DE RAIFFEISEN-BODE. 61 Gezien de enorme belangstelling voor den wedstrijd organiseert de jury nog een derde gedeelte, namelijk een wedkamp in de percentsgewijze toeneming der spaar gelden gedurende 1928. Groningen komt met 9,1%, bries- land met het precies hetzelfde, Drente met 3,8 0/0, Over ijssel met io 0/0 (geestdrift bij de supporters van Over ijssel), Gelderland met 8,5 o/0) Utrecht met 10,9 0/0, Noord- Holland met 12,7 0/0 (de spanning stijgt), Zuid-Holland met 13,6 0/0 (luid gejuich bij de Zuid-Hollanders, teleur stelling 'bij de Noord-Hollanders, die reeds hoopten op een overwinning), Zeeland met 13,9 °/o (het gejuich der Zuid-Hollanders sterft plotseling weg, en wordt vervan gen door een oorverdoovend hoezee-geroep van duizen den stoere Zeeuwen), Noord-Brabant met 7,80/0 (Limburg neemt niet deel.) De jury maakt bekend, dat aan Zeeland de prijs in dezen wedstrijd moet worden toegekend. De Voorzitter overhandigt aan de Zeeuwsche provincie-maagd, gekleed in het zoo schoone Walchersche costuum, een gouden penning met het Zeeuwsche wapen en de Zeeuwscha zinspreuk: ,,Luctor et Emergo" (ik worstel en ik over win.) Overweldigende geestdrift bij het geheele publiek, speciaal bij de Zeeuwen. Ten slotte reikt de jury aan verschillende andere pro vincie-maagden tweede en derde prijzen alsmede troost prijzen uit, zoodat het geheel tot ieders tevredenheid eindigt. De cijfers zijn per 31 Dec. 1928. AFREKENING VAN CHEQUÉ'S. Een cheque is een betalingsopdracht, meestal aan een bank. Nu kan men wel een opdracht tot betaling afgeven, maar dat wil nog niet zeggen, dat die opdracht wordt uitgevoerd. Er kunnen verschillende redenen zijn, waar om de bank, tot wie de betalingsopdracht gericht is (de betrokken" Bank), niet betaalt. Het is mogelijk, dat zij plotseling haar betalingen moet staken. Dit komt natuurlijk zeer weinig voor. Meer komt het voor, dat de Bank weigert te betalen, omdat degene, die de cheque heeft afgegeven, geen tegoed bij haar heeft, of aan het maximum van zijn crediet is. Ook kan het gebeuren, dat de bank niet wil betalen omdat zij een der handteeke- ningen niet geheel vertrouwt, of omdat de verschillende endossementen niet geheel juist zijn. Als een schuldenaar aan zijn schuldeischer een cheque afgeeft, moet deze laatste zich dus vooral niet verbeel den. dat hij daarmede betaling ontvangt. Er is kans, dat de cheque zal blijken niets waard te zijn. Die twijfelachtige waarde der cheque moet ook in het oog worden gehouden door de Bank, aan wie zij ter in casso gegeven (geëndosseerd) wordt. De Bank moet be denken, dat er kans is, dat de cheque zal blijken een waardeloos papier te zijn. De Bank, die direct geld geeft op een cheque, die aan haar geëndosseerd wordt, han delt derhalve zeer onvoorzichtig. Het is daarom dan ook geen gewoonte, dat de Banken geld geven op cheque's. Ook worden zij, die cheque's aan de Bank afgeven, niet op de gewone wijze ervoor gecre diteerd, doch onder gewoon voorbehoud". Dit beteekent, dat de Bank zich het recht voorbehoud om de crediteering weer in te trekken (in den vorm van debiteering voor pen zelfde bedrag) wanneer blijkt, dat de cheque door de betrokken Bank niet voldaan wordt. Het is in het belang onzer Banken, wanneer met het bovenstaande rekening wordt gehouden. Nooit dus geve men terstond geld op een cheque. Ook crediteere men alleen met uitdrukkelijke vermelding onder gewoon voor behoud". Houdt men zich hieraan niet, dan laat men de Bank een onnoodig risico loopen. Wij voegen hieraan nog toe, dat de gang van zaken als volgt is, wanneer de cheque via de Centrale Bank wordt geïncasseerd. De Boerenleenbank endosseert haar aan de Centrale (natuurlijk nadat de houder van de cheque haar op de achterzijde afgeteekend heeft), zendt haar onder gewoon (niet aangeteekend) couvert aan deze op, met een formulier (op aanvrage te verkrijgen), waarop de cheque omschreven wordt; de Centrale cre diteert de rekening der Boerenleenbank terstond na ont vangst, doch met valuta eenige werkdagen later (dit hangt af van de plaats, waarop de cheque is getrokken!; deze crediteering geschiedt onder gewoon voorbehoud". Wan neer twee werkdagen na den valuta-datum bij de Boerenleenbank geen bericht is ingekomen, dat de cheque niet is betaald, kan men aannemen, dat zij wel betaald is. Dan vervalt het voorbehoud dus vanzelf, en kan de Boerenleenbank het bedrag aan den cliënt uit betalen of zijn rekening ervoo'r crediteeren. Een afzon derlijke opgave dezer laatste boeking is niet noodig, om dat er reeds een afrekening onder gewoon voorbehoud heeft plaats gehad.. De Boerenleenbank kan dus bij het aanbieden van cheque's tweeërlei weg bewandelen: of zij geeft een regu af voor de te behandelen cheque, öf zij crediteert terstond onder gewoon voorbehoud. In het eerste geval wordt bij definitieve afrekening het re<;u ingetrokken en vervangen door een bericht van bijschrijving in de rekening (c.q. betaling in contanten); in het tweede geval verloopt het voorbehoud" en heeft zij slechts het bedrag in de reke ning van den houder der cheque te boeken. Boerenleenbanken moeten geen cheque's aannemen van personen, die zij niet kennen, of die zich niet behoorlijk kunnen legitimeeren. 1) Zoogenaamde onregelmatigheid in een der endossementen betaling van zulk een cheque is slechts mogelijk, indien die onregel matigheid wordt hersteld of door een der latere endossanten wordt gegarandeerd; vertraging in de behandeling der cheque is daarvan echter onherroepelijk het gevolg. VAN HEINDE EN VER. UIT EEN SPROOKJESLAND. Er was eens een land waar de coöperaties vrijdom van zegel- en registratie recht genoten voor alle akten van verkoop, hypotheek en huur, die zij met hare leden aangingen; waar de coöperaties vrijdom van zegelrecht genoten voor alle stukken betreffende leeningen tot een klein be drag; waar de akten van oprichting v^n coöperatie's niet aan eenig recht of belasting waren onderworpen; waar de rechters de zaken der coöperatie's behandelden vóór andere zaken; waar de coöperatie's de aan haar verschuldigde be dragen op zeer gemakkelijke wijze konden laten invor deren door de belasting-ambtenaren; waar ten behoeve van de coöperaties pandrecht op vee en in het algemeen op zaken, die. in het bezit van den schuldenaar bleven, was mogelijk gemaakt; waar de coöperatie's nog verschillende andere voor deelen op fiscaal en juridisch gebied genoten te veel om op te noemen Het klinkt inderdaad als een sprookje uit een luilek kerland voor de coöperatie. Een sprookje ook van waar deering van de zijde der overheid voor het goede, dat de coöperatie doet, van juist begrip voor haar hoogst belangrijke maatschappelijke functie. Fin toch het is geen sprookje, maar zuivere werke-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1930 | | pagina 3