3654 3654 36 36 6 DE RAIFFEISEN-BODE. anders. (Kan wiskundig aangetoond worden). Omwis seling van vermenigvuldiger en vermenigvuldigingsge tal wordt vaker toegepast. „Als de uitkomst dan gelijk is, is het beslist goed", zegt de heer B. Dat is e;chter niet juist, ook dan kunnen er nog wel fouten gemaakt zijn. De laatste methode is echter zeer verdienstelijk. Hoogachtend, J. L. GAAIKEMA, Bestuurslid. Stedum (prov. Gron.); CONTRöLE OP DE RENTEBEREKENING. Als onze geachte collega, de heer Vermeulen, te Aker sloot, het door ons aanbevolen controlestelsel practisch beproefd had, zou hij stellig niet de in het Aprilnummer door hem genoemde bezwaren gevoeld hebben. Het) schijnt ons toe, dat daar al heel weinig grond voor bestaat. 1. Wanneer men elke halve maand boven elke rente- kolom het bij de berekening gebruikte aantal maanden even b ij schrijft, een zeer kleine, moeite, dan heeft men desgewenscht daarin een voortdurend ove;rzicht op de juistheid daarvan. Men behoeft maar even de; ge bruikte getallen der vorige maanden te vergelijken. 2. Als tweede controlemiddel hierop en tevens voor de controle op de juiste wijze van renteberekening zelf, hoewel door het onderling verband misschien wel over bodig, kan men desgewenscht in den loop of bij het eind van het jaar voor elke halve maand de rentebedijajgen van een willekeurig spaargeldbedrag nagaan bijv. van f300, f600 of f 100, bedragen, die wel steeds in elke halve maand zullen voorkomen. Voor f 30o( a 4 heeft! men achtereenvolgens als rentegetallen: f12, f 11.50, f 11, f 10.50 enz. Door het aanwezige onderlinge verband is één getal in elke kolom voldoende, een werk van een paar mi nuten Voor verschuivingen bestaat ook weinig gevaar, mits de kassier 'n klein beetje uitkijkt. Maar ook in dit sy steem als overal zal geheel gedachteloos werken oor zaak kunnen zijn van fouten maken. Zonder het nieti geheel zuivere kompas der staffelcontröla te gebruiken, behoeft men echter niet bevreesd te zijn voor een Ty-> tanic-catastrofe. daar de kust overal in 't zicht blijft. J. ENNIK, Kassier, Oost-Knollendam Beesd, luni 1929. Aan de Redactie van de Raiffeisen-Bode. WelEd. Heeren, Geheel buiten verwachting moet ik UEd. plaatsing verzoeken voor 't volgende: Alleereerst wordt nog eene nadere toelichting gevraagd aangaande herleiding in decimalen en ontbinding in een heden. 2481 als kapitaal genomen geeft 2755 decimalen. Zie verder Raiffeisen-Bode No. 11). 't Is alleen optellen van 'rechts naar links (zie 't kap. onderstreept). De eerste telling geeft 15; de 5 onder schrijven; met de gehouden 1 beginnen bij 8, geeft weer 15, de 5 weer bijvoegen, de nu gehouden 1, 4 en 2 maakt 7 en 't laatst de 2 en de decimalen zijn er. Zie bovenstaand voorbeeld. Tot eenheid ontbinden is wederom optellen. De ver menigvuldiger en vermenigvuldiggetal, ieder tot eenheid of tot een enkel cijfer ontbinden; die twee vermenig- vuldige men met elkander en dat nroduct, zoo noodig, weer tot een enkel cijfer, en dat enkele cijfer zal ook de uitkomst geven. Is men eenmaal hiermede bekend, dan kan men uit het hoofd de som controleeren, zoo vlug als dat men leest. Nu de tweede. Ik wil aan B., kassier te B., het ant woord niet schuldig blijven, maar met voldoening geven. Ik lees tusschen haakjes: ,,en de jalouzie om 't hoekje komt kijken". Wat zou daarvan 't motief zijn? In mijn eerste inzending leest men: Als 't syst'eem- Ennik ingevoerd wordt, is dat voor de kassiers geen bezwaar, bedoelende, heel goed te doen. Dat kan toch geen bron zijn waaruit jalouzie geput is? Wordt hier 't systeem-Ennik afbreuk gedaan om niet geprezen te worden? Dan komt de methode van Kessel aan de beurt met een bewijs van tegenstelling. Hé, wat zie ik: eene willekeurige bokkefout: vijf maal vijf is twintig, 't Is niet aan te nemen dat een reken)- meester zich in de tafel van vermenigvuldigen vergist, dat zit er bij iedereen te vast in. Dat de 4 vergeten kan worden van 't vorig getal ge houden bij te tellen, is een aannemelijk abuis. Volgens B. te B. doende kan men wel honderd voor beelden geven, die bij herleiding of ontbinding kloppen, als men de cijfers maar neemt die daarvoor dienen kunnen. Geen wonder dat de 9 haar staartje verloor en het ge- heele voorbeeld een nul werd. Begrijp ik goed, dan wil hij toch graag iemand in de zon zetten. Nu waarde heer, als ik u van dienst mag zijn, dan, wil ik u met liefde op spoor helpen door een voorbeeld 21924 21924 9962 10962 121544 fout 131544 goed. Het eerste geeft 8 het tweede 9. Hoe komt dat? wel ik vergeet in de tweqde rij van het eerste voorbeeld de gqhouden i bij te tellen. Nou ja, 't is maar een verschil van 1, bijna in orde. Mag ik U nu beleefd verzoeken, mijnheer B. te B. een voorbeeld te zoeken, die; in 't eerstè geval de 2 eene 3 maakt? Het zou mij echt aangenaam zijn, maar let wel, met eene aanneembare abuisbereikening, niet de tafel van vermenigvuldiging afbreken, die blijve men getrouw. Bij excuus wil ik hier bi/voegen: daar is geen haast bij, ge kunt er gerust een maand of drie over zoeken. Wat mij echter zeer verwonderde, is dat aanstonds volgde: „Waar is eene ingewikkelde methode te ver kiezen"? (Als het eene ingewikkelde methode moet hebben, dan valt er het systeem Ennik ook onder, dat is zeer duidelijk) en geeft eene wijze aan van 3875 X 345 ~ën dan 345 X 3875- Is dat geen inconsequentie of kijkt ook hier de jalou zie om 't hoekje? Eindelijk, zoolang de Centrale Bank geen juiste con- trólerente-berekening verplichtend aanbeveelt, blijft ieder vrij het te doen naar zijn meening, dat het goed is. Welnu, laat dan degene die de wijze van B. kasser te B. de eenvoudigste en de beste, vindt bezigen, die zal dan toch zeker wel ter goeder trouw en zonder jalouzie uit zijn pen beschreven zijn.(?) En hiermed.e stap ik van verdere discussies af eji laat het oordeel aan het gezond verstand van hen, die goed lezen en verstaan. Dank bijvoorbaat voor de verleende plaatsruimte. Hoogachtend, A. VAN KESSEL.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1929 | | pagina 6