88 DE RAIFFEISE N-B ODE. dat die de kortste, eenvoudigste en meest juiste uit komsten geeft. Wil ik met dagen rekenen om rente te vinden, dan herleid ik dat bedrag dat ingelegd, teruggevraagd of bij voorschotten afgelost wordt, in decimalen. Om een getal te nemen: f375spaargeld, ik tel nu 3 -j- 7 --}- 5 15. De 5 blijft voor 't decimaal, en ik tel verder. 1 d- 7 -r 3 11een hiervan voor 't decimaal, en dan 't laatste 1 3 4, geeft 415; die 415 stelt de rente van 4 0/0 voor. Ik behoef dus dat getal maar te vermenig vuldigen met de dagen, b.v. met 83 dagen, 83 X 415 f3.45. De twee laatste decimalen moet men schrappen als zij onder de 50 blijven, daarboven telt men 1 cent meer. Hier dus f3.44 rente. Heb ik een groote som te vermenigvuldigen, die soms een foutje kan bevatten, dan neem ik eventjes de proef op die som (b.v. f5875 X 345 dagen geeft 2026875) door deze drie getallen tot eenheden te herleiden en ik begin bij den vermenigvuldiger 3453 4 5 12die 12 geeft 1 f— 2 3. Dan het vermenigvuldiggetal f 5875 en ik tel 5 j- 8 -j- 7 -f- 5 25, dat geeft 2 -f- 5 =7; die eenheden van de twee getallen vermenigvuldigd is 3 X 7 21, en dat weer tot eenheid is 1 )- 2 3. Die laatste 3 moet nu ook de uitkomst wezen van 2 -j- 2 -|~ 6 -f- 8 -)- 7 -f- 5 30, 3 -f- o blijft 3 en de bere kening is goed. Op die wijze kan men alle bedragen contröleeren bij de overboeking. Zoo neem ik ook de proef op een groote deelsom, wanneer ik 't noodig acht, door deeler en quotiënt eerst in eenheden te herleiden, die twee eenheden tq vermenigvuldigen en dat getal zoo noodig weer tot eenheid te herleiden. Blijft er soms een rest van het te deelen getal, die trekt men daar eerst af, en het restant zal ook 't zelfde eenheidsgetal geven als deeler en quotiënt samen als de deeling goed is. Bij halve maandberekening gebruik ik bij elk tijdstip standvastige vermenigvuldiggetallen, die men uit rente- tabellen kan overnemen, door de onderste getallen van boven naar beneden te brengen, b.v. in een cahier, 1 Jan. 12 maanden f4.00 16,, 111/2 - 3.83 1 Feb. 11 - 3.67 en zoo naar beneden. Daardoor kan ik dadelijk zonder na denken zelfs overschrijven uit het schrift; b.v. ik moet eene post in het Grootboek overbrengen, die begin Juni ingekomen is, waarvan de rente den 16 Juni ingaat; ls/6 tot 31/is is 61/2 maand, het bedrag op die lijn, 217, dient bij de vermenigvuldiging, voor elk bedrag op dat tijd - stip, dat ingelegd, teruggevraagd of afgelost is, b.v. een getal aannemende van f250 X 217 f5.42; hier kan ik 1 cent meer rente nemen van de 50 decimalen, die men afschrapt, dus f5.43 rênte. Geachte Redactie, ik meen niet te dolen wanneer ik mijn eigen renteberekening blijf volgen. Het is echter zaak op twee dingen speciaal de aan dacht te vestigen: 1. op het ontvangen en uitgeven van geld; 2. op het berekenen van debet- en creditrente; andere abuisen of fouten komen vaak spoedig aan het licht, zoodat men ze dadelijk herstellen kan. Bij afleiding maakt men licht fouten, die mij zellf ook al eens overkomen zijn. Voorts wil ik, na mijn boven gegeven voorbeeld, ook 't systeem Ennik in mijne opvating verklaren. Wordt soms 't systeem Ennik ingevoerd en het Groot boek I daarvoor pasklaar gemaakt, dan levert dat voor de kassiers geen bezwaar. Neem b.v. de bedragen door den voorsteller in nr. 9 der Raiffeisen-Bode gegeven van credit- en debetrente. Het credit-rentebedrag aldaar is 2078.5 en ik herleid dat bedrag volgens mijn eerst gegeven voorbeeld tot decimalen: 2078.5 geeft 23092 X 345 dagen (iiG maand) f 79.66 (drie afronden) hier 1 cent meer; want 't moet. zijn 7965 volgens de berekening van den heer Ennik. Vervolgens het debetbedrag f2976.27 geeft 330693 decimalen, maal 360 (12 maanden) wordt 119,049480 laatste vier cijfers afschrappen) ik krijg dus juist het rentegetal wat het zijn moet volgens Ennik. De afron ding of afschrapping van 3 en 4 cijfers vindt' haar grond in het feit, dat de decimalen 5 en 27 mede herleid zijn, is het bedrag alleen guldens, dan altijd 2 cijfers afge schrapt. Op die wijze heb ik maar een lijst te maken van 24 halve maanden en vul de rente achter elke halve maand in, genomen uit het dagboek van de Spaarbank, die als storting en terugbetaling in het Dagboek Leenbank moe ten worden overgebracht. Doch ik blijf beweren: men kan er ook buiten, als ik mijn eerst genomen voorbeeld accuraat uitvoer (het geen minder werk geeft) omdat toch in het Groot boek I elke post afzonderlijk het rentebedrag ingevuld moet worden. Bij voorbaat mijn dank voor de verleende plaatsruimte. Hoogachtend, A. VAN KESSEL. CONTR6LE OP DE RENTEBEREKENING. Nadat onze Redactie een stap verder is gegaan en zoodoende terecht is gekomen in de boot van den heer Ennik, zou ik toch willen adviseeren, om haar eigen kompas, het kompas der halfmaandelijksche Staffel-Con- tróle te blijven gebruiken op deze reis. Evenals eenmaal met de Titanic spoedig de ontgooche ling volgde, zou ook hier wel eens kunnen blijken, dat te veel werd vertrouwd op de macht der techniek. Trouwens, de heer F. de Jong heeft reeds zijn waar schuwing doen hooren en, om diens term over te nemen, de wet der inertie kan stellig haar parten spelen en in. zulk een geval is er geen systeem juist zoo verdereflijk als dit. Gaarne zal ik een en ander met een paar voorbeelden trachten duidelijk te maken. Ir. het gegeven geval is genomen de ie helft van Januari en uiteraard zal men hier niet licht een bok' schieten, doch laten wij daarvoor nu eens in de plaats stellen de ie helft der maand Juli. We weten natuurlijk allen, dat berekend moet worden 6 mnd. debet en 5V2 mnd. credit rente, doch evenals bij de berekening der afzonderlijke bedragen in het groot boek, behoort hier een vergissing niet tot de onmogelijk heden en kon b.v. abusievelijk genomen worden 6v2 en 6 mnd., of wanneer de maand Juli met Juni werd ver ward, kregen we tot resultaat 7 mnd. debet en 6'. mnd. credit rente. Ook is een abuis bij de berekening niet uitgesloten. Gesteld, de rente moet berekend worden a 4 0/0 over 4 maanden. Bij 3 maanden is dit 1 0/0, maar nu doet in 't genoemde geval de wet der traagheid zich gelden en we berekenen hier a 1 0/0. 't Spreekt vanzelf, dat dergelijke vergissingen, die naar mijn bescheiden meening kunnen voorkomen, zeer ern stige gevolgen moeten hebben. Twee voorbeelden zijn hier aangehaald, die zich na tuurlijk in verschillende nuanceeringen zullen kunnen voordoen. Dat alles mag nu heel dom en dwaas schijnen, maar bij de berekening der enkele posten komt 't voor en ik zie niet in waarom iets dergelijks bij de berekening in het dagboek is uitgesloten. Tenzij er een controle op deze methode wordt toege past, zooals aanvankelijk door mij is betoogd. Verder blijft 't mogelijk, al zal dit wel tot de zeldzaam heden behooren, doordat de groepen niet zoo groot zijn dat er fouten worden gemaakt, die elkaar opheffen. Volledig schijnt mij de controle alleen bij de berekening

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1929 | | pagina 6