UIT ONZE BOERENLEENBANKEN. DE RENTEVOET. 54 DE RAIFFE meer hebben om borg te worden, kunnen de Boerenleen banken haar bedrijf wel opheffen! Immers bijna alles drijft op borgtocht. En de borgtocht dient dus zoo aan trekkelijk mogelijk gemaakt te worden. Nu het juridische voordeel van het uitstelformulier. Dit komt ten bate van den schuldenaar. Immers de wet zegt, dat de borg dezen tot betaling kan noodzaken of tot bezorging van ontslag uit zijn borgtocht, als hij uitstel van betaling ontvangen heeft. Onnoodig te zeggen, dat' zulks den schuldenaar in een zeer lastig parket kan bren gen. Het uitstelformulier voorkomt dit weer: de borg verklaart erin dat hij met het uitstel genoegen neemt. Het bewijst dus ook den schuldenaar goede diensten. Het is dus in het belang van ons landbouwcrediet, dat het uitstelformulier gébruikt wordt. Omdat het in het belang is van borgen en schuldenaren. En daarom ook in het belang der Banken zelf! Wij voegen hieraan nog toe, dat de borg door aan den schuldenaar toegestaan uitstel niet van zijn borgtocht- wordt ontslagen, ook wanneer dit üitstel hem niet wordt medegedeeld. Het gebruik van het verlengingsformulier' is dus voornamelijk gewenscht ten behoeve van deni borg. Indirect echter zooals boven is aangetoond - komt het ook ten bate van de Boerenleenbank. De Redactie ontving afschrift van onderstaand schrij ven aan het Bestuur der Centrale Bank, met het verzoek om het in ons blad te plaatsen. Aan het Bestuur van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank Utrecht. Mijne Heeren, Het Bestuur en de Raad van Toezicht der Boerenleen bank te Beneden Knijpe deelen met dezen mede, dat zij met groot genoegen kennis hebben genomen van Uw besluit tot invoering eener renteverlaging ingaande t Januari a.s. Waar toch de landbouwende bevolking een zeer moei lijke economische crisis heeft door te maken en dienten gevolge niet dan ten koste van groote opofferingen aan haar financiëele verplichtingen kan voldoen, daar mag het een geluk genoemd worden, dat aan deze crediet- behoevende groepen die lasten van rente-betaling iets gemakkelijker gemaakt kan worden. Het wil ons Bestuur voorkomen, gezien de verdere toe lichting in Uw schrijven, waarin Uw Bestuur bijzonder betreurt de lagere rentevergoeding aan de spaarders, niet gevoeld wordt het groote belang, dat onze in moeilijkheden verkeerende geldnemers, bij eene lagere rentestandaard hebben. Het valt toch zeer zeker niet te ontkennen, dat met een dergelijke inzinking, de cre diteur in een heel wat gunstiger positie verkeert, dan de debiteur: de waarde der bezittingen gaat belangrijk naar beneden, terwijl daartegenover de koopkracht van het geld veel grooter wordt. Het is dan ook om bovengenoemde redenen, dat ons Bestuur niet met Uw advies kan meegaan om het ver schil tussch-en debet- en creditrente te vergrooten, in tegendeel, ons Bestuur heeft besloten de rente voor credit op 3.25 o/0 te bepalen en voor debet op 4 0/0 om daar mede zooveel mogelijk onzen geldnemers tegemoet te komen, zonder de reserve-vorming belangrijk tegen te houden. Waar onze Boerenleenbanken in 't belang van onze credietbehoevende plattelandsbevolking zijn opgericht,- I SE NB ODE. j daar dient naar onze meening gestreefd te worden naai een zoo laag mogelijken rentestandaard, speciaal in tijden van crisis, mede omdat een laag rente-type de lustl tot het aankoopen van vastigheden iets kan aanwakkeren., en dus indirect de positie onzer geldnemers sterker maakt Het wil ons Bestuur voorkomen, dat een laag rente type thans een groot ondernemers-, bank- en nationaal- belang is. Medewerking Uwerzijds in die richting heefl onze sympathie. Voor het Bestuur en Raad van Toe zicht te Beneden Knijpe, F. BILIJAM. Noot der Redactie. De geachte inzender I het niet eens met het advies in de bekende circulaire om het verschil tuschen debet- en creditcent te vergrooten Wij merken op, dat dit advies slechts gericht wasl aan het adres van die banken, waar dat verschil tq gering was om een behoorlijke reserve te vormen. Du niet aan dat van de bank te Beneden Knijpe, waar het!' vorig jaar de rente voor spaargelden 4 0/0 en die voo!r. voorschotten 5 0/0 was. Bij deze rentestandaard bleek;, voor die bank voldoende reservevorming mogelijk. Er zijn echter nog banken inzender kan het wel licht nauwelijks gelooven waar de rentevoet voor spaargelden slechts 1/4 0/0 tot 12 0/0 lager is, dan klif voor voorschotten en credieten. Dat er zich voor een dergelijke bank een mooie ge legenheid voordoet om de fout te herstellen behoeft geen uitvoerig betoog. Immers dit herstel is mogelijk door de spaargeld-rent te verlagen met V2 o/0.8/4 o/0 en die van voorschotten en credieten met 1/4 0/0V2 Hierdoor bereikt men het volgende: ie. De rente voor voorschotten en credieten wordt ver laagd, wat zeer in den smaak der debiteuren en ook van inzender zal vallen. 2e. De spaarder, de crediteur, die, zooals inzende opmerkt, in het algemeen thans in heel wat gunsti ger conditie verkeert dan menig debiteur, behoeft zich, hoewel de rente sterk verminderd wordt, nog niet te beklagen, daar de rentevergoeding, gezien de positie 001 de geldmarkt, nog zeer goed tc noemen is. 3e. De mogelijkheid om de reserve meer dan voor heen te versterken, wordt voor bedoelde banken- grooter. We vertrouwen, dat inzender na deze uiteenzetting, me de gewraakte zinsnede in de circulaire accoord kan gaan Of het echter goed is de rente voor debiteuren in het algemeen zoo laag te stellen als inzender wil, miedie omdat een laag rentetype de lust tot het aankoopen van vastigheden iets kan aanwakkeren, betwijfelen we. Is inzender er zoo van overtuigd, dat de positie var den geldnemer daardoor sterker wordt, ook in de huidige- omstandigheden met zoo wankele toe'komstkajnsen EENHEID IN DE RENTEVERGOEDING. Ovei dit onderwerp hield de kassier der Boerenleen bank te Ouderkerk a.d. Amstel, de heer Miermans, ir. de vergadering van den Ring Amsterdam, een kortie inleiding. Het Bestuur van den Ring verzocht ons naar aanlei ding van het gesprokene een verslag in de Raiffeisen! Bode te plaatsen, aan welk verzoek wij gaarne voldoen De geachte inleider begon met te veronderstellen, da alle aanwezigen den maatregel tot renteverlaging doo: de Centrale Bank konden billijken. Hij wees erop, dat de toestand op de geldmarkt sinds geruimen tijd daartoe reeds aanleitjing gaf, zoodat zelf-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1931 | | pagina 6