f<£j 1 i BRANDKASTEN KLUISDEUREN DE R A 1 F F E 1 S E N-B O D E DE SPAARDERS HEBBEN OOK PLICHTEN. Advertentiën. MARTENS' 81 De boerenleenbanken hebben langzamerhand een zoo groot vertrouwen bij het publiek gekregen, dat men zich vrijwel blindelings aan den kassier overgeeft, voor wat betreft de inschrijvingen in de spaarboekjes, het laten teekenen van kwitantie of stortingsbewijs en het op het kantoor laten berusten van de boekjes zonder daarvoor eenig bewijs te hebben. Gelukkig wordt dat vertrouwen nooit beschaamd, en leed nog nooit iemand eenig nadeel daarvan. Toch is dit niet in orde. Er zijn natuurlijk menschen die heel serieus hun boekje nakijken als een inschrijving heeft plaats gehad, en niets teekenen dat zij niet vooraf goed hebben gelezen, maar een groot aantal, vermoedelijk de grootste helft, denkt daar niet aan, maar bergt het boekje weer op zonder er in te kijken en teekent zonder te zien wat geteekend wordt. Het kan b.v. voorkomen dat een ingelegd bedrag bij vergissing van het tegoed wordt afgetrokken en een teruggehaald bedrag wordt bijgeteld, zonder dat het door den spaardei gezien wordt. Het kan gebeuren dat in plaats van een stortingsbewijs een kwitantie wordt voor gelegd en omgekeerd, zonder dat de spaarder dit be merkt, maar eenvoudig teekent zonder dat op te merken. In de boekjes der Rijkspostspaarbank staat een clausule die zegt dat de houder van een spaarboekje zich voor het verlaten van het kantoor heeft te overtuigen of de inschrijving goed is geschied en verder dat men het boekje moet bewaren als zijn geld, opdat het niet in verkeerde handen komt. Nu is het gewoonlijk bij de boerenleenbank wel wat gemakkelijker, omdat de kassier vrijwel alle inleggers kent, wat bij de post niet het geval is. Maar dit neemt niet weg dat de slordigheid der spaarders bij de leenbank toch wel eens wat ver gaat. Als er een verkeerde optelling of aftrekking in het boekje wordt gemaakt, is de spaarder daar gedeeltelijk ook verantwoordelijk voor, want het is geen al te zware plicht de inschrijvingen te controleeren. De meeste leenbanken betalen ook wel uit zonder dat het boekje wordt overgelegd, b.v. in het geval dat een inlegger op de markt onverwacht vee heeft gekocht, of anders in het geval dat hij aan een bepaald persoon een cheque afgeeft op de leenbank. Als dan het tegoed op het boekje, of liever in de boeken voldoende groot is, is er geen bezwaar een dergelijke chèque te betalen, doch dan is het de plicht van den. spaarder binnen zeer korten termijn het boekje aan te bieden om dit bij te werken. Doet hij dat niet, en komt hij later een bedrag terug halen, dan bestaat de mogelijkheid dat meer wordt terug betaald dan het tegoed bedraagt en dat blijkt dan eerst nadat de boeken geheel zijn bijgewerkt, of bij de staffel methode, zoodra de bewuste post wordt ingeschreven. Het is niet mogelijk, vooral niet op drukke dagen, om bij een uitbetaling eerst de grootboeken voor den dag te halen, afgezien nog van het geval dat deze boeken niet altijd geheel „bij" zijn. Een onzer banken nam onlangs in overweging om, voor het geval een spaarder van wiens boekje een bedrag was afgeschreven zonder dat het boekje werd overgelegd, niet binnen drie dagen dat boekje kwam aanbieden ter bijwerking, dezen aan te schrijven en voor die aanschrij ving 50 cent te vorderen. Er zijn meerdere gevallen waarin de spaarders hun plichten niet steeds nakomen, o.a. het niet inleveren der spaarboekjes wanneer dit gevraagd wordt. Ook dit ver zuim bezorgt aan bestuur en kassier onnoodigen last. Een middel om dit te verhelpen zou ook een zeker boetestelsel kunnen zijn, al heeft elk boetestelsel ook bezwaren. Toch zou het misschien mogelijk zijn hier de re geling toe te passen dat allen die niet op den gestel den tijd hun boekje inleveren, een zeker bedrag, b.v. 50 cent, rente minder werd bijgeschreven dan waarop zij recht hebben. Bij banken met betrekkelijk weinig spaarboekjes zijn de achterbüjvenden mogelijk op te halen, maar er zijn ook banken met 2500 en meer boekjes, waar enkele honderden boekjes achterblijven en dan is het ophalen niet te doen. In elk geval is het niet overbodig bij die banken die met betrekking tot verzuimen van spaarders telkens last ondervinden, op de algemeene vergaderingen die nu weer aan de orde komen, op die verzuimen te wijzen en dan komen daarvoor in vele gevallen al dadelijk in aanmerking: 1. Het niet op tijd inleveren der spaarboekjes. 2. Het niet op de daarvoor gestelde tijden terughalen dier boekjes. 3. Het zoo spoedig mogelijk aanbieden der spaar boekjes na een af- of bijschrijving waarbij het boekje niet werd overgelegd. 4. Het contröleeren der boekjes door de spaarders na elke af- of bijschrijving, aleer het weer opge borgen wordt. 5. Het teekenen van stortingsbewijs of kwitantie zon der dat stuk eerst te lezen. Het is .mogelijk dat sommige leenbanken deze be zwaren reeds op de een of andere wijze hebben onder vangen, in welk geval het dienstig zou zijn daarvan in de Raiffeisen-Bode mededeeling te doen, want niet alle banken zijn zoo gelukkig die bezwaren te hebben over wonnen. JOH. OBBINK. t EN DOETINCHEM. FILIAAL. ■L .AMSTERDAM Hobbemasfcr.6.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1929 | | pagina 7