Zestiende Jaargang
OFFICIEEL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK
TE UTRECHT
MEDEDEELINGEN.
RENTEWIJZIGING.
ERRATA.
No. 5
NOVEMBER 1930
DE RAIFFEISEN-BODE
Verschijnt den eersten van
iedere maand.
Abonnement f 0.50 per jaar.
Losse nummers 10 Cent,
franco per post.
Redactie en Administratie
KR. NIEUWE GRACHT 29
UTRECHT.
Tel. Interc. 15867
INHOUD: a. Mededeelingen: i. Rentewijziging.
2. Errata. b. Redactioneel gedeelte: i. Nood-zeker
heid. 2. De Boerenleenbanken en de Fiscus.
3. Gedwongen Coöperatie. 4. Vraag en Antwoord.
5. Van Heinde en Ver. (Een Engelsche maatregel tot
bevordering van het landbouwcrediet). 6. Geld- en
Effectenmarkt. c. Uit onze Boerenleenbanken: Hagel-
schade Zevenbergen. d. Advertentiën.
Met ingang van 1 Januari 1931 worden de bestaande
rentetarieven van de Centrale Bank voor de bij haar aan
gesloten Banken gewijzigd.
In rekening-courant zal vanaf 1 Januari a.s. worden
vergoed 3 °/o 's jaars, terwijl de debetrente in rekening-
courant op 4J4 o/0 's jaars is vastgesteld.
De rente voor gelden, welke voor 1 jaar vast worden
gedeponeerd, zal 3 3/4 °/o 's jaars bedragen.
De na heden vervallende posten jaardeposito kunnen
gecontinueerd worden tegen eene rente van 38/4 0/0 's jaars.
Vóór 1 Januari 1931 worden geen nieuwe posten jaar
deposito aangenomen.
Een circulaire over de rentetarieven wordt dezer dagen
met de saldobiljetten aan alle Banken verzonden.
Mocht onverhoopt een Bank deze niet ontvangen op
de aangegeven wijze, zoo gelieve men zulks aan de Cen
trale Bank te melden, welke dan alsnog voor toezending
zal zorg dragen.
Hel Bestuur van de Centrale Bank.
In ons artikel in het vorig nummer over de positie van
den eersten hypotheekhouder bij beslag op het verhypo
thekeerde onroerend goed is tot onze spijt een drukfout
ingeslopen.
In de tweede kolom op blz. 24 regel 22 en regel 25
van boven staat hypotheeknemer, terwijl er hypo
theekgever moest staan.
De debiteur van de Bank geeft de hypotheek en de
Bank neemt deze.
REDACTIONEEL GEDEELTE.
NOOD-ZEKERHEID.
Iri de laatste jaren heeft een merkwaardige ontwikke
ling plaats gehad op het gebied van zekerheid voor
schulden. Een nieuwe vorm van zekerheid is in ons
recht opgenomen. Niet door wetswijziging, maar door
erkenning ervan in de rechtspraak. Daar men zich kan
afvragen, of de vorm van zekerheid, waarop wij hier het
oog hebben, ook voor onze Boerenleenbanken van be
lang kan zijn, meenen wij de lezers van ons blad hier
van op de hoogte te moeten stelleji.
De wet kent de volgende wijzen van verschaffing van
zekerheid voor schulden: ve rpanding ten aanzien van
roerende goederen; verleening van hypotheek ten aan
zien van onroerende goederen.
Nu is daar een derde wijze bij gekomen: eigendomsover
dracht tot zekerheid. Tot nog toe is deze wijze alleen erkend
ten aanzien van roerende goederen.
Wat is de reden van deze aanwinst Verpanding van roe
rende goederen is, naar men weet, onbestaanbaar wan
neer de verpande goederen niet in de macht van den
schuldeischer (pandnemer) of van een daartoe aange
wezen derde worden gebracht. De schuldenaar (pand
gever) moet dus de beschikking over de goederen, die
hij verpandt, missen. Bij vele goederen is dit geen be
zwaar. Of men zijn effecten thuis heeft, of bij een Bank
in onderpand heeft liggen, is vrij onverschillig; men kan
er in beide gevallen de rente of het dividend van trekken.
Maar in andere gevallen is er wel een bezwaar, namelijk
wanneer het betreft goederen, die de schuldenaar zelf
moet kunnen gebruiken.
Een boer bijvoorbeeld moet zijn vee en zijn land-
bouw-inventaris kunnen gebruiken; verpanding hiervan
is dus practisch uitgesloten.
Om aan deze moeilijkheid te ontkomen, heeft men
reeds lang allerlei middelen en middeltjes gebruikt. Vele
daarvan zijn op de weegschaal van Vrouwe Justitia ge
wogen en te licht bevonden.
Eén middel echter heeft de proef van het rechterlijke
onderzoek doorstaan, en heeft daarmede definitief een
plaats in ons recht veroverd. Dit middel is wij zeiden
het reeds de eigendomsoverdracht tot zekerheid.
Met „eigendomsoverdracht" is echter nog niet alles
gezegd- Men laat deze eigendomsoverdracht gepaard
gaan met bruikleen of verhuur der overgedragen goe
deren aan den overdrager (schuldenaar).
Het is lang betwist geweest, of deze wijze van ver
leening van zekerheid geldig was. Sommigen beschouw
den haar als een middel tot ontduiking der wettelijke
bepalingen omtrent pandrecht, en vonden haar als zoo
danig niet rechtsgeldig. De Hooge Raad heeft echter
1 beslist (en daarmee is de zaak voor de praktijk uitge
maakt), dat deze methode geldig is.
De beslissing van den Hoogen Raad is over het al
gemeen met instemming ontvangen. Het voordeel ervan
is, dat zij aan crediteuren een nieuw middel verschaft
om zich de betaling hunner vorderingen te verzekeren.
Men heeft echter ook gewezen op een nadeelwanneer
de nieuwe methode algemeen wordt toegepast (en zij is
al aardig op weg daartoe), wordt de uiterlijke schijn wel
zeer bedriegelijk. Men zal nooit zeker weten of de roe
rende goederen, die men in iemands bezit ziet, ook wer
kelijk zijn eigendom zijn. Een veehouder met 50 koeien
schijnt zeer gegoed en credie.twaardig; maar niemand
weet thans of al die koeien wel zijn eigendom zijn, of
hij ze niet in eigendom heeft overgedragen aan zijn
crediteuren.1)
Wij willen het vóór en tegen hier niet nader gaan be
spreken. Dat heeft weinig zin, want de nieuwe wijze van
zekerheid-verleening is er en zal voorloopig wel blijven.
Meer zin heeft het om na te gaan, of de Boerenleen-
U Het is natuurlijk van belang dat de Besturen der Boeren
leenbanken met deze mogelijkheid rekening houden.