centrale op straffe van verlies te maken, althans te
weinig over te houden.
Nog andere schakeeringen zijn er en nog andere moei
lijkheden.
Zoo kan de eene bank, wil ze de sjraargelden niet gaan
verdrijven, rekening mooeten houden met de rentever
goeding van andere spaarbanken in dezelfde plaats, ter
wijl de andere geen „concurrentie" heeft.
Die moeilijkheden zijn echter niet van dien aard, dat
gemeenschappelijk overleg moet worden uitgeschakeld en
iedere bank maar haar rente vaststelt zooals haar goed
dunkt, zonder ook maar eenigszins rekening te houden
met haar zuster-instellingen.
Als er een wil is, is er een weg.
Voorop moet staan, dat men van goeden wil is en de
naburige banken niet beschouwt als concurrenten, maar
inderdaad als zuster-instellingen, zoodat niet de een tegen
den ander wordt uitgespeeld.
Geen hooghartigheid bij eventueel overleg, geen naijver
of persoonlijke voor- of nadeelen op den voorgrond
schuiven. Wederzijdsch vertrouwen, goede wil tot loyale
medewerking zijn allereerste vereischten.
Tot zoover zeer verkort het verslag van de inleiding.
Na deze inleiding volgde een zeer 'geanimeerde dis
cussie, 'waaruit de wil tot samenwerking en overleg op
dit punt duidelijk werd.
De Redactie kan hierbij aanteekenen, dat het practisch
resultaat der inleiding en der discussie was, dat een week
na de vergadering een vijftal banken in 't zelfde rayon
een bespreking hebben gehad en na onderling overleg de
rente 'hebben vastgesteld.
Wij juichen dit overleg zeer toe. In meerdere Ringen
is op" initiatief van enkele boerenleenbanken deze kwestie
ter sprake gekomen. Hoewel wij begrijpen, dat unifor
miteit in de rentevergoeding voorloopig wel een ideaal
zzal blijven (dat echter waard is nagestreefd te worden),
begint men toch meer en meer in te zien, dat de onder
linge „concurrentie" slechts schade kan beteekenen voor
de goede zaak.
Aan de Besturen der Banken in Noord-
Holland.
Mijne Heeren!
Indien het courantenbericht juist is en aan de nood
lijdende akkerbouwers onder garantie van provincie en
gemeente credieten kunnen worden verstrekt tot een
maximumbedrag van f140.per H.A., dan meen ik
goed te doen een waarschuwend woord te schrijven. Het
slechtst zijn er natuurlijk aan toe die menschen, die leven
moeten van 2 a 3 H.A. en voor dezen is een dergelijk
crediet beslist onvoldoende: 20 cent jrer roede aan kunst
mest is al zeer krap gemeten. Bovendien deugt het sy
steem niet. Ja, men krijgt kunstmest, maar zou dit anders
niet aangeschaft kunnen worden? Solide, eerlijke, ar
beidzame tuinders hebben het hier altijd nog gekregen en
op plaatsen waar men de tuinders wil helpen, zal dit
ook thans wel gaan. Maar, en hierop wil ik vooral den
nadruk leggen, indien ook de hulp van Uw bank wordt
ingeroepen, lees dan vooraf goed de door de provincie
verstrekte schuldbekentenis. In de oude stond n.1., dat
deze schuld preferent is, m.a.w.: indien een voorschot bij
een bank loopt, waarop anders trouw wordt afgelost, mag
dit nu niet meer geschieden vóór de schuld met provin
ciaal crediet is afgelost. Op zoo'n manier wordt de risico
voor de jrrovincie al zeer klein en vergroot die van de
oude borgen.
D. DE VRIES, kassier Oostwoud.
NOOT DER REDACTIE. Indien wij wel zijn inge
licht, zullen de voorwaarden, waarop de provincie zich
garant zal willen stellen, niet inhouden de „preferentie",
waarojr de geachte inzender doelt. De Centrale Bank
heeft zich tegen deze „preferentie" verzet.
Overigens stemmen wij in met de waarschuwing, die
de geachte inzender doet hooren. Men zal van de garantie
van provincie en gemeente natuurlijk niet gebruik moeten
maken om te hooi en te gras credieten te gaan verleenen.
Men zal, evenals tot dusver, wel degelijk moeten uitkiezen
hen, die een voorschot of crediet waard zijn.
In het volgend nummer hopen wij de voorwaarden,
waarop de provincie zich garant zal stellen, te kunnen
publiceeren.
HAGELSCHADE ZEVENBERGEN.
(Laatste verantwoording.)
Vorige verantwoording November-nummer f 1110.
Sedert werd nog in dank ontvangen van:
Boerenleenbank te Sloterdijk 5°-
Muiderberg 10.
Totaal f 1170.
En hiermede wenschen wij de inzameling te sluiten,
voor de diverse bijdragen namens de getroffenen h a r-
t e 1 ij k dank zeggende.
Het Bestuur der Coöp. Boerenleenbank
„BOAZ" te Zevenbergen,
E. DE LINT, Voorzitter.
B. S. VOS, Secretaris.