DE RAIFFEISEN-BODE. 43 Ik bedoel hier niet het recht van bestaan op Juridische gronden, doch op practische en moreele gronden. Ter verduidelijking dit: Er bestaat hier ergens in de buurt een bloeiende Land- bouw-Aankoopvereeniging, een coöperatie tot inkoop van, zaaizaden, kunstmeststoffen, voederartikelen, zelfs van steenkolen, koffie en meelsoorten. Deze waren zijn van goede kwaliteit en verkrijgbaar gesteld voor de leden In.... voor niet-leden. a Deze coöperatieve vereeniging was in de gelegenheid een groote kruidenierszaak over te nemen, zoodat nu, aan de leden, landbouwers, voor de omgeving voortaan lok krenten, rozijnen, macaroni en mosterd kan worden lerstrekt en jam, tabak en suiker en zalm in blik. Daar nu alsnog in bedoelde streken de landbouwers Iele kruidenierswaren als hier verkocht zullen worden, 'piet gebruiken, stelde men de kruideniersaffaire ook ■wederom) open voor niet-leden. Men moet toch de kosten dekken en door grooten afzet op alle kruideniers- artikelen het mogelijk maken een jaaruitkeering aan de Ie d e n te verzekeren, zoo zegt men. Is dit nu wel een juiste vorm van (Landbouw)-coöpe- latie? Lijkt dit nu niet al te veel op een onderneming, welke liet ligt op het gebied van den Landbouw en die slechts geldelijk voordeel voor de leden beoogt. Is hier niet een onnoodige, unfaire concurrentie in het levert geroepen ten opzichte van goede, degelijke bestaande larticuliere kruidenierszaken in het plaatsje? En als dit goed gepraat en goed gevonden kan worden, jpoet dan bij dezen vorm van coöperatie stil worden ge staan en kan men dan niet verder gaan en ook een Coöpe ratieve Landbouw-Kapperszaak gaan inrichten en een Coöperatieve Landbouw-Manufactuurwinkel? Niet over de Coöperatieve Idee, doch wel over de Soort en den vorm; de strekking of het doel van diverse sjoöperaties zal meeningsverschil blijven. En de. vraag is dan ook nu: Is de hierboven geschetste kruidenierscoöperatie oorbaar voor Landbouwers? Geachte redactie, ik weet zeer goed dat de Raiffeisen- Bode nu niet is een blad of orgaan voor kruideniers praatjes, doch daar velen in het hier genoemde plaatsje nieenen dat dit soort coöperatie niet door den beugel kan, waar anderen haar geheel normaal en juist vinden in het goed gezien en begrepen belang der landbouwers, laar zoude ik zoo gaarne de beredeneerde meeningen fan anderen over deze zaak hooren. Wellicht zijn er be kwame pleitbezorgers, doch wellicht ook zullen anderen peze soort en vorm van 1 a n d b o u w-coöperatie streng afkeuren als een „zaakje", als een „speculatieve onderneming", die slechts het materieele be lang aan de leden-landbouwers beoogt en die meenen dat zulk een vorm niet ligt op het gebied van den land bouw, ook wijl daardoor ongekende schade wordt berok kend aan veel zakenmenschen zonder noodzaak. Ik zoude laame ook uwe meening hierover hooren. Een lid van meerdere landbouw- 1 Nov. '29. coöperaties. |>N DERSCHRIFT DER REDACTIE. De geachte inzender vraagt, of de hierboven geschetste kruidenierscoöperatie oorbaar is voor landbouwers. I Het is altijd moeilijk een oordeel te vellen over een be paalde zaak, wanneer men slechts enkele algemeene in lichtingen daarover heeft en niet alle bijzondere omstan digheden kent. Daarom willen wij de vraag, die de ge achte inzender stelt, liever ver-algemeenen, en op die •algemeene vraag een algemeen antwoord trachten te geven. Wij vertrouwen daarmede ook wel in den geest S'an den inzender te handelen. Wij vragen ons dus af: is het in het algemeen juist een coöperatie te hebben, die eigenlijk drijft op, althans niet kan bestaan zonder het werken met niet-leden? Zonder aarzelen geven wij op deze vraag een ontken nend antwoord. De voornaamste reden, waarom wij een coöperatie, die het van niet-leden hebben moet, afkeuren, is deze. Zulk een coöperatie draagt een sterk commercieel karakter; zij is ten deele een gewone „speculatieve" handels-onder neming. Dit brengt mede, dat zij de gewone handels risico's loopt. En dit vinden wij totaal verkeerd. De praktijk heeft bewezen, dat dit tot groote teleurstellingen en moeilijkheden lijdt. De leden verwachten geen han- delsverliezen; zij zijn immers in een „coöperatie". Wan neer die verliezen nu toch komen, zijn zij zeer teleurge steld en verbolgen. De coöperatie heeft het natuurlijk voorgoed bij hen verbloemd (zij denken er niet aan, dat zij zelf de schuld dragen, omdat zij van den weg der: coöperatie zijn afgeweken). Het is bovendien mogelijk, dat de leden door het verlies zeer gedupeerd zijn. Op een klein aantal leden rust misschien een betrekkelijk groot verlies. Zoowel voor de leden als voor de coöperatie in het algemeen brengt dit soort coöperatie dus zeer onge- wenschte risico's en bezwaren mede. Naast dit hoofd-bezwaar zijn er nog enkele kleinere bezwaren. De geachte inzender noemt reeds de benadeeling van particuliere handelaars. Deze benadeeling is ook het ge volg van een juist toegepaste coöperatie. Maar als ge volg daar-van is zij zeer goed te verdedigen. De goede coöperatie geeft een economisch voordeel voor de groote groep harer leden, en daarvoor moet het belang van eenige enkelingen wijken. Wanneer echter de leden slechts weinig in aantal zijn, is er voor benadeeling van enkelin gen minder reden, vooral wanneer dit degelijke en eerlijke dorpsgenooten zijn. Er is aan een coöperatie, die het moet hebben van niet-leden, ook het gevaar verbonden, dat zij hoe langer hoe meer in speculatief vaarwater komt. L'appétit vient en mangeant, zeggen de Franschen. De eetlust komt al etende. Gaat het goed met den handel, en levert hij winsten op, dan wordt hij uitgebreid, en als er dan eens een „krach" komt, is deze natuurlijk dubbel ernstig. Een coöperatie is meestal niet geschikt voor gewonen handel. Hare organisatie deugt niet daarvoor. Als laatste bezwaar noemen wij dit, dat een coöperatie, die op groote schaal met derden handelt, onder een valsche vlag vaart. De coöperatie is ingesteld voor samen werking van belanghebbenden, voor het werken met de leden, en daarvoor moet zij dan ook gebruikt worden. Wij vestigen ten overvloede nog de aandacht erop, dat dit een algemeen antwoord op een algemeene vraag is. Er kunnen zich bij bijzondere coöperatie's bij zondere omstandigheden voordoen, die het gewenscht maken t ij d e 1 ij k het op grooten schaal handelen met niet-leden te aanvaarden. Ook wijzen wij erop, ter voorkoming van misverstand, dat wij niet elk handelen met derden afkeuren. Blijft dit binnen bescheiden perken, dan is er niets tegen. Dit is b.v. het geval met het opnemen van spaargelden van derden door de Boerenleenbanken. Het voornaamste doel der Booerenleenbanken (een goede credietverleening) wordt hierdoor sterk bevordert, en voor de Banken spru t uit het opnemen van gelden van derden geen risico voort. Op hypotheken, behalve crediethypotheken, kan alléén afgelost worden; afgeloste bedragen kunnen dus nooit weder opgenomen worden!

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1929 | | pagina 7