No. 7
JANUARI 1930
OFFICIEEL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK
TE UTRECHT
Vijftiende Jaargang
DE RAIFFEISEN-BODE
Verschijnt den eersten van
iedere maand.
Abonnement f 0.50 per jaar.
Losse nummers 10 Cent,
franco per post.
Redactie en Administratie
KR. NIEUWE GRACHT 19
UTRECHT.
Tel. Interc. 15867
INHOUD: a. Mededeeling: Handelsregister.
b. Redactioneel gedeelte: i. Bij de jaar
wisseling. 2. Geld- en Effectenmarkt. 3. Uitzettingen
der boerenleenbanken in verband met de gedeponeerde bedra
gen (Vervolg). c. Overgenomen: 1. De Commer-
ciëele Banken en de Boerenleenbanken. 2. Belegging van
gelden van Kerkvoogdijen bij Boerenleenbanken. 3. Be
staat er tegenover den fiscus een bankgeheim d. Uit
onze Boerenleenbanken: 1. Landbouwcoöperatie
ingezonden door Joh. Obbink, Kassier Aalten. 2. Het
Handboekje; ingezonden door F. J. C. Voorthuis, Voorzitter
Bestuur Twello, met noot der Redactie. 3. Niet meer
praten, maar doen; ingezonden door J. Ennik, Kassier Knol
lendam. e. Advertentiën.
MEDEDEELING.
HANDELSREGISTER.
Wij herinneren aan art. 17 lid 2 der Coöperatie-wet, lui
dende (voor zoover hier van belang)„Binnen eene maand
na het einde van ieder boekjaar wordt door het Bestuur
eene schriftelijke opgaaf van de wijzigingen, die de leden
lijst in den loop van het boekjaar heeft ondergaan, aan de
ten kantore van het Handelsregister neergelegde lijst toege
voegd, of wordt, zoo de Kamer van Koophandel dit noodig
oordeelt, een nieuwe lijst overgelegd."
Vóór 1 Februari a.s. moet dus worden opgegeven, welke
personen in 1926 hebben opgehouden lid te zijn en welke
personen zijn toegetreden. De opgave moet worden onder
teekend door twee bestuursleden.
REDACTIONEEL GEDEELTE.
BIJ DE JAARWISSELING.
't Is thans een jaar geleden, dat ik zoo ernstig ziek was,
dat ik vreesde geen volgend nieuwjaar meer te beleven en
het is mij daarom aangenaam, nu ik er inmiddels weer aar
dig bovenop gekrabbeld ben, ditmaal bij de intrede van het
nieuwe jaar zelf de pen ter hand te nemen en U allen in onze
Raiffeissen-Bode, die nu al 15 jaar de spreekbuis met onze
banken vormt, van harte alle goeds voor het jaar 1930 toe
te wenschen. Vanzelf sla ik dan daarbij een terugblik op het
afgeloopen jaar en komt 't mij voor, dat wij allen 'daarop
met tevredenheid mogen terug zien.
In ons bestuur, onze Directeuren en hoofdambtenaren,
kwam geen verandering en de aangename en degelijke samen
werking, die er steeds bestond, is onveranderd blijven be
staan. Zoowel daarvoor als voor den ijver, dien allen, ook ons
verder personeel, betoonden is een woord van groote waar
deering hier op zijn plaats.
Uit onzen Raad van Toezicht verloren wij in 't begin van
dit jaar het lid Baron Collot d'Escury, wiens verdiensten voor
onze organisatie reeds in de Algem. Vergadering en in de
Raiffeisen-Bode werden herdacht.
Moge een flink en degelijk persoon met evenveel belang
stelling voor onze organisatie als de overledene had, eerlang
die ledige plaats innemen.
Overigens bleef onze Raad van Toezicht, waarmede ge
regeld periodiek vergaderd werd en steeds op aangename
wijze verschillende gewichtige zaken onze organisatie betref
fende, werden besproken, ongewijzigd.
Laat ik de hoop uitspreken, dat de zoo gewaardeerde mede
werking, welke wij van die zijde ondervonden, ons ook in het
vervolg blijve geschonken.
En nu wat den toestand onzer zoo groote organisatie in
haar geheel betreft.
Onze Centrale met haar 725 aangesloten banken is allengs
een geldinstituut van zeer vooraanstaande beteekenis ge
worden.
De kracht dezer instelling schuilt eensdeels in den sterken
band van saamhoorigheid, die allen verbindt (en waartoe de
centrale ringvergaderingen met de voormannen uit onze
organisatie belangrijk bijdragen) en anderdeels uit het nauw
gezet en voorzichtig beheer, dat niet alleen door onze Centrale
steeds betracht wordt, doch ook door de Besturen, Leden van
den Raad van Toezicht en niet vergeten de Kassiers onzer
locale banken met veel toewijding wordt gevoerd en waartoe
onze zich steeds uitbreidende inspectie, die over vele uit
nemende krachten beschikt, óok zeker het hare bijdraagt.
Onze Centrale Bank zelve staat er uitstekend en volkomen
veilig voor, hare reserve neemt jaarlijks regelmatig toe en
zal ook over 't afgeloopen jaar ongetwijfeld weer verhoogd
kunnen worden; hare beleggingen zijn van zoodanig deug-
delijken aard, dat de in 't laatst van 't jaar 1929 plaats gehad
hebbende koersdalingen en beurscrisis zonder letsel aan haar
voorbij gingen; voor hare liquiditeit wordt steeds met de
meeste zorg gewaakt en die is en blij ft groothare verstand
houding met de Ned. Bank, die eenige jaren geleden wel wat
te wenschen overliet is nadat de Ned. Bank ons bedrijf
meer van nabij onderzocht en in studie genomen had weer
veel aangenamer geworden; ons juridisch bureau, dat over
goede krachten beschikt, die zich gaandeweg in de aange
legenheden van onze Centrale en hare locale banken geheel
ingewerkt hebben, is voor allen naar ik overtuigd ben een
groote steun; onze nog vrij jonge Grondkapitaalbank groeit
en ontwikkelt zich op zeer bevredigende wijze en heeft al in
vele behoeften voorzien; en dat er ten slotte naast hetgeen
door de aangesloten banken reeds zelve geschiedt, ook door
de door onze Centrale Bank door het'geheele land verleende
credieten en leeningen ook aan buiten onze organisatie
staande coöperatieve instellingen op land- en tuinbouwgebied
zeer veel en nuttig werk gedaan wordt behoeft wel geen
betoog.
Natuurlijk moet bij de uitleening van gelden streng ge
zorgd worden voor voldoende waarborgen en zekerheid, en
zulks te meer nu de naaste vooruitzichten voor land- en tuin
bouw -en vooral voor dit laatste bedrijf zich niet meer
zoo gunstig laten aanzien als eenige jaren geleden.