No. 1
JULI 1930
Zestiende Jaargang
DE RAIFFEISEN-BODE
Verschijnt den eersten van
iedere maand.
Abonnement f 0.50 per jaar.
Losse nummers 10 Cent,
franco per post.
OFFICIEEL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK
TE UTRECHT
Redactie en Administratie
KR. NIEUWE GRACHT 19
UTRECHT.
Tel. Interc. 15867
INHOUD: a. MededeelingeniVragenlijsten, Con-
trólestaten en Balansen. 2. Wijzigingen Handboekje,
b. Redactioneel gedeelte: 1. De nieuwe dispensatierege
ling. 2. Geld- en Effectenmarkt. 3. Eenheid in
rente-vergoeding. 4. Een grappenmaker, c. Uit onze
Boerenleenbanken: 1. Ingezonden door Oudendijk, met
antwoord der Redactie. 2. Ingezonden door „West-
zaan". 3. Kort Verslag van de f eestvergadering 25-
jarig bestaan van de Coöp. Boerenleenbank te Den
Bommel. 4. Ingezonden door Zevenbergen. d. Wij
zigingen Handboekje. e. Advertentiën. Bijlage:
Inhoudsopgave 15e Jaargang.
MEDEDEELINGEN.
VRAGENLIJSTEN, CONTRöLESTATEN EN
BALANSEN.
Met genoegen kunnen wij constateeren, dat het aantal
banken, welker Besturen de jaarlijksche controle over
eenkomstig de wenken en voorschriften der Centrale
Bank nauwgezet nakomen op 1 Juli van dit jaar ito
grooter is, dan op denzelfden datum van 't vorig jaar.
Wij veronderstellen, dat de enkelingen, welke nog achter
bleven, ons de vragenlijsten binnenkort zullen toezenden.
Ook de balansen komen nog geregeld binnen; het
aantal nadert reeds de 700.
Onderstaande Banken hebben ons bovendien in de
laatste twee maanden ook hun gedrukte balansen en
jaarverslagen toegezonden:
Hilversum, St. Annaland, Voorburg, Oostburg, Ha-
zerswoude, Peursum, Hellendoorn, Purmer, Assendelft,
Pijnacker, Westzaan, Achlum, St. Pancras, Terneuzen,
Lexmond, Genemuiden, Heilo, Avenhorn, Werkendam,
Heemste, Akersloot, Hasselt, Waddingsveen, Almelo,
Silvolde, Steenderen en Zwijndrecht.
WIJZIGINGEN HANDDOEKJE.
Wij vestigen de aandacht op de opgave van wijzigingen
in het Handboekje", welke in dit nummer voorkomt.
REDACTIONEEL GEDEELTE.
DE NIEUWE DISPENSATIEREGELING.
I11 de Algemeene Vergadering _d.d. 22 Mei j.1. gehou
den, werd besloten de volgende regeling vast te stellen:
A. „Het is aan eene Bank, lid van de Centrale Bank,
niet geoorloofd „voorschotten op langen termijn" te ver
strekken
ie. zoodra het totaalbedrag dier voorschotten meer dan
de helft zou gaan bedragen van het laagste totaal
bedrag aan spaargelden op eenig tijdstip in de laatste
drie afgeloopen boekjaren gedeponeerd;
2e. zoodra het totaalbedrag aan uitstaande voorschotten
(op korten en langen termijn) vermeerderd met het
totaalbedrag aan door de Bank geopende credieten,
meer bedraagt dan 80 0/0 van het bedrag der spaar
gelden en deposito's in loopende rekening en reserve
per 31 December van het afgeloopen jaar.
Onder voorschotten op langen termijn worden verstaan
voorschotten, hetzij onder zakelijke, hetzij onder peisoon-
lijke zekerheid, waarop niet gemiddeld tenminste 10 "/o
per jaar van het ter leen verstrekte bedrag wordt afge
lost, terwijl tevens credieten in loopende rekening, voor
zoover bevroren, als zoodanig worden beschouwd.
B. Het Bestuur der Centrale Bank kan in buitenge
wone gevallen van bovenstaande bepaling ontheffing ver-
leenen, mits zulks door het Bestuur wordt geacht in het
belang der betrokken Banken en niet in strijd met de
belangen der organisatie te zijn.
C. In het algemeen zal zoodanige ontheffing door het
Bestuur niet verleend worden:
ie. wanneer de direct beschikbare middelen der Bank
gemiddeld minder dan x/5 van het bedrag der spaar
gelden uitmaken;
2e. voor voorschotten boven f 2000.waarvoor jrersoon-
lijke zekerheid wordt gesteld;
3e. wanneer bij hypothecaire voorschotten de waarde van
het onderpand grootendeels bepaald wordt dooi de
gebouwde eigendommen;
4e. wanneer geen aflossingen zijn bedongen;
5e. wanneer het b'etreft voorschotten aan niet-leden.
Het is zeer gewenscht, dat iedere bank voor zich zoo
spoedig mogelijk op de hoogte is van den stand van
zaken, teneinde te kunnen nagaan of voor het verstrekken
van voorschotten op langen term ij n dispen
satie van de Centrale Bank vereischt is.
De regeling op den voet volgende, krijgt men dus te
berekenen:
I. Het totaalbedrag aan voorschotten op langen
t e r m ij n, reeds door de bank verstrekt.
II. De helft van het laagste bedrag aan spaargelden op
eenig tijdstip in de laatste drie afgeloopen boekjaren.
III. Het bedrag aan uitstaande voorschotten, vermeer
derd met het bedrag der geopende credieten.
IV. 80 0/0 van het totaalbedrag aan spaargelden, depo
sito's in loopende rekening en reserve per 31 De
cember van het afgeloopen boekjaar.
ad I. Onder voorschotten op langen termijn
worden volgens deze regeling verstaan:
a. Voorschotten (dus ook hypothecaire), waarop niet ge
middeld ten minste 10 o/0 per jaar van het ter leen
verstrekte bedrag wordt afgelost,
b. Credieten, voor zoover bevroren.