Advertentiën.
H. M. RUIJSENAARS Hzn.
A. E. J. DE WILDT.
46
DE RAIFFISEN-BODE.
UIT ONZE BOERENLEENBANKEN.
SPAARKASSEN.
Geachte Redactie
Ongeveer een jaar geleden kreeg ik op een avond bezoek
van een zekeren mijnheer M. uit Middelburg, die zich noemde
vertegenwoordiger voor geheel Zeeland van de Algemeene
Spaarverzekering (Motto: „Zilver zaad, gouden vrucht") en
me trachtte over te halen tot deelname in de loopende groep.
Er werd me op gewezen, dat de laatstuitgekeerde deelnemers
voor de gestorte f 1200.ieder 2300.hadden terug ont
vangen. Ik maakte er den heer M. op attent, dat op reëele
basis zulks onmogelijk moest zijn.
De heer M. spiegelde zelfs voor nieuwe deelnemers nog
gunstiger resultaten voor. Ik meende echter veiliger bij onze
boerenleenbank te kunnen sparen en behoefde daarbij niet te
hopen op overlijden of tusschentijdsch uittreden van mijn
mede-deelnemers.
Den volgenden dag had ik al weer bezoek, thans van een
mijnheer W., ook uit Middelburg, die zich eveneens vertegen
woordiger voor Zeeland noemde van dezelfde maatschappij.
Hij was vergezeld van een sub-agent. Weer werden alle po
gingen aangewend, me over te halen de gouden vrucht der
Hesperiden te plukken althans mijn „zilver zaad" te storten.
De vlieger ging echter bij mij niet op, ook niet, toen kort
daarop de eerste algemeene vertegenwoordiger weer kwam en
uitvoerige rekening en balans ter bestudeering achterliet.
Weldra bleek me, dat men bij andere leden onzer bank wel
succes gehad had. Een goede kennis was al eenige jaren deel
nemer en sprak de hoop uit, dat ondergeteekende en anderen
zouden toetredendan zou hij binnen afzienbaren tijd wel uit-
keering ontvangen. Hij had al eens getracht er uit te komen,
doch dan zou het uit te keeren bedrag ver beneden zijn ver
wachting hebben moeten zijn. Een andere kennis was pas
toegetreden, doch wilde er o zoo graag weer uit.
Langzamerhand kreeg ik er kennis van, dat het getal deel
nemers in mijn omgeving heel groot was. De beide (of drie)
vertegenwoordigers drongen nog sterk aan op uitbreiding
hoe meer deelname, hoe grooter uitkeering ieders deel zou
zijn.
En thans
We citeeren hier uit een circulaire, die deze maatschappij
dezer dagen tot de deelnemers heeft gericht
„Bij het nagaan der administratie is gebleken, dat de be
leggingen van verschillende spaarkassen niet voldoende ge
scheiden zijn gehouden en dat dientengevolge bij de afwikke
ling van vroegere spaarkassen te veel is uitgekeerd, hetgeen
natuurlijk niet meer terug te vorderen is. Verder zijn ver
schillende bedragen op de administratierekening gebracht,
welke mogelijk voor de spaarkassen belegd hadden moeten
worden, en waarover een verschil van meening met de Ver
zekeringskamer is ontstaan. De op aandringen van den nieuw
benoemden directeur aangestelde accountant is thans bezig
met het berekenen van de juiste bedragen, maar het is te
voorzien, dat tot herstel der gemaakte fouten, de reserves der
Mij., althans voor het grootste deel zullen aangesproken moe
ten worden, zoodat de balans over het volgend jaar veel min
der gunstig zal zijn dan de vorige."
Waar de Mij. een jaar geleden nog sterk ijverde voor
uitbreiding, waardoor, gezien de mooie voorspiegelingen, er
natuurlijk vele argeloozen ingevlogen zijn, deelt zij thans
mede, dat zij met een andere Mij. een accoord getroffen
heeft, waarbij een gedeelte van hare verzekeringen overge
dragen wordt. Deze andere Mij., dit dienen we er bij te zeg
gen, staat niet als slecht bekend, doch de gouden bergen, die
men zich voorgesteld heeft, zullen wel ,<in het verre verschiet
blijven, althans slechts heuveltjes blijken te zijn.
We zullen er hier niet verder over uitweiden, in hoeverre
de Algemeene Spaarverzekering, die toch ook voor een jaar
al wel nattigheid gevoeld moet hebben, geweten moet he"
dat er iets niet in den haak was, verkeerd heeft gedaan
zoo sterk op toetreden van nieuwe deelnemers aan te
gen en hare vertegenwoordigers, belust op winst, gee{
sterke verwijten doen, maar wel willen we de leden van
boerenleenbanken tot groote voorzichtigheid aansporen,1
niet te spoedig in te laten met allerlei financieele onderne'
gen, die in woord en geschrift dikwijls o zoo mooi schif
doch inderdaad al te vaak tot ontnuchtering voeren 1
het te laat is. Laat men vooral in dezen tijd van maf
waarin men er zich misschien gemakkelijk toe laat verlJ
gehoor te verleenen aan het zoet.gefluit van diverse vogel^
die steun aanbieden voor geleden schade, dubbel op
hoede zijn.
Wat gij aan schade lijdt door de slechte.tijdsomstan
heden, zal U niet door den een of ander voetstoots wet
den schoot geworpen worden, 't Loopt te vaak uit op
aderlating van uw beurs.
Uw boerenleenbank belooft u geen reuzen winsten!
gij bij haar spaart, maar geen spaarder heeft ooit een e
schade geleden bij haar.
Scherpenisse, Nov. 1930. R. JAGEJ
Noot der Redactie.
Met veel instemming plaatsen wij bovenstaand art
Voor velen reeds is deelneming in een spaarkas op een te
stelling of op groote bezwaren uitgeloopen. Sparen bij
Boerenleenbank heeft echter nog nooit tot teleurstelling]
leid. Nooit heeft één spaarder bij eenige Boerenleenbank
maar één cent verloren gelijk de geachte inzender
terecht opmerkt.
Dat het nu met een der als soliede bekend staande spaar]
instellingen verkeerd is geloopen, nog wel ondanks het 1
zicht van de Verzekeringskamer, maant tot dubbele
zichtigheid en tot dubbele terughoudendheid.
Men herinnert zich misschien, dat wij reeds meer dan 1
op de bezwaren, aan deelneming in spaarkassen hebben
bonden gewezen hebben. Men zie de Raiffeisen-Bode
Februari 1928 en van Mei 1924. I
Heemstede, 12 November 1930.
In de maand October van dit jaar werd onze Banl
ernstig getroffen door het overlijden van twej
leden van het Bestuur, n.1. de Heeren
en
Beiden behoorden tot de oprichters van onze Bant
en hadden daarna onafgebroken zitting in het Be
stuur, eerstgenoemde jaren lang als Voorzitter
Directeur. v
Door hun ijver en toewijding hebben zij veel
bijgedragen tot den bloei van onze Bank.
Hun nagedachtenis zal bij ons steeds in eere eis
dankbare herinnering blijven.
Namens het Bestuur:
JOH. CAPTEIN,
Vice-Voorzitter