DE RAIFFE I S EN-B O DE. 8; Inderdaad, het is goed, dat op deze onbillijkheid want dat is het de aandacht wordt gevestigd, wajit door de voorstellen van het Hoofdbestuur wordt zij wel eenigszins verminderd (het afstandsgeld wordt van f2. op f 1.50 gebracht, per 100 M.), maar absoluut niet op geheven. UIT ONZE BOERENLEENBANKEN. HET HANDELSREGISTER. Sommelsdijk, 5 April 1929. Aan de Redactie der Raiffeisen-Bode. Mijnheer! Wees zoo goed onderstaande eens op te nemen in de Raiffeisenbode, misschien dat het voor anderen noch nuttig kan zijn. In het begin der maand Maart werd door mij de reke ning en balans der Coöp. Boerenleenbank alhier opge zonden aan het Handelsregister te Dordrecht. Enkele dagen daarna kreeg ik den aanslag thuis. Daar deze f20.was tegenover f 10.het vorige jaar, werd door mij bij LI om inlichtingen gevraagd of deze aanslag niet te hoog was.. Uw antwoord was, dat zulks wel het geval was en dat ik mijn aanslagbiljet maar aan U op moest zenden en dat U dan wel voor ons zou reclameeren. Wij hebben direct aan Uw verzoek voldaan, met het gevolg dat reeds op 3 April aan ons een verbeterde Nota werd gezonden door het Handelsregister, met een aan slag van f 10.Nu zou ik wel eens willen weten, handelt het Handelsregister maar willekeurig of zijn ze aan een vasten regel gehouden? Mij dunkt dat er wel vaste regels Voor den aanslag zullen bestaan en dan handelt het Handelsregister wille keurig bij het vaststellen van den aanslag. Heeft het Handelsregister daar het recht toe? Zoo ja! dan moeten wij ons er bij nederleggen, maar zijn ze aan vaste regels gebonden, dan is de handelwijze niet nobel en worden nu veler, het slachtoffer van een willekeurige handelswijze van het personeel van het Handelsregister. U dankzeggende voor de verleende plaatsruimte. Hoogachtend, D. JOPPE, Kassier. NOOT DER REDACTIE. Er bestaan vaste regels voor den aanslag. Voor de Boerenleenbanken zijn inder tijd zelfs speciale regels vastgesteld door het betrokken Departement. Deze regels zijn opgenomen in de Raiffeisen- Bode van November 1922, maar voor hèt gemak van onze lezers drukken wij ze hieronder nog eens af. Rekening wordt gehouden met de volgende posten van de debetzijde der jaarlijksche rekening: a. ge storte spaargelden, b. terugbetaalde voorschotten, c. stortingen in rekening-courant, met uitzonde ring van die der Centrale. Bedragen die posten te zamen niet meer dan f 300.000.dan valt de betrokken Bank in de eerste klasse (f2.50); bedragen zij meer dan f300.000. doch niet meer dan f 600.000.dan valt zij in de tweede klasse (f 5.bedragen zij meer dan f 600.000.doch niet meer dan f 1.000.000.dan valt zij in de derde klasse ff 10.de Bank, die met deze posten boven f i.000.000.komt. valt in de vierde klasse (f 20. Het valt overigens niet te ontkennen, dat de ambte naren van het Handelsregister wel eens minder pret tig optreden. Eenige weken geleden zond een Boeren leenbank ons nog ter inzage een brief van een Han delsregister, waarin zij tegelijk bedreigd werd met straf vervolging, met een dwangbevel en met parate executie. En dat alles voor een bedrag van f2.50, waarvan de Bank niet wist, dat zij het schuldig was, en dat zij trouwens volgens de wet niet eens werkelijk schuldig was GROOTBOEK I. Maasdijk, 15 April 1929. .Aan de Redactie Raiffeisen-Bode, LItrecht. M., Gaarne zag ik het volgende in uw eerstvolgend nummer in de rubriek ,,Uit onze Boerenleenbanken", opgenomen, 't Is niet mijn bedoeling het nog weer te hebben over „Renteberekening en de controle daarop". Deze zaak is nu voldoende belicht, en iedere kassier zal de gegeven wenken wel ter harte nemen. Ik wilde het hebben over Grootboek I. Tijdens de controle der spaarboekjes is mij gebleken hoe lastig het is, vooral als men twee of drie grootboeken I heeft, dat de volgorde der nummers van de boekjes in het grootboek hoe langer hoe meer verloren gaat. Bij de invoering der nieuwe boekjes kwamen deze van zelf in volgorde in het grootboek, maar doordat de eene spaarder per jaar veel meer posten te behandelen geeft dan de andere en dus ook het eene folio in het grootboek veel eerder vol is dan het andere, is de volgorde spoedig verbroken. Bij de controle der spaarbankboekjes is dit lastig, vooral wanneer men meer dan één grootboek in gebruik heeft. Wanneer een boekje aangeboden wordt slaat men het grootboek open waarin men meent dat het nomraer voorkomt, doch men komt tot de ontdekking dat het is overgebracht naar Ia of Ib. Het komt mij dan ook voor dat invoering van een losbladig grootboek I wenschelijk is. Hierin kan altijd de volgorde der boekjes bewaard blij ven, want is een blad vol, dan wordt dit door een nieuiw vervangen en het volle opgeborgen in het archief. Ook heeft dit losbladige boek zijn voordeel bij de jaarlijksche controle, want heeft men de uittreksels gereed, dan kan daarvan de controlelijst, waarop de boekjes in volgorde moeten voorkomen gewoon worden overgeschreven, en bestaat veel minder kans op abuizen. Bovenstaande geldt natuurlijk ook voor grtb. III. Banken met weinig rekeninghouders zullen dit niet zoo noodzakelijk vinden, doch voor Banken met een vrij groot aantal is grtb. III van ev'enveel belang dan grtb. I. Wanneer van de zijde der Boerenleenbanken hiervoor belangstelling bestaat, waaraan ik niet twijfel, zal de Centrale Bank wel bereid zijn hare materieellijst met los bladige grootboeken I en III aan te vullen. Af et dank voor de verleende plaatsruimte, P. VAN TUINEN, kassier Coöp. B.E.-Bank „de Lier c.a." NOOT DER REDACTIE. Reeds geruimen tijd geleden werden bij de Afd. Expe ditie Losbladige Grootboeken I, II en III verkrijgbaar gesteld, daar de hierboven genoemde bezwaren, vooral voor grootere banken, reeds eerder door ons werden gevoeld. De prijs der banden bedraagt f45.terwijl de bladen kunnen worden geleverd tegen 5 ct. per stuk. Een Grootboek I voor 1200 spaarrekeningen komt dus op f75.— bij aanschaffing. De volgende jaren zijn natuur lijk alleen aanvullende bladen noodig, zoodat dit systeem ook niet veel duurder is dan het oude. CONTROLE OP DE RENTEBEREKENING. BEESD, April 1929. Aan de Redactie der Raiffeisenbode. WelEd. Heeren, De controle op de renteberekening heeft zeker bij velen, ja ik kan wel zeggen bij alle kassiers, de aan dacht getrokken. In de Raiffeisen-Bode las ik de aanbeveling van het Systeem Ennik, dat als juist werd aanbevolen. Ondanks die aanbeveling ben ik toch besloten mijn eigen renteberekening te blijven volgen, daar ik meen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1929 | | pagina 5