DE RAIFFEISEN-BODE. 33 tot nog toe zijn zaken deed met en bij een Afd. der Boaz-i Êank. Reden, althans een er van, was wel de lagerei rente bij onze bank. Dit feit bracht mij toen aan heti denken de redenen over de mogelijkheid daarvan op te sporen, omdat met onze rente-cijfers bij de Centrale Bank toch ook nog een aardige winst werd gemaakt. Allereerst bracht het mij opnieuw tot de erkenning dat het beheer bij het Hoofdbestuur in goede handen is. Echter wilde het er bij mij niet in, dat dit bij de parti- auliere banken in het algemeen niet het geval zou zijp et» lat zuinig beheer daar niet zou worden toegepast. Er ïoest, kwam mij voor, nog een andere of meer andere ijn. Uit uw artikel blijkt nu het groote verschil in nkosten. Maar alweer de vraag hoe 'komt dat. Uit de erdere artikelen in dat blad blijkt dat de ongevallen- ret 1922 en de ziektewet eenigermate daartoe mede- ■erken, echter ook slechts ten deele en moet er of loeten er meerdere factoren zijn. Bij mij rees toen de raag of dat groote verschil in onkosten kon worden eroorzaakt doordat bij de Boerenleenbanken zulk een root getal menschen een gedeelte van hun tijd enl erkkracht zonder noemenswaardige vergoeding be- rhikbaar stellen? Bij de Centrale Bank te Utrecht zijn pl.m. aangesloten do Locale Banken. Het Bestuur en Raad van Toezicht ah iedere, bank bestaat minstens uit zes personen, a.1- 00 minstens 3600 menschen welke bijna zonder be loning, in Nederland er toe mede werken dat de on- osten bij de Centrale Bank te Utrecht in verhouding it andere banken gering is. Zou hierin de hoofdzaak van het verschil gelegen' unnen zijn? Zoo ja, ik zou het niets erg vinden, alleen du ik het Hoofdbestuur willen verzoeken of er iets p te vinden zou zijn dat de te maken winst ook alleen! e leden der banken ten goede zou komen en niet werd itgeleend aan gemeenten oï andere lichamen voor 4 óf V2 °/o rente, terwijl de leden der banken 5 0/0 moeten be den, b.v. door het verstrekken van Hypotheek recht- treeks van uit de Centrale Bank en onder haar eigen eheer. EEN LID. Noot der Redactie. De opmerking van den ïzendei is juist. Het betrekkelijk geringe bedrag der nkosten bij de Boerenleenbanken wordt voor een groot eel veroorzaakt door het feit, dat er zoo velen jn, die alleen tegen vergoeding van een presentie- elü de belangen der Banken behartigen. En, mogen wij r ook wel bijvoegen, dat de kassiers over het algemeen iet een bescheiden salaris genoegen nemen. Er zijn :hter nog andere oorzaken. De Boerenleenbanken heb- en geen groote gebouwen, die veel aan onderhoudkos- ten, geen duur materiaal (boekhoud-machines, enz.), geen ;clame-kosten. En dan is nog een voorname oorzaak, at de aard van het bedrijf der Boerenleenbank zoo- anig is, dat het niet veel onkosten behoeft te veroor- iken. Het bedrijf is over het algemeen zeer eenvoudig. Met het slot van het artikel zijn wij het niet geheel sns. De inzender doet het voorkomen, alsof de Cen trale een deel van de winst gunt aan gemeenten en, ndere lichamen, waaraan zij leent, zegt hij, tegen 4 of l/2 In de eerste plaats is het althans op het oogen- lik niet juist, dat de Centrale tegen zulke percentage's m gemeenten, enz. leent. Maar gesteld dat zij het deed,, an wil dat nog niet zeggen, dat zij op die manier een, eel der winst, dat eigenlijk toekwam aan de leden der oerenleenbanken, overhevelt naar gemeenten, enz. De Centrale moet nu eenmaal de overtollige gelden. Dor een groot deel beleggen in kasgeldleeningen aan, emeenten, enz. Zij moet dat doen, omdat zij deze gel en liquide moet houden; gezorgd moet worden, dat zij legen eind April (den tijd der groote geldbehoefte bij de Boerenleenbanken) weer terugvloeien. Wanneer de Centrale hare gelden belegde in hypotheken, zooals de inzender blijkbaar wenscht, zouden zij natuurlijk niet elk iaar oer eind April (of op een ander tijdstip, waarop geldbehoefte mocht ontstaan) ter beschikking kunnen worden gesteld. Belegging van een groot deel der bij de Centrale ge deponeerde gelden bij gemeenten, enz. is dus een nood zakelijkheid. Als nu de gemeenten niet meer willen geven dan 4 of 4V2 °/o, is dat iets, waar de Centrale niets aan kan doen. Zij heeft zich, evenals alle andere Banken, te onderwerpen aan den algemeenen rente-standaard. Men mag niet zeggen, dat zij, tegen zulk een rente geld beleggende, aan de leden der Boerenleenbanken voor- deelen onthoudt, die hun rechtens toekomen. Wij maken uit den slotzin ook op, dat de inzender niet bekend is met het feit, dat'de Centtrale aan leden der Boerenleenbanken hypotheken verstrekt. Als hij, het laatste jaarverslag leest, zal hij zien, dat eind 1928 bijna 6 millioen aan hypotheken uitstond (men weet, dat de Centrale hare hypotheken verstrekt niet uit de deposito's der Boerenleenbanken, doch uit de deposito-obligatie's). En de Centrale is in dezen waarlijk zeer tegemoetkomend tegenover de leden der Boerenleenbanken. Gerekend wordt slechts 43/4 0/0 plus i/2 °/o afsluitprovisie. De tegenwoordig geldende rente-standaard wettigt on getwijfeld een hooger percentage. De Centrale is echter niet een instelling, die allereerst eigen winst najaagt. De inzender schrijft, dat bij onze Cerjtrale ongeveer 600 Locale Banken zijn aangesloten. Wij verwijzen hem nogmaals naar het laatste jaarverslag, waaruit hem zal blijken, dat wij de 700 reeds een eind zijn gepasseerd. DE KASSIER EN DE ONGEVALLEN- EN ZIEKTE VERZEKERING. De kassier van een Boerenleenbank gaat er op uit: per fiets, per motorrijwiel, per auto of per andere reis gelegenheid, om een zwakke post met borgen in de verte te verbeteren of af 'te wikkelen. Onderweg treft hem een ernstig ongeval. Zal de Bank nu de schade van. het ongeval, in dienst betrekking overkomen, vergoeden? Ik vrees van niet. Recht heeft de kassier er althans niet op. Doch nu biedt de Land- en Tuinbouwongevallenwet de gelegenheid, dat kassiers onder de beschermende werking van die wet vallen. Het administratieve werk, dat er aan verbonden is, heeft de kassier voor zijn rekening; de premie kan voor geen enkele bank bezwaar zijn; wat kan er tegen zijn dat de kassier van een Boerenleenbank in deze ver zekering deelt? Niet anders staa.t het met de Ziekteverzekering. Of denkt men dat iedere kassier zoo rijk is (of wordt, in zwaar-gesalarieerde betrekking!) dat hij steun ontberen kan. Of zal de Bank hier helpend optreden? Ik vrees van niet. Recht heeft de kassier er althans niet op. Doch nu schept de Ziektewet de mogelijkheid, dat ook .kassiers van Boerenleenbanken onder de beschermende werking van die wet vallen. Ook hier is het administra tieve werk, dat er aan verbonden is, voor rekening van den kassier; ook hier kan de premie geen beletsel zijn. Welnu, wat kan er dan tegen zijn, dat de kassier vajn een Boerenleenbank in deze verzekering wordt opge nomen Of kan een kassier zich niet verzekeren? Is hij in tijden van besmettelijke ziekten, juist door zijn omgang met vele menschen, niet in grooter gevaar dan vele anderen? Zijn de stapels bankpapier, diie hij te verwerken heeft, niet zoovele haarden van allerlei booze bacteriën? Mooier zou het zijn, wanneer de Boerenleenbanken zelf hun kassier en andere beambten verzekerden. Doch

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1929 | | pagina 5