Serie O. O. Serie O. O. DE RAIFFEISEN-BODE. 39 No. i 8 4S 54 6i 63 68 79 98 101 108 125 128 167 168 171 173 180 181 202 206 208 218 231 241 259 272 288 290 296 298 302 322 334 345 346 361 364 399 414.42' 423 428 430 446 454 Stukken van f 500.—. Serie M. No. 434a 434b 442a 442b Serie N. No. 408a 408b 455a 455b 462a 462b 492a 492b Serie O. No. 409a 409b 416a 416b 451a 451b Serie P. No. 412a 412b 434a 434b 493a 493b Serie Q. No. 408a 408b 438a 438b 449a 449b 459a 459b Serie S. No. 401a 401b 406a 406b 412a 412b 438a 438b 457a 457b 458a 458b 466a 466b 489a 489b 497a497b Serie W. No. 401a 401b 404a 404b 408a 408b 41 ia 411b 442a 442b 464a 464b 486a 486b 487a 487b Serie X. No. 401a 401b 408a 408b 411a 411b 463a 463b 467a 467b Serie Z. No. 414a 414b 415a 415b 431a 431b 432a 432b 442a 442b 450a 450b 467a 467b 482a 482b 483a 483b Serie A. A. No. 227a 227b 243a 243b 246a 246b 250a 250b 451a 451b 481a 481b 488a 488b Serie C. C. No. 460a 460b 461a 461b 462a 462b 467a 467b 470a 470b 477a 447b 478a 478b 492a 492b 493a 493b Serie D. D. No. 48sa485b Serie E. E. No. 485a 485b 489a 489b 494a 494b 497a 497b Serie H. H. No. 491a 491b 496a 496b 498a 498b Serie L. L. No. 478a 478b 479a 479b 493a 493b 497a 497b 499a 499b No. 482a 482b 485a 485b 494a 494b 497a 497b Wij maken de houders er opmerkzaam op, dat deze uitgelote stukken rente dragen tot 31 December a.s. Na dien datum wordt daarop geen rente meer vergoed. De Banken worden verzocht met de toezending der uitgelote stukken niet tot den laatsten dag te wachten, maar dit reeds in den loop der maand December te doen; per 31 December worden zij er dan voor gecre diteerd. Voor obligaties, welke na 31 December in ons bezit komen, wordt men gecrediteerd op den dag, waarop wij ze ontvangen. Van deposito-obligaties, welke bij de Centrale Bank in bewaring zijn gegeven, gaan wij zelf de uitloting na en zorgen wij, dat uitgelote stukken per 31 December worden geboekt, zoodat men ons dit niet behoeft te schrijven. De Boerenleenbanken, welke obligatiën bij particu lieren hebben geplaatst, zijn verplicht dezen van even- tueele uitloting in kennis te stellen. Er worden nieuwe series 4V20/0 deposito-obligaties uit gegeven, zoodat men in de plaats van de uitgelote stukken nieuwe kan bekomen. Men gelieve dit dan spoedig op te geven. REDACTIONEEL GEDEELTE. DE UITZETTINGEN DER BOERENLEENBANK IN VERBAND MET DE BIJ HAAR GEDE PONEERDE GELDEN. De Boerenleenbank is de schakel tusschen hen, die geld voor korteren of langeren tijd over hebben, en hen, die gelden in hun bedrijven kunnen gebruiken. Daar de bank slechts bemiddelaar is, moet zij ervoor zorg dragen, de gelden, welke haar toevertrouwd worden, zoodanig uit te zetten, dat zij ze t.z.t. weer ten volle aan haar spaarders en deposanten kan uitkeeren. In de eerste plaats zullen hare uitzettingen derhalve solide moeten zijn. Dank zij het beperkte werkgebied waardoor de be sturen onzer banken met de capaciteiten, de moraliteit en de finantiëele omstandigheden van hare leden, voor schot of credietnemers, en met de waarde der gestelde persoonlijke of hypothecaire zekerheid volkomen op de hoogte kunnen zijn mag vertrouwd worden, dat bij onze Boerenleenbanken de soliditeit der uitzettingen den toets der critiek zal kunnen doorstaan. De praktijk van zoovele jaren heeft ons in dit opzicht dan ook niet teleur gesteld. Er is echter nog een andere eisch, welke in het alge- meen aan een bank als bemiddelaar tusschen geldbe zitter en geldnemer kan worden gesteld. En wel deze, dat niet alleen te eeniger tijd het aan de bank toevertrouwde geld ten volle zal moeten worden terugbetaald, doch dat dit ook geschiedt op tijd, n.1. dan, wanneer, met inachtneming van een overeengekomen op zeggingstermijn, de spaarder of deposant over zijn gelden wil beschikken. Zou de bank niet op tijd aan hare verplichtingen vol doen, zoo zou het vertrouwen, dat toch de grondslag is, waarop de banken kunnen bestaan, indien het al niet ge heel verdween, toch wel zeer geschokt worden. Bovengenoemden eisch nu, dat de bank in staat moet zijn, de haar toevertrouwde gelden op tijd te kunnen terugbetalen, zou men kunnen noemen den eisch van voldoende liquiditeit. Werd van de banken een absolute liquiditeit ge- eischt, d.w.z. werd van haar gevorderd, dat ze steeds, zonder (tijdelijke) hulp van andere, in alle omstandig heden, volledig en direct alle dagelijks opeischbare gel den moet kunnen terugbetalen, dan zou hare beteekenis in het economische leven vrij gering zijn. Zij zouden dan al haar direct opeischbare gelden steeds in contanten of wel direct realiseerbare waarden voor handen moeten hebben. Zelfs niet een gedeelte van de gedeponeerde gelden zou mogen bestemd worden voor credietverleening ter ver schaffing van het benoodigde omloopende, losse bedrijfs kapitaal. Dat wordt echter, in de bankwereld, in het algemeen toelaatbaar geacht. De dagelijks opzegbare gelden te bestemmen voor cre- dieten en leeningen op langen termijn, wordt- intusschen veroordeeld. Men zal aan bevroren credieten wel eens niet geheel kunnen ontkomen, maar in beginsel neemt men aan, dat de bank het door haar h deposito ontvangen kapitaal niet voor vastleggingen kapitaal vastgelegd in grond, ge bouwen e.d. mag uitleenen. Wij nemen aan, dat deze regel onverzwakt moet gelden voor de veelal zeer vlottende deposito's der commer- cieele banken. Voor de "meestal zeer vaste spaargelden van onze boerenleenbanken achten wij echter een beperkte afwij king van dezen strengen regel geoorloofd. Voorzichtigheid is ook hier geboden en niet elke boe-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1929 | | pagina 3