86
DE RAIFFEISEN-BODE.
niet bezit, kan dus niet, althans niet zoo gemakkelijk,
te weten komen of hij van de Assurantie-Maatschappij
uitkeering kan vorderen.
Wanneer het bedrag der verzekering niet in de ver
klaring naar aanleiding van art. 297 W. v. K. is ver
meld, staat de hypotheekhouder, die de polis niet bezit,
natuurlijk ook voor een moeilijkheid. Gesteld, dat hij
zeker weet, dat de Verzekering-Maatschappij tot uit-:
keering verplicht is, dan weet hij nog niet tot welk be
drag uitkeering moet worden gedaan, kan hij dit althans
niet gemakkelijk bewijzen tegenover de Verzekering-
Maatschappij.
Vervalt nu deze reden - dat de hypotheekhouder de
polis-voorwaarden en het verzekerd bedrag moet kennen
en kunnen bewijzen wanneer de Verzekering-Maat
schappij een verklaring naar aanleiding van art. 297'
W. v. K. heeft afgegeven, waarbij de akte-Kramer van
•toepassing is verklaard?
Het is voor sommigen onzer lezers misschien niet
overbodig, wanneer wij even zoggen, wat die akte-Kra
mer inhoudt. Zij houdt in een verklaring, afgelegd door
diverse Verzekering-Maatschappijen, waarbij deze ten
behoeve van hypotheekhouders bijzondere verplichtingen
op zich nemen. Zoowel de wet als de polissen noemejn
verschillende gevallen waarin geen schadevergoeding
wordt uitgekeerd. Deze gevallen worden bij de akte-
Kramer uitgeschakeld, doch alleen ten behoeve van den
hypotheekhouder. Wanneer iemand dus zijn eigen huis
in brand steekt, behoeft de Assurantie-Maatschappij
hem niets uit te keeren dat zegt de wet, en de polis
sen herhalen het gewoonlijk. Wanneer het huis echter
met een hypohteek is bezwaard, is de Assurantie-Maat
schappij in het zelfde geval wel. verplicht aan den hy
potheekhouder een uitkeering te doen (ten minste, waa
neer de hypotheekhouder bij de akte-Kramer is aan
gesloten - hierover straks.)
Er zijn slechts drie gevallen, waarin volgens de akte-
Kramer de Assurantie-Maatschappij ook tegenover den
hypotheekhouder niet tot uitkeering is verplicht, name
lijk: te wanneer de brand is, veroorzaakt door ontplof-1
fing van buskruit en dergelijke stoffen (met inbegrip van.
gas:, 2e bij brand, ontstaan bij oorlog, enz., tenzij be
wezen kan worden, dat de brand niet met den oorlog,
enz. in verband stond; en 3e wanneer de brand op
hooger gezag is ontstoken.
Verder staan in de akte-Kramer nog verschillende
bepalingen ten behoeve van hypotheekhouders, o.a. be
treffende het einde der verzekering (de Assurantie-Maat
schappij moet hiervan mededeeling doen aan den hy
potheekhouder.)
De akte-Kramer geldt niet bij alle hypotheken. Want
niet alle Assurantie-Maatschappijen hebben zich eraan
onderworpen. En dan geldt zij in beginsel ook alleen
maar tegenover die hypotheekbanken en andere ban-1
ken, die zich erbij hebben aangesloten1). Tegenover'
hypotheekhouders, die niet zijn aangesloten, geldt zij
over het algemeen dus iet. Enkele Assurantie-Maat-
schppijen willen echter de voordeelen van de akte-
Kramer ook tot niet-aangeslotenen uitstrekken, en ver
klaren daarom bij de verklaring naar aanleiding van
art. 297 W. v. K. de akte-Kramer uitdrukkelijk van toe
passing. De geachte inzender heeft blijkbaar een derge
lijke verklaring ontvangen.
Maakt nu de uitdrukkelijke toepasselijk-verklaring van
de akte-Kramer het bezit der polis overbodig? Zoo op
het eerste gezicht zou men zeggen van wel. De akte1'-
Kramer regelt de gevallen, waarin de hypotheekhouder
recht heeft op uitkeering, zelfstandig en los van de polis.
Een bank kan zich aansluiten tegen een geringe jaarlijksche
vergoeding. Slechts een enkele Boerenleenbank is aangesloten.
Om deze gevallen te kennen, heeft de hypotheekhouder
de polis dus niet noodig. De akte-Kramer zegt ook,
dat de Assurantie-Maatschappij aan den hypotheekhou
der kennis moet geven van het einde der verzekering.
Die hypotheekhouder heeft de polis dus ook niet noodig,
wanneer hij wil weten hoe lang de verzekering loopt
en of zij willicht geëindigd is. Hij kan rustig wachten
op een mededeeling van de Assurantie-Maatschappij. Ten
minste in theorie. In de practijk worden dergelijke
mededeelingen nogal eens verzuimd. Het is dus reeds
hierom practiseh noodzakelijk of in ieder geval ge
wenschl, det de hypotheekhouder de polis in zijn bezit
heeft.
Voor den hypotheekhouder is ook van groot bela'ug.
dat hij weet hoe groot de verzekerde som is. Deze vir.dt
men natuurlijk niet in de akte-Kramer, zoodat ook hier
voor bezit der polis noodzakelijk is. Tenzij de verzekerde
som vermeld wordt in de verklaring naar aanleiding!
van art. 297 W. v. K., hetgeen dikwijls het geval is.
Er is een derde reden, waarom de akte-Kramer het
bezit der polis niet; overbodig maakt. Het is gewenscht
dat de hypotheekhouder op de hoogte komt van alle
veranderingen van eenig belang aan het bezwaarde ge
bouw. Dit geschiedt van zelf, wanneer hij in het bezit is
van de polis, immers de veranderingen moeten daarop
worden aangeteekend.
Wij moeten dus tot de conclusie komen, dat ook wan
neer de akte-Kramer van toepassing is, de hypotheek
houder verstandig doet zich in het bezit der polis te,
stellen.
Voor alle zekerheid hebben wij hieromtrent nog geïn
formeerd bij een onzer grootste hypotheekbanken aan
gesloten bij de akte-Kramer Door haar werd ons mede
gedeeld. dat zij steeds ervoor zorgt de polissen ondeii
hare berusting te hebben.
Het antwoord op deze vraag is wat lang uitgevallen.
Wij hadden natuurlijk ook met ja of neen kunnen ant
woorden, doch wij meenden den vrager en onze andere
lezers beter tevreden te stellen door ons antwoord be
hoorlijk te motiveeren. En daar de zaak niet zoo bij,'
zonder eenvoudig is, kon dit nu eenmaal niet korter.
GELD- EN EFFECTENMARKT
gedurende Mei 1930.
De geldmarkt, welke aanvankelijk iets stijver was we
gens de eischen door den 1 Mei-termijn gesteld, was
spoedig weer zeer ruim. Noteerde prolongatie de eerste
dagen nog 3V2. later daalde de noteering tot 2 »o. Pai
ticulier disconto daalde tot 21 '16 °/o.
De buitenlandsche wisselkoersen -waren flauw.
De noteeringen te Amsterdam waren voor:
1 Mei
1 5 Mei
3 1 Mei
Londen
12 0 f\%
'2 OS
I2.083/i6
Parijs
9 7A3U
9.76
9-75
Brussel (Belga)
34.6/ V,
34-72
34 71
Berlijn
59 31
59 34V2
59-34
New-York
2-48';, 6
2.48"/, 6
2.48»/,,
Van de effectenbeurs is ook niets goeds te vermelden.
De stemming bleef hoogst ongeanimeerd, de zaken uiter-t
gering.
De noteeringen waren: