DE RAIFFEISEN-BODE.
43
Jen er van overtuigd zou zijn, dat het crediet in ver-
Lnd met de benoemen van tiet bedrijf van den crediet-
fmer teiteujk te noog is, benoorc net te worden ver
hinderd,
in 'net algemeen is het steeds, ook in normale tijdeh
fewenscnt, nat ook de credieten in loopende rekening
aarujKS met een zener percentage ot bedrag worden
erimnderd. Voor de Boeremeenoank en ook voor den
redietnemer is het van het Hoogste bemng, dat de
;egeven credieten niet hooger zijn dan striKt noodig,
toK ai is de deKKing op het moment, dat ze toegestaan
'orden, nog zoo goed.
|Nog maKen wij van deze gelegenheid gebruik er op
lan te dringen om toen voorai steeds aaossingen op,
Oorschotten te bedingen en daaraan zooveel mogelijk
ïe hand te houden. Steeds werd daarop bij de inspecties
jehamerd. Meerdere besturen hebben dankbaar de wen-
ten ter harte genomen en het den senmdenaren in het
terleden niet tè gemakkelijk gemaakt. Die Banken
ai die schu.denaren zijn er thans goed mede.
Zeits in deze tijden zal men moeten aandringen op
le betaling van arlossing, zij het dan niet altijd hét
jolle bedrag dat vastgesteld is. Men zij niet 'te gemakke-
ijk met het geven van uitstel. De slechte tijden kunnen
nimers nog aanhouden. En dan wordt het hoe langer
joe moeilijker.
I Besturen. Weest op Uw hoede!
j Onzen dank en hmde aan die Besturen, die de zaak
-eeds hebben aangepakt. Zij hebben een zware taak',
Verrichten tijdroovend, en weinig aangenaam werk, maar
jen werk, dat absoluut noodzakelijk is.
J Want een der ernstigste gevolgen der crisis zou het
rijn, wanneer eenige van onze Boerenleenbanken ge-
lavend eruit te voorschijn zouden komen,
i Wat er ook gebeurt, de Boerenleenbanken moeten blij
ven wat zij .zijn: instellingen, waarop men in allen deele
kan vertrouwen. Het is de plicht van iederen functionaris
bij de Boerenleenbank, daartoe mede te werken.
Die besturen welke zich nog niet mochten hebben bezig
gehouden met de controle der voorschotten en credieten
roepen wij op, om dit alsnog te doen-en in overleg mot
den Raad van Toezicht en den kassier de noodige voor
zieningen te treffen.
ENKELE OPMERKINGEN OVER HET IN PAND
NEMEN VAN HYPOTHECAIRE VORDERINGEN.
Het gebeurt wel eens, dat een adspirant-voorschot- of
credietnemer als zekerheid voor zijn voorschot of cre
diet aanbiedt een hypothecaire vordering, die hij op een
derde heeft.
j Ten aanzien van het in pand nemen van zulk een
vordering rijzen verschillende vragen. Een daar.an, na
melijk de vraag, hoeveel overwaarde de hypothecaire
vordering moet hebben, is reeds besproken in het vorig
numme- (rubriek Vraag en Antwoord), waarheen wij
nog eens verwijzen.
Een andere, nog belangrijker vraag is: is verpanding
eener hyp. vordering een aanbevelenswaardige wijze van
zekerheidstelling? Kan men zonder bezwaar veel voor
schotten en credieten onder zulk een zekerheid verstrek
ken, of moet men zich daartegenover terughoudend be-
toonen?
i Wij meenen, dat het laatste het geval is.
De voornaamste eisch, die aan zekerheid voor een
voorschot of crediet gesteld moet worden, is deze: dat
zij in geval van noodzakelijkheid binnen betrekke
lijk korten t ij d tot voldoening vari het voorschot
of crediët kan leiden. Effecten-onderpand voldoet well
het best aan dezen eisch, ten minste wanneer de effecten
ter beurze verhandelbaar zijn. Wanneer de debiteur op
Maandag in geDreKe blijft, Kunnen de effecten op Dins
dag veraoent worden, en dan heeft men op Woensdag
zijn geid. Ook verpanding van direct opeisenbare spaar
gelden bij de spaarDana eener Boerenleenbank ot bij
een andere souede spaarbank voldoet er zeer goed aan.
Iets minder goed is net in dit opzicht geste.d met borg
tocht. Wel is waar heett men het recht den borg l'e
laten betalen op den dag, waarop de scnuldenaar in ge
breke blijtt, maar in de practijK gaat met het verkrijgen
van betaung van den borg altijd eenige tijd verloren, uit
is nog sterker het gevat met hypotnecaire zekerheid,
welke dus, wat den eisen van spoedige te-gelde-making
betreft nog wat achter borgtocht komt. Immers
met den verkoop van het verbonden perceel zijn
allicht een o f twee maanden gemoeid, en dan moet
men gewoonlijk ook nog wachten op den usantiëelen
betaa.dag (meestal i Mei of i November).
Hoe staat het in dit opzicht met de hypothecaire
vordering, die verpand is? Kan de Bank dit onderpand
steeds spoedig te gelde maken?
Wanneer de voorschot- of credietnemer in gebrekje
blijft, staan aan de Bank twee wegen open. Zuj kan
in de eerste plaats de verpande hyp. vordering publiek
verkoopen (e.k pandhouder heeft het recht de verpande
zaak te doen verkoopen). Maar deze mogelijkheid is
van weinig practisch be.ang. Immers wie koopt een
hypothecaire vordering? Het is een zeer incourant arti
kel, en een publieke veiling van een hyp. vordering komt
zoo goed ais nooit voor. Men staat er dus zeer vreemcJ
tegenover, en een kooper zal misschien moeilijk gevon
den worden; als hij gevonden wordt, zal hij wellicht
te weinig bieden.
Op de mogelijkheid van een vlotten verkoop moet men
dus, behoudens bijzondere omstandigheden, niet rekenen.
Kr is echter een tweede mogeujkheid. Bij de acte,
waarbij de hyp. vordering aan de Bank wordt verpand,
wordt aan haar het recht gegeven om de hyp. vordering
op te zeggen en te innen, precies zoo als de schuldeischer
(voorschot- of credietnemer) dit zou kunnen doen. Maar
dan moet de Bank ook in acht nemen de bij de hy-
potheekacte vastgestelde opzegtermijn. Immers door het
in gebreke blijven van haar debiteur (de voorschot-
of credietnemer) wordt de hyp. vordering nog niet op-
eischbaar. Deze wordt eerst opeischbaar na opzegging
(behalve wanneer de hyp. debiteur zijn verplichtingen
niet nakomt dan is de hyp. vordering onmiddellijk opT
eischbaar, althans volgens de meeste hypotheek-acte's).
De opzegtermijn is gewoonlijk drie maanden, maar kan
ook langer zijn. Er kan ook een termijn zijn vastgesteld,
waarbinnen in het geheel geen opzegging kan plaats
grijpen.
Nemen wij nu het normale geval: Opzegtermijn van.
drie maanden. Dan moet de Bank dus, om bij in ge
breke büjven van den voorschot- of credietnemer aan
haar geld te komen, niet alleen geduld hebben gedu
rende den tijd, die noodig is om den verkoop te bewerk
stelligen en die verloopt voor men betaling krijgt, maar
bovendien gedurende den opzegtermijn van dr,e maan
den. Wat de mogelijkheid van spoedige te-ge'.de-makiing
betreft, staat de verpanding eener hyp. vordering dus een
eind ten achter bij alle andere wijzen van zekerheidstelling.
In normale gevallen zal de Bank zes a negen maanden
moeten wachten. En wanneer ongunstige bepalingen om-(
trent de opzegging gemaakt zijn, kan dit natuurlijk nog
veel langer worden.
Zoo zond een onzer locale Banken ons eenigen tijd geleden
ter inzage de akte van een haar in onderpand aangeboden hyp.
vordering, waarbij bepaald was, dat opzegging eerst na 1935 zou
kunnen geschieden.