DE RAIFFEISEN-BODE. 75 latie. De Nederlandsehe Bank voldoet aan de haar ge stelde credieteischen door uitgifte van bankbilletten. Deze uitgifte wordt dus beperkt, wanneer ten gevolge van dis- conto-verhooging de crediet-eischen beperkt worden. An derzijds zal zij worden verhoogd, wanneer het disconto laag is en derhalve veel crediet wordt verlangd. De disconto-politiek is dus ook een middel onr de circulatie van bankbilletten te regelen. In verband met het feit, dat deze circulatie aan een bepaald maximum ge bonden is, is het natuurlijk zeer belangrijk, dat de Neder - landsche Bank zulk een middel bezit. De Nederlandsche Bank is niet alleen uitgeefster van bankbilletten, bewaakster van den goudvoorraad en rege- laarstei van wisselkoersen en disconto-politiek, zij is ook de ópper-bank, de Centrale Bank in het Nederlandsche geldwezen in het algemeen. De meeste gewone banken hebben van tijd tot tijd crediet van de Nederlandsche Bank noodig. Het spreekt van zelf, dat de Nederlandsche Bank hiervan gebruik kan maken door bepaalde regels te geven ten opzichte van de gestie dier banken. Niet alleen op de banken oefent de Nederlandsche Bank een zeker gezag uit. Ook over openbare lichamen strekt haar invloed zich uit. Zij kan over leeningen van gemeente's en andere openbare lichamen min of meer haar veto uitspreken door te verklaren, dat zij de betrek kelijke obligatie's niet in onderpand zal nemen. Natuurlijk zal zij dit alleen doen, wanneer naar haar oordeel de gemeente, enz. een ongezonde financiëele politiek voert. Wij zijn in deze korte schets natuurlijk niet volledig ge weest. Veel zou nog over de Nederlandsche Bank te zeggen zijn. Maar uit het voorgaande is toch wel reeds v oldoende duidelijk geworden, welk een groote beteeknis aan haar moet worden toegekend en hoeveel van haar leiding afhangt. SPAREN DOOR MIDDEL VAN SPAARBUSJES. Den laatsten tijd bereikt de Centrale Bank van meer dere Boerenleenbanken het verzoek eenige inlichtingen te verstrekken aangaande het sparen door middel van spaarbusjes. Wij achten het in verband hiermede niet overbodig aan dit onderwerp in de Raiffeisen-Bode een artikeltje te wijden en daarin een uiteenzetting te geven van de wijze van sparen, hoe de gang van zaken is bij dit systeem, en ten slotte wat in het algemeen de ervaringen hier mede zijn en of deze wijze van sparen voldoet. Ten einde het spaarbusjessysteem ingang te doen vin den, worden door verschillende Banken circulaires ver spreid, waarbij meer dan eens en doorgaans niet zonder succes de medewerking van Hoofden van Scholen wordt ingeroepen. Wordt een busje afgegeven, dan teekenen sommige kassiers dit aan in een register, anderen daarentegen, laten den. houder een kaart teekenen. In den regel worden de busjes gratis verstrekt, onder voorwaarde dat men een spaarboekje moet hebben, waar op een bepaald bedrag is gestort en waarvan de grootte variëert van f i.tot f3.50. Ook in dit spaarboekje wordt dan het nummer van het busje vermeld. Tevens wordt bij uitgifte een reglement uitgereikt, waaruit de houder kan zien welke verplichtingen voor hem uit het houden van een dergelijk busje voortvloeien. De sleutel blijft onder berusting van de Bank, zoodat de kinderen het eenmaal in het busje gedeponeerde, geld er niet weder kunnen uithalen en dus genoodzaakt worden ermede op het kantoor der Bank te komen. Wanneer het saldo van het spaarboekje wordt terug gevraagd, moet ook het busje weder worden ingeleverd. Een antwoord op de vraag: „Wat is in het algemeen de ervaring met dit systeem" en „voldoet deze wijze- van sparen" achten wij het best beantwoord door enkele Banken, waar het gebruik der spaarbusjes reeds sedert korteren of langeren tijd ingeburgerd is, aan het woord te laten. Bank A. schrijft: „Het is zeer aardig werk, waarmede de ouders der kinderen zeer zijn ingenomen, doch het verschaft den kassiers zeer veel werk. Hij moet het maar beschouwen als een pleizierwerkje en een hij uit stek goede reclame voor de Bank ,daar de kinderen di rect gewend worden zaken te doen met de Boerenleen bank." Bank B. schrijft: „Al is de versterking van deposito's door middel van spaarbusjes niet belangrijk, zoo wil het ons toch voor komen, dat het indirecte voordeel wel van importantie is, omdat door dit middel het sparen wordt aangeleerd." Bank C. schrijft: „Een klein bezwaar is, dat meermalen op drukke da gen busjes met veel pasmunt ter lediging worden aan geboden." Bank D. schrijft: „Het is ons in een paar jaar reeds met zekerheid ge bleken, dat de gelden tot aankoop van spaarbusjes voor een doeltreffende reclame zjjn gebruikt geworden. De busjes, die voorzien van de naam onzer Bank door ons, in omloop zijn gebracht, zijn een langzame doch zeker werkende reclame, die bij onze Bank reeds spoedig zichtbaar is geworden." Als derhalve een kassier niet tegen een weinig extra werk opziet, durven wij het gebruik van spaarbusjes aan bevelen." Bank E. schrijft: „Onze ervaring is, dat zeer zeker dit systeem nuttig werkt, in zooverre, dat de spaarzin wordt aangemoedigd, hetgeen dus feitelijk reeds een belangrijke factor is en voor ons dan ook aanleiding om er mede door te blijven gaan. Vraagt men evenwel naar het finantiëele voordeel voor de Bank, dan kunnen we het invoeren van spaar busjes niet aanbevelen, omdat er vrij veel tijd noodig is voor het ledigen van de busjes in verhouding tot dle> kleine inlagen, zoodat deze afdaling op zichzelf voor- loopig voor de Bank wel geen winst zal afwerpen." Bank F. schrijft: „Het kleingeld geeft voor den kassier natuurlijk wat meer werk, maar dat lijkt ons het doel om toekomstige spaarders te kweeken wel waard." Bank G. schrijft: - „,Wat de gang van zaken daarmede is? Kinderlijk, een groot lawaai op het kantoor met het aanbrengen en le digen daarvan, juist in den drukken tijd omstreeks Nieuwjaar. Veel geschreeuw, maar weinig wol. Maar de bedoeling ervan is goed. Een jong spaarder is een oud gaarder en als de jongelui eenmaal weten, üa't de Boerenleenbank „de" plaats is waar ze met hun een tjes veilig zijn, dan is daarmede de opzet geslaagd." Een der Banken merkte op, dat wellicht meerdere Boe renleenbanken iets voor de aanschaffing van spaarbusjes zouden voelen en opperde in verband hiermede het denk

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1930 | | pagina 3