74 DE RAIFFEISEN-BODE. spaargelden, zoodat deze wel opgevraagd zullen worden. En dan kan de Bank ook geen voorschotten en credieten meer verleenen en kan zij wel liquideeren. En dan is Leiden in last! Want het is toch een vaststaand feit, dat de Boerenleenbanken voor het platteland vrijwel onmis baar zijn. Het verdwijnen of zelfs maar het kwijnen van een Boerenleenbank is zeer zeker een ernstige schade voor de gemeenschap. Wij zouden dus als regel willen stellen: Men vare nauw gezet op het kompas der soliditeit. Dan stoot men mis schien wel eens tegen de klip van afmaken" van een debiteur, maar dit is beter dan dat men op de andere klip stoot, want hieraan kan de Boerenleenbank zelf te gronde gaan. In het practische leven, met al zijn schakeeringen, is er geen regel zonder uitzonderingen. Zoo zouden wij het b.v. wel kunnen begrijpen, wanneer het Bestuur eener Boerenleenbank, die zich in een groote reserve, verheugt, een enkele keer eens niet zoo streng de hand eraan hield en een armen broodvechter" zijn voor schot liet behouden, ook al was zijn hypotheek niet vol waardig meer, of al waren zijn borgen niet meer goed ervoor Immers dan lijdt de soliditeit niet eronder. De reserve (maar die moet dan wel heel krachtig zijn, krachtiger dan bij de meeste onzer Boerenleenbanken het geval is) vangt den schok dan op, en niemand merkt er verder iets van. Ook zouden wij het niet onder alle omstandigheden afkeuren, wanneer men den regel niet toepaste ten aan zien van een voorschotnemer, die zeer oppassend en be kwaam is, én waarvan verwacht mag worden, dat hij mettertijd weer in staat zal geraken om aan zijn verplich tingen te voldoen. Maar men meene niet, dat men de uitzonderingen zoo talrijk kan laten zijn, dat er van den regel weinig meer overblijft. De regel moet in het algemeen gehandhaafd worden, en goed gehandhaafd worden. Ter wille van onze boeren en tuinders! De crisis in onzen landbouw schijnt hoe langer hoe ernstiger t'e worden. Terwijl wij dit schrijven ligt op ons bureau de courant, waarin wij zoo juist lazen, dat het landbouwprogram van het nieuwe Duitsche Kabinet is aangenomen. Een nieuwe slag! Waar gaan wij heen? De Heer Stroink sprak op de vorige algemeene ver gadering: ,,Ik zou hem (d.i. den Nederlandschen land bouwer willen toeroepen: Weest nuchter en waakt! En aan den anderen kant zou ik het sein steeds willen houden op: Weest op uw hoede!" Deze woorden mogen de leiders van Boerenleenbanken wel bi) voortduring ter harte nemen. Zij moeten op hun hoede zijn. Ten aanzien van het onderwerp, dat wij zoo juist bespraken, maar ook ten aanzien van andere vraag stukken, die de crisis oproept of zal oproepen. DE NEDERLANDSCHE BANK. II. In het voorgaand nummer hebben wij reeds gewezen op de functie van de Nederlandsche Bank als uitgeefster van papiergeld, dat wettig betaalmiddel is; op de dekking in edel metaal, die als zekerheid voor het papiergeld, dat in omloop is, en voor enkele andere verplichtingen der Bank aanwezig moet zijn; op den invloed, dien zij kan uitoefenen op den wisselkoers, niet alleen door middel van beschikbaarstelling van goud voor uitvoer, maar ook door beschikbaarstelling van buitenlandsche wissels. Wij waren ten slotte aangeland bij de disconto-politiek als middel om den goudvoorraad op peil te houden of aan te doen groeien. Hierover zullen wij thans enkele opmer kingen maken. Men weet wat disconto is. Het is het percentage, dat de kooper van een wissel of promesse aftrekt van de nominale waarde daarvan, ter vergoeding van het rente verlies, dat hij lijdt omdat de wissel of promesse niet terstond betaalbaar is. Wanneer een wissel ad f 10.000 eerst over 6 maanden betaalbaar is, zal de Bank, die dezen wissel overneemt, natuurlijk niet de volle f 10.000 ervoor geven. Zij trekt ervan af een bedrag voor het rente-ver lies, dat zij gedurende die 6 maanden zal lijden door de hoofdsom reeds terstond aan den verkooper (endossant van den wissel uit te betalen. Is het disconto 5 °/o, dan wordt dus 5 °/o 'sjaars over f 10.000, is 21/2 °/o over 6 maanden, afgehouden. Wat heeft nu dit disconto te maken met den goud voorraad van de Nederlandsche Bank? Het antwoord is zeer eenvoudig. Wanneer het disconto hoog is, gaat er minder geld uit het land en komt er meer in. Immers het disconto is de rente-vergoeding voor het gemis van kapi taal, waarmede men wissels en promessen koopt Het disconto is de voornaamste soort van rente-vergoe ding voor geld op korten termijn. De rente-vergoeding voor beleening en prolongatie wordt er door beheerscht. Stijgt het disconto, dan stijgt (als regel) ook de rente voor beleening en prolongatie, en omgekeerd. Stijgt dus het disconto, dan beteekent dit dat de rente voor geld op korten termijn hoog is, zal het kapitaal, dat op korten termijn belegging zoekt, minder neiging vertoonen het land te verlaten, en het buitenlandsche kapitaal zal meer neiging vertoonen in het land te komen. Wanneer wij op een bepaald oogenblik 50 milliöen moeten betalen aan Amerika, dan zullen de Amerikanen misschien 25 milliöen voorloopig hier laten, wanneer het disconto hier te lande eenigszins belangrijk hooger is dan aan de overzijde van den Oceaan. Het kapitaal zoekt de plaatsen, waar het de meeste winst afwerpt. Door disconto-verhooging wordt de kapitaalstroom dus gewijzigd ten gunste van het land, dat het disconto ver hoogd heeft. Was er vóór de verhooging meer vraag naar buitenlandsche wissels dan aanbod daarvan (met het ge volg dat de wisselkoersen op het buitenland stegen thans, door de disconto-verhooging, komt er evenwicht tusschen vraag en aanbod. Immers de remises naar het buitenland worden sterk ingekrompen. Wanneer de stijging van de wisselkoersen tot _staan wordt gebracht, en deze weer op het normale peil komen, is goud-uitvoer natuurlijk niet meer noodig. Op die ma nier kan dus door de disconto-politiek de goudvoorraad worden behouden. De disconto-politiek dient niet alleen tot behoud of versterking van den goudvoorraad, maar ook om te voor komen, dat de goudvoorraad té groot wordt. Een te groote goudvoorraad is alles behalve een voordeel, want het goud ligt renteloos in de kelders der circulatie-bank. Wanneer een land gedurende langeren tijd meer van an dere landen te vorderen heeft dan het zelf aan hen schul dig is, zal het zijn goudvoorraad regelmatig zien aan groeien. Wil het daaraan een eind maken, dan wordt het disconto verlaagd. Met het gevolg, dat de geldstroom zich niet meer zoo sterk naar het land, dat zoo veel te vorderen heeft, richt. Het spreekt vanzelf, dat de discontopolitiek niet alleen beteekenis heeft ten opzichte van den goudvoorraad. Ook voor de credieteischen, die aan de circulatie-bank en aan de banken in het algemeen worden gesteld, is zij van groot belang. Een hooge rentevoet immers heeft de strek king de credieteischen te beperken, een lage rentevoet het omgekeerde. De disconto-politiek is voor handel en in dustrie dus van groot gewicht. Zij is ook van beteekenis voor de bankbilletten-circu-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1930 | | pagina 2