gó DE R AI F F E ISEN-BODE raakt, in de verzoeking zou worden gebracht, zich te ver grijpen aan de kas van de boerenlenbank. Het spreekwoord zegt: Het zijn sterke beenen, die de weelde kunnen dragen. Onze kassiers zijn eerste klas menschen. Maar toeh zijn er helaas enkele gezwicht voor de verleiding. Och, als alles voor den wind gaat in het leven van den kassier, dan is er geen kou in de lucht. Maar als er zware zorgen komen door schuld of door omstandigheden buiten zijn schuld, bestaat het gevaar, dat het geld. dat dagelijks door zijn vingers gaat, niet meer blijft het dagelijksch ge reedschap, het doode materiaal, waarmede hij te werken heeft, maar dat het voor hem waarde gaat vertegenwoordigen waardevol geld wordt, waarmede hij behoeften kan bevre digen, lastige crediteuren kan betalen, stroppen door mislukte speculaties kan dekken. Dan vooral M.H. zal de wetenschap, dat de controle scherp is en een vergrijp spoedig aan het licht komt, hem weerhouden van een daad. welke voor hem en zijn gezin noodlottig zou kunnen worden. De goede verstandhouding tusschen bestuurders en kassier wordt door gepaste en scherpe controle bewaard, zeide ik. Immers daardoor kan het bestuur de werkelijke overtuiging krijgen, dat de kassier zijn zaken goed behartigt: daardoor ontstaat waardeering voor diens werk. En omgekeerd, als de kassier ziet, dat er bij het bestuur belangstelling voor zijn werk bestaat, welke belangstelling door controle ook uitgroeit tot meerdere kennis van zaken, dan blijft de waardeering van dien kant ook niet uit en door deze wisselwerking ontstaat de goede verstandhouding tus schen bestuurders en kassier, de goede verstandhouding zoo noodzakelijk voor den rustigen groei en de ontwikkeling van onze banken. Hoe moet nu de uitvoering der controle zijn. M.H. Ik hoop niet, dat U van mij verwacht, in deze groote vergadering de uitvoering der controle in alle onderdeelen te behandelen. Ik had me slechts voorgesteld me tot enkele wenken te be palen. Vooreerst betreffende de maandelijksche controle. Artikel 19 der statuten schrijft voor. dat het Bestuur ten minste éénmaal per maand de boeken en bescheiden moet controleeren en de kas opnemen. Ik geloof niet, dat de hier genoemde werkzaamheden boven de krachten gaan van onze bestuurders, ook al omdat de boekhouding van onze boerenleenbanken zoo eenvoudig mo gelijk is ingericht. Het voornaamste werk is de in de dagboeken ingeboekte ontvangsten en uitgaven en giroposten met de stortingsbe wijzen. kwitanties en girobewijzen te vergelijken. Steeds moet de kas worden opgenomen, waarbij natuurlijk de gelden op tafel moeten komen. Het maandelijksche saldobiljet, behoort voordat het wordt geteekend, vergeleken te worden met de rekening van de Centrale in het Grootboek. Een loffelijke gewoonte, die gelukkig bij de meeste banken wordt gevolgd, is de overboekingen van de dagboeken naai de grootboeken na te gaan. Het zenden van contrólebiljetten aan klanten van de bank is verder een uitstekende controlemaatregel, welke bij ver scheidene banken is ingevoerd. Men verrichte de maandelijksche controle vooral daar goed, waar ze blijkbaar niet op prijs wordt gesteld. Ik herinner me een geval, dat zich heeft afgespeeld bij een onzer boerenleenbanken, waar helaas fraude moest geconsta teerd worden. Toen ik daar tijdens de controle zat te snuffelen in de boeken en bescheiden van de bank. viel mijn oog op een spreuk, welke boven het bureau van den kassier was aange bracht en wel deze Kom vrij in mijn kantoor. Doorsnuffel alle hoeken. Maar handen in de zak. En oogen uit de boeken. Zeer waarschijnlijk was er door het Bestuur teveel aan dacht besteed aan dezen wel zeer duidelijken wensch van den kassier. De jaarlijksche controle der boekjes verdient in het bij zonder de aandacht van het Bestuur en den Raad van Toe zicht. Gewenscht is het m.i. dat de Raad van Toezicht, aan wien ook de balans door het Bestuur ter controle moet worden overgelegd, aan deze controle deelneemt. Al kan men over de uitvoering der jaarlijksche boekjes- controle van meening verschillen, niemand zal het groote nut van die controle zelf kunnen ontkennen. Voorzoover mij be kend, blijft deze dan ook bij geen van onze boerenleenbanken achterwege, al is de uitvoering nog zeer verschillend. Toen ik dit neerschreef M.H. dacht ik onwillekeurig aan hetgeen de Voorzitter van de Voorbereidende Ontwapenings commissie na de mislukking zeide, n.1. dat ontegenzeggelijk de wensch tot ontwapening aanwezig was, maar de methode van ontwapening nog niet kon worden vastgesteld. (Waarom de heeren er dan ook maar geen begin mee maakten). De besturen onzer boerenleenbanken redeneeren betref fende de controle gelukkig niet zoo. Hoe volgens onze meening de jaarlijksche controle dei- boekjes op de beste wijze kan worden uitgevoerd, hebben we telkenjare in de Raiffeisen-Bode en in circulaires aan de Directeuren uiteengezet en mag dus die meening als bekend worden verondersteld. Ik weet wel. dat er bij meerdere banken groote moeilijk heden, soms schier onoverkomenlijke bezwaren aan de uit voering zijn verbonden, maar voor het gros van onze boeren leenbanken achten wij de controle op de door ons aangegeven wijze uitvoerbaar. De praktijk, ook bij grootere banken, leert het ons. Hoewel elk streven naar vereenvoudiging der controle ons sympathiek is, achten wij het daarom voorshands nog niet verstandig, wijziging te brengen in ons advies. Dit neemt echter niet weg, dat waar, na ernstig pogen blijkt, dat het advies'voor bepaalde banken niet uitvoerbaar blijkt er geen bezwaar bestaat een anderen weg in te slaan. Hoofdzaak is, dat de jaarlijksche controle der boekjes wordt uitgevoerd en dat de wil en streven bij onze bestuur ders voorzit, deze controle zoo goed mogelijk te doen. Nog een opmerking wil ik maken over de z.g. contróle- staten. welke jaarlijks worden toegezonden. Deze hebben alleen beteekenis, wanneer de daarop ingevulde bedragen ont leend worden aan de boekjes, of wanneer ze na invulling met deze vergeleken zijn. Daarna behooren ze met de uittreksels uit de Grootboeken te worden nagegaan, terwijl ze tijdens den duur der controle onder berusting blijven van 't Bestuur. Gebeurt een en ander niet M.H. en worden ze b.v., zooals werkelijk wel geschiedt, eerst na afloop der controle door de kassiers ingevuld om toch vooral maar geen last te krijgen met de Centrale, dan hebben ze geen beteekenis. Het is dan volkomen nutteloos werk. Bespaart dan dien tijd, want die is beter te gebruiken. Nog even wil ik de onverwachte kascontroles, waarvan er twee per jaar verplichtend zijn voorgeschreven, onder Uwe aandacht brengen. Deze hebben natuurlijk geen zin, wanneer, zooals wel eens gebeurt, een bestuurslid den avond tevoren even bij den kas sier aanloopt en hem wel zeer gemoedelijk vertelt: ..Denk er om, morgen komen we de kas bij je opnemen." Die kascontroles mits niet tevoren aangekondigd hebben een groote beteekenis. grooter o.i. dan de maande lijksche controles. Men krijgt een juisten indruk van de werkzaamheid en nauwgezetheid van den kassier de kassiers worden er door

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1929 | | pagina 6