35 DE RAIFFEISE N-B ODE. ji werken zoo buitengewoon economisch" op ver- lillende stemmen na te zingen. Immers wij behoeven niet te verdienen voor dividend tantième o f afschrijvingen van beteekenis, onze reser- £keeren direct in den vorm van lagere, resp. hoogere de in de beurzen van de leden terug..... en toch. ["och heeft me in al die jaren steeds het gevoel bekro- i 'dat we niet geheel eerlijk concurreeren met of rén de commercieele banken. Deze toch beloonen hun rsoneel volgens de maatstaf, welke geldt op de pu- eke markt, houden ook rekening met buitengewone kivaamheid of bijzondere plichtsbetrachting. [?n wijWij huiveren voor het toekennen van pre- tiegeld aan bestuur en Raad van Toezicht, wij sala- :ren onze kassiers, ja zeker, maaronze onkosten,, t waar, zijn voor een niet gering deel zóó laag, omdat onvoldoende beloonen. in nu lacht de lezer, want hij hoort weer een oratie* j domo, een preek voor eigen parochie, en met het, len van deze diagnose over den oorsprong z^1.) i mijn opmerkingen, meent hij ze gerust naast zich ïmogen neerleggen, zonder zich verder in te spannen er de vraag of ze ook eens heel juist zouden kunnen jVij steken 't hoofd omhoog.... en terecht, maar zullen de eerkroon dragen in het strijdperk met de commer- :1e instellingen, dan moeten alle coöparatieve Boeren- aiibanken naar waarde bezoldigen èn kassiers èn be- Jursleden èn leden van tien Raad van Toezicht, det dank voor de plaatsing, Arts B. BUIS. Moot der Redactie. De geachte inzender pleit kr een behoorlijke belooning voor èn kassiers, èn be- iursleden, èn leden van den Raad van Toezicht. Wij - het met dit pleidooi eens, maar wij zijn van meening, de belooning van den leden van Bestuur en Raad Toezicht nooit verder mag gaan dan de toekenning i een passend presentiegeld. Men moet van het lid- atschap van Bestuur en Raad van Toezicht geen antje" maken. En dit zou toch het geval zijn, wan- ;r men salaris eraan verbond. Het gevaar zou dan staan, dat sommigen naar een benoeming tot be- urslid gingen jagen ter wille van het salaris. Dit zou i geheel verkeerde toestand in het leven roepen. Het rtrouwen in de bestuursleden zou verzwakken. Er zou ij fel ontstaan aan hun onbaatzuchtigheid. Twijfel, die arschijnlijk in vele gevallen niet gerechtvaardigd zou zijn, iar men moet bedenken, dat vele menschen nu een- tal gaarne het ergste denken. Bovendien bestaat het gevaar, wanneer het beginsel in salariëering der bestuursleden enz., ingang vindt, it sommige bestuursleden willen trachten de zaken der berenleenbanken uit te breiden, en daarmede ha-re win- in te vergrooten, om daardoor te komen tot verhooging in salaris. Een van 'de groote voordeelen van het bui ige systeem is juist, dat de leden van Bestuur en Raad Cn Toezicht bij een vergrootïng van de winst der Bank éen belang hebben, en derhalve niet aan de vefieiding loot staan minder soliede zaken te doen. IWij zijn ervan overtuigd, dat wij ons moeten houden In het oude, beproefde beginsel: geen salariëering) an bestuurders en leden van Raad van Toezicht. Dat ij een presentiegeld behooren te genieten, ter vergoeding an tijdverzuim, staat bij ons vast. Maar zijn er nog ban en, die dit niet toekennen? Wat de kassiers betreft merken wij nog op, dat de pspectie eenige jaren geleden een min of meer officiéél Lntenstelsel hiervoor heeft ontworpen. Dit stelsel waar- jargt o.i. een behoorlijke salariëering. j Dat wij niet geheel eerlijk concurreeren met de com- perciëele Banken, wil er bij ons niet in. De concurrentie s o.i. volkomen eerüjk. Het is een vreedzame strijd tusschen twee verschillende systemen. Men kan ze niet met elkaar vergelijken. Geachte Redactie, Met groote voldoening zullen Bestuurderen én Kas siers van onze Boerenleenbanken zeer zeker gelezen heb, ben het hoofdartikel in de Raiff.-Bode van Oct. j.U Helder wordt daarin voor oogen gesteld het groot voor deel dat onze boeren en tuinders genieten door het werk der Boerenleenbanken. En waar Bestuurderen en Kas- siers daarin ook zien mogen het resultaat van hun toe wijding en arbeid, daar is zulk een artikel hun als het ware een hart onder den riem. Toch rees bij ons ééne vraag, toen wij zoo becijferd zagen de lage bedrijfskosten van Boerenleenbanken. En wel deze: worden die lage bedrijfskosten niet voor een deel bereikt ten koste van hen die de dagehjksche zorg en arbeid van de steeds uitbreidende Banken te torsen Heeft men er wel genoeg erg in, hoe Boerenleenban ken van flinken omvang en gestadige uitbreiding gaan vorderen de geheele levenstaak van den kassier of al thans een zeer belangrijk deel daarvan? In de practijk gaat het dikwijls zóó, dat de kassier man is van eenig vermogen of nog andere betrekkingen ver vult, waaruit hij een burgerbestaan heeft. Doch de vraag behoort onder de oogen gezien of een betrekking, die tot een levenstaak is uitgegroeid, ook niet als zoodanig behoort beloond te worden. De Boerenleenbanken staan te hoog, om te parasiteeren op bronnen van inkomst/ welke de kassier uit anderen hoofde bezit. Ik bedoel hiermede geen onvriendelijkheid of persoonlijke klacht, doch het komt mij voor, dat de oude spreukals heti getij verloopt, moeten de bakens verzet worden, hier niet vergeten mag worden. De naam kassier wordt tegenwoordig gaarne vervan gen door: bedrijfsleider. En inderdaad, die naam drukt veel duidelijker uit de taak van den man, die geheele administratie met zooveel wat daaraan verbonden is voor zijn rekening heeft. Doch geeft men zich wel altijd goed rekenschap, wat het zeggen wil bedrijfsleider te zijn van een flmke, was, sende Boerenleenbank? Het kassiersschap is niet- langer bijbaantje, waar met wat schrijf- en rekenwerk aardig mee wordt verdiend; doch een zeer verantwoordelijke betrekking, die veel administratieven arbeid, voortdurende accuratesse en groote getrouwheid vordert. Ik twijfel niet of de schrijver van het hoofdartikel is daar zeer wel van overtuigd. Mijn opmerking bedoelt dan ook geen critiek op de hoofdstrekking van dat artikel. Alleen maar er is ook een grens aan het zuinig beheer. O ja, ik weet wel, dat de gedachte soms rondsluipt, „niets geen bezwaar, als onze kassier de betrekking te zwaar gaat vinden, er zijn genoeg personen die zulk een baantje graag hebben willen." O ja, die zijn er genoeg! Wanneer men er naar het. inschrijven, kwam men vast nog goedkooper klaar. (N.B. Voor de betrekking van gemeente-ontvanger sol licitanten bij dozijnen; doch van de vijftig soms nog geen twee, die de gemeente-rekening kunnen opmaken.) Er* de controle is daar om de zaak recht te houden (sic.) Doch ik durf mij te vleien, dat de schrijver van het. hoofdartikel er zoo niet over denkt. Ja, ik durf zelfs hopen, dat bij een volgenden ke.er zijn welversneden pen eens aan dit onderwerp zal willen te werk zetten. Met beleefd verzoek tot opname in de eerstevolgende Raiff.-Bode, waarvoor bij voorbaat dank. Hoogachtend, FRANS DE JONG. Lexmond, i4-io-'29.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1929 | | pagina 7