6
DE RAIFFEISENBODE.
Burgemeester is geweest voor twee plattelands gemeenten
in Duitschland, door het oprichten van dorpsbanken, om
de boeren aan gemakkelijk te verkrijgen bedrijfskapitaal
te helpen, Gij voor Oude-Tonge zijt geweest en ik wil
de Gemeente Oude-Tonge feliciteeren met zoo'n Burge
meester en de Boerenleenbank met zoo'n Voorzitter van
den Raad van Toezicht. Moge het de gemeente van
Oude-Tonge en de Boerenleenbank gegeven worden, nog
vele jaren van Uwe bekwame leiding te profiteeren.
Ook onzen bijzonderen welkomstgroet aan den Heer
L. Melissant, oud-bestuurslid en mede-oprichter der
Bank. Het doet ons genoegen U in ons midden te heb
ben. Immers behalve Gij zijn al de oprichters der Bank
reeds overleden. Wij kunnen die allen na hun dood hu.de
brengen en herdenken voor de schoone daad, die ze
hebben verricht met het oprichten der Boerenleenbank,
maar U kunnen we persoonlijk feliciteeren. Immers Gij
hebt den boom mede geplant en Gij moogt nog beleven
en zien de schoone vruchten, die al sinds jaren geoogst
worden. Het zij U gegeven, nog vele jaren in goede ge
zondheid van den bloei van de Boerenleenbank van Den
Bommel getuige te mogen zijn.
Zeer tot onzen spijt heeft de WelEd. Heer Visser,
Hoofdinspecteur der Centrale Raiffeisenbank te Utrecht,
bericht gezonden, verhinderd te zijn, deze vergadering
bij te wonen.
Het stemt ons tot blijdschap, dat zoovelen aan onze
uitnoodiging gehoor hebben gegeven, om met ons het
25-jarig jubileum onzer Bank te herdenken.
Een nauwkeurig overzicht van het verloop onzer Bank
over die kwarteeuw zal ik niet geven. Gij zijt immers-
met het doel en de werking der Bank volkomen op de
hoogte, omdat Gij allen ten nauwste aan de Boeren
leenbanken verbonden zijt. Maar laat ik dit zeggen,
wat onze Bank betreft, kunnen we met voldoening op
de afgeloopen 25 jaar terugzien. Ja niet alleen te Den
Bommel, maar overal waar een Boerenleenbank bestaat,
voorziet ze in groote behoeft?, de landbouwende be
volking ten goede. Waar een Boerenleenbank werd op
gericht is op het gebied van den landbouw nieuw leven
gekomen. Immers na de depressie van 1879 eIJ 188x
en de verdere tachtiger jaren, waren de boeren in een;
zeer benarden toestand gekomen en niet in staat, door
gebrek aan landbouwcrediet zich op te werken. Zeker,
ten laatste ontwaakte nieuw leven in den landbouw.
Door de voorlichting van wetenschappelijke mannen kwa
men de boeren op de hoogte met moderne landbouw
werktuigen, kunstmeststoffen, veredeling van zaaigranen
en pootaardappelen, draineering, opbloei in den veeteelt
door verbetering der fokkerij en laat ik nog noemen
het stichten van landbouwscholen en proefstations. Zeker,
dat alles was een lichtende ster aan den toen donkeren
hemel. Maar om deze nieuwe methoden in practijk te
kunnen brengen was landbouwcrediet noodig en met
het oprichten der Boerenleenbanken kwamen de boeren
in de gelegenheid om op gemakkelijke en goedkoope
manier het zoo noodige bedrijfskapitaal aan te schaffen.
Dit bankwezen is allengs geworden de groote factor
van den modernen landbouw en heeft haar vleugelen uit
geslagen over heel ons Vaderland en daarbuiten en zoo
schitteren de Boerenleenbanken als fonkelende sterren
aan den hemel. Zij geven tot heden aan den land- en
tuinbouw een glans, die uitstraalt over de geheele we
reld. Daarom doet het ons genoegen, dezen avond heft
25-jarig bestaan onzer Bank met U allen feestelijk te
mogen herdenken. Moge dan deze avond nog bevorder
lijk zijn tot versterking der onderlinge banden, opdat
onze Boerenleenbanken mogen groeien en bloeien tot
in lengte van jaren tot zegen van den land- en tuinbouw.
Hiermede verklaar ik dezen feestavond voor geopend
en we hopen van harte, dat ge allen van onze gastvrijheid
rijkelijk zult profiteeren.
Na de opening wordt het woord gevoerd door deni
EdelAchtbaren Heer P. van Schouwen, Burgemeester
van Oude-Tonge, die den Voorzitter dank zegt voor de
aangename woorden tot hem gericht en de Bank van
Den Bommel feliciteert met het 25-jarig jubileuim.
Vervolgens wordt het woord gevoerd door de heeren
G. van Eek te Middelharnis en P. den Braber te Dotó-
gensplaat.
Aan den feestdisch wordt wederom het woord ge
voerd door den Voorzitter, alsmede door verschillende
andere heeren: den ringvertegenwoordiger en afgevaar
digden van naburige Boerenleenbanken.
De Voorzitter richt enkele waardeerende woorden
tot den kassier der Bank, den Heer van Rossum, die
reeds 15 jaar als zoodanig werkzaam is en steeds zijn.
taak met ware plichtsbetrachting heeft vervuld. Hij
brengt ook hulde aan de oprichters der Bank, en her
denkt hare geschiedenis. Hij richt zich speciaal tot den
Heer L. Melissant, den eenige der oprichters, die nog
in leven is. Hij brengt een eerbiedigen gröet aan de
overleden bestuursleden in het volgende gedicht:
Er ligt zoo menig brave makker
Begraven op dien doodenakker,
Waar nooit geoogst wordt, steeds gezaaid.
En vele van die trouwe vrienden
Die onze Boerenleenbank dienden
Zijn door den dood reeds weggemaaid.
Achlaat ons even aandacht schenken,
Te midden van dit feest herdenken
Aan hen die reeds zijn heengegaan?
Komt! laten wij de hoofden neigen
Hier past een stil, eerbiedig zwijgen,
Alsof wij bij hun graven staan.
Een groet voor hen, die met ons streden
Ach, een terugblik in 't -verleden
En dan weer voortwaarts, immer voort.
Nu schallen blijde vreugdeklanken
En zullen wij eerbiedig danken;
Helaas, hun stem wordt niet gehoord.
Wel heengegaan, maar niet vergeten
O brave makkers, wilt het weten,
Gij zijt begraven in ons hart.
Hoe lustig ook de feesttoon klinke,
Nu laten wij het vaandel zinken
Herdenken U met stille smart.
Aan het einde dezer gezellige bijeenkomst zegt de
Voorzitter er van verzekerd te zijn, namens de geheele
feestvergadering te spreken, wanneer hij den Heer. en
Mevr de Weerd dank zegt voor alles wat zij gedaan,
hebben om het diner in den zin en den smaak der gasten
te doen vallen. Spr. meent dat zij daar volkomen in
geslaagd zijn en dat zij daardoor veel hebben bijgedra
gen tot welslagen van dit feest. Hij brengt hun daar
voor hulde en dank, terwijl ook het hotelpersoneel een
pluimpje niet onthouden wordt.
Op hypotheken, behalve crediethypotheken, kan
alléén afgelost worden; afgeloste bedragen kunnen
dus nooit weder opgenomen worden!