DE CONTRöLE ALS FACTOR VOOR DEN GOEDEN GANG VAN ZAKEN IN HET LANDBOUWVEREENIGINGSLEVEN 1). 94 D E R A I F F E I S E N-B ODE gaf als zijn meening te kennen, dat het voor de Boerenleen banken thans geen zin meer heeft, lid der Grondkapitaalbank te worden. De voorzitter van het Bestuur vestigde de aandacht er op, dat een Boerenleenbank, die zich voor de Grondkapitaalbank interesseert, toch steeds nog lid kan worden. Rondvraag, De afgevaardigde van de Coöp. Boerenleenbank en Han- delsvereeniging te Woudenberg vroeg of de belegging van gelden bij de Centrale Bank voor de Grondkapitaalbank winst of verlies oplevert, waarop de voorzitter van het Bestuur antwoordde, dat de Centrale Bank een redelijke rente ver- Niets meer aan de orde zijnde, sloot de Voorzitter de vergadering met dank aan de aanwezigen voor hun opkomst. M. de V. Geachte Vergadering. Met honderden zijt ge vandaag weer uit alle hoeken van het land opgetrokken naar deze zaal om te getuigen van Uw belangstelling in Uw bloeiende organisatie, om de belangen te behartigen van Uw eigen Centrale credietinstelling. Elke jaarvergadering "hier in Utrecht, in het hart van het land, wordt tot een manifestatie van enthousiasme voor onze gemeenschappelijke zaak, tot een demonstratie van de gewel dige kracht, die in onze organisatie schuilt. Op zulk een dag, een dag van uiting van krachtig leven, het bij uitstek droge onderwerp „Controle" bij U te moeten in leiden is wel geen benijdenswaardige taak. Toch M.H. geloof ik, dat het onderwerp actueel is en zal blijven, zoolang er menschen belast zijn met het beheer van geldenmenschen met hunne menschelijke gebreken en te kortkomingenmenschen van geest wel gewillig, maar van vleesch dikwijls nog zoo zwak. Niet alleen echter om de blijvende actualiteit van het onder werp, maar ook om de gelukkige omstandigheid, waarin we op zulk een Jaarvergadering verkeeren, kan de behandeling haar beteekenis en nut hebben. Immers deze vergadering van de Centrale brengt hier bij een een duizendkoppige menigtede besten uit de besten uit het landbouwvereenigingslevende vertrouwensmannen der plaatselijke boerenleenbanken niet alleen, maar ook tevens voor een zeer groot deel althans bestuurders en beheer ders van de andere plaatselijk bestaande coöperaties, als daar zijn de Zuivelfabrieken, Aankoop-, Veiling- en Dorschver- eenigingen, Stroocarton-, Aardappelmeel-, Suiker- en Cicho- reifabrieken enz. te veel om op te noemen. Van deze bijzondere omstandigheid dacht ik te profiteeren en wil U dan ook niet alleen spreken over de controle bij en op onze boerenleenbanken, maar zooals de titel U zegt, over de controle als factor voor den goeden gang van zaken in het landbouwvereenigingsleven. Controle en leven. Controle een woord, dat U terstond doet denken aan dorre, droge en doode cijfers. Het leven, dat spot met cijfers en berekeningen Twee uitersten dus, als dood en leven. De verleiding om met het leven te beginnen was me te sterk om ze te kunnen weerstaan, maar daar ik ook geen lust had om deze inleding met den dood te beëindigen, besloot 1Inleiding van den Heer Th. J. Visser, Hoofd-InsDecteur dei- Centrale Bank, uitgesproken ter algemeene vergadering van 23 Juli j.1. ik dus maar de controle in het midden te behandelen, om ten slotte nog weer even tot het leven terug te keeren. Het landbouwvereenigingsleven. Een beschouwing over bet landbouwvereenigingsleven in heel zijn omvang en zijn volle diepte zou mij te ver voeren buiten de perken van het onderwerp, dat toch in de eerste plaats de controle bedoelt te behandelen. Ik heb dan ook gemeend mij te moeten beperken tot die vereenigingen, welke tot taak hebben - in hoofdzaak - de zake lijke, de stoffelijke belangen te behartigen en heb daarbij de coöperaties op het oog. En nog wil ik mij, in verband met den tijd en om niet teveel van Uw geduld te vergen, bepalen tot die coöperaties, waarvan we er één of méér in elk dorp van ons goede vader land aantreffen: de Zuivelfabrieken, de Aankoopvereeni gingen en de Boerenleenbanken. Ten slotte wil ik me nóg een beperking opleggen U ziet mijn goeden wil en U alleen iets zeggen over dat coöpe ratieve leven in deze vereenigingen, voorzoover dit binnen onzen gezichtskring valt, staande op den geld- en uitkijktoren, de Centrale Bank. Een merkwaardigen opgang heeft de Coöperatieve bewe ging in ons land gemaakt. Wonderen heeft de coöperatie ge daan voor den ontwikkeling van den landbouw, wonderlijk is haar groei- en levenskracht gebleken. En spoort men de bronnen op, waaruit heel die machtige stroom in het leven opborrelde, dan vindt men ze in den schralen grond van den nood. De nood der tijden, na de 8oer jaren der vorige eeuw, leerde ook hier in vereeniging kracht zoeken. Hij was de gelijkrichter van duizenden botsende meenin gen en tegen elkaar inwerkende willen tot een gemeenschap- pelijken wil. tot een eendrachtig streven: door samenwerking van belanghebbenden, door aaneensluiting van de indivi- duëele krachten den economischen toestand der landbouwers te verbeteren. Het was de nood, die tot daden dwong, de boeren tot elkaar dreef en hen dwong zich te vereenigen op het gebied van den gemeenschappelijken aankoop van landbouwbenoo- digdheden, de fabricatie van den zuivel en de regeling van het credietwezen. Sinds de landbouwcrisis in de 8oer jaren der vorige eeuw- heeft er een groote ommekeer in het landbouwbedrijf plaats gehad. Met de verbreiding van de landbouwwetenschap, de toe passing van stoom en electriciteit op het transportwezen, de ontwikkeling van de industrie, welke o.a. ook wijziging bracht in de technische verwerking van sommige landbouw producten, heeft de Coöperatie haar grooten invloed doen gelden op de ontwikkeling van het bedrijf. Op haar beurt heeft weer de moderniseering en de nood zakelijke rationaliseering van het landbouwbedrijf tot een krachtige ontwikkeling van het coöperatieleven bijgedragen. Voor 30 a 40 jaar geleden was van heel dat leven nauwe lijks iets te bespeuren. Op het gebied van den gemeenschappelijken aankoop werd eerst in 1890 de groote beweging ingezet. Het wortelschieten der coöperatie op het gebied der Zuivel bereiding dateert van het jaar 1888. Ging Zeeland bij den gemeenschappelijken aankoop eertijds vooraan, de eerste Coöperatieve Zuivelfabrieken telde men in Friesland Tot de oprichting der boerenleenbanken gaf in 1896 de Nederlandsche Boerenbond den grootsten stoot Noord-Bra bant en Limburg geven hier het voorbeeld. Eind 1899 werkten in die provincies 33 Boerenleenbanken, terwijl er in de ove rigen slechts 13 bestonden. Was het bedrag aan spaargelden op het eind van dat jaar nog geen 1 millioen gulden, thans is er alleen reeds bij de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1929 | | pagina 4