DE RAIFFEISEN-BODE.
77
;luitingen de vermindering dier bijdrage tot f25.veel
jeteekenen. Wij voor ons gelooven niet, dat zij ons nader
zullen brengen tot het doel: sterke uitbreiding van de
telefoon, ook ten plattelande. Zij zijn daarvoor te onbe
langrijk.
De voorstellen van het Hoofdbestuur der Posterijen
zijn dus naar onze meening voor het platteland onbe
vredigend.
Wij willen hieraan toevoegen, dat ons beter voorkomt
een plan, ontvouwd door de Kamer van Koophandel te
Leiden. Volgens dit plan zouden ten plattelande auto
matische streeknetten worden gevormd, en zou het abon
nementssysteem blijven bestaan. Zoodoende zou men in
elke economisch samenhangende streek locaal kunnen
telefoneeren. Het automatisch maken van het net zou
groote personeelkosten uitschakelen.
Besturen van Boerenleenbanken, die het met ons eens
zijn, ten eerste, dat de ontwikkeling van de telefoon ten
plattelande dient te worden bevorderd en dat dit een groot
belang voor het platteland is, en ten tweede, dat de voor
stellen van het Hoofdbestuur der Posterijen niet daartoe
Devorderlijlc zijn, kunnen een adres richten tot het Hoofd
bestuur (te 's-Gravenhage), waarin zij zulks te kennen
geven. Het is o.i. goed, wanneer dit de stemmen van
belanghebbenden, ook ten plattelande, verneemt.
Een afschrift van het adres zende men aan Zijne Excel
lentie den Minister van Waterstaat en aan den Postraad,
Kortenaerkade, 's Gravenhage. Desgewenscht zijn wij be
reid een concept-adres te verschaffen.
CONTRoLE OP DE RENTEBEREKENING.
De heer de Jong, te Lexmond heeft in het Januari
nummer bovenstaand onderwerp aangesneden en gezien
de vele ingezonden stukken boezemt het velen be
lang in.
Dit behoeft niet te verwonderen, want het onderwerp
was bijzonder actuëel, daar het artikel verscheen in een
tijd, dat de kassiers gebogen zaten over de grootboeken
om de laatste hand te leggen aan de berekening of
narekening van de rente.
In het Maartnummer beloofden wij op de ingezonden
stukken te zullen antwoorden, wanneer de stroom wat
zou zijn opgedroogd. Dit tijdstip schijnt gekomen en
we moeten ons woord houden.
We bepalen ons voofloopig tot de controle der rente-'
berekening van Grootboek I, omdat hieraan in het alge
meen het meeste werk verbonden is.
De controle op de reeds eenmaal uitgerekende rente;
heeft natuurlijk tot doel om aan een ieder te geven,
wat hem toekomt. Niet méér, omdat daardoor de be
langen van de Bank worden geschaad.
Niet minder ook, want dan vooral zal de goede naam
en het prestige van den kassier eronder kunnen lijden.
De kassier bevindt zich dus in een minder benijdens
waardige positie. Honderden, soms duizenden rentebe
rekeningen voert hij jaarlijks uit en als eisch wordt een
voudig gesteld, dat ze juist moeten zijn, zonder meer.
Een te veel of te weinig brengt hem respectievelijk
in conflict met de Bank of met de klanten.
Hij zal dus trachten ook dit werk zoo goed moge
lijk te doen, maar blijft mensch en de mogelijkheid is,
niet uitgesloten, dat hij zich voor de tweede maal aan
denzelfden steen stoot.
Om zooveel mogelijk te voorkomen dat fouten en
vergissingen in de berekening der rente blijven zitten,
zal men verschillende wegen kunnen inslaan.
Men kan n.1.
ie. zelf de renteberekening nog eens doen, maar op
een andere wijze of volgens een andere methode.
2e. een ander de rente doen narekenen.
3e. de administratie, wat betreft de renteberekening,
als het ware zelf contróleerend te maken.
Het eerste zal geschieden bij de Boerenleenbanken,
waar de kassier alléén voor dit werk staat en waar geen
bestuurslid kan assisteeren.
De kassier van Holten heeft blijkbaar het nieuwe
Grootboek I, waar de renteberekening volgens de staf
felmethode geschiedt, in gebruik. Eerst voert hij op
de bekende wijze de renteberekening uit, dus over de
saldi tegoed, telkens gedurende den tijd dat ze onver
anderd blijven. Daarna doet hij de renteberekening vol
gens het „gewone" Grootboek I, waarin over elk inge
legd en terugbetaald bedrag tot 31 December de rente
wordt berekend (z.g. progressieve methode). En hier
bij maakt hij gebruik van de bestaande rentetabellen.
Deze controle zal inderdaad zeer voldoende zijn.
Wanneer het gewone Grootboek I (z.g. scontro-vorm!
in gebruik is, en de rente is berekend volgens de pro
gressieve methode, dan zou men, zooals de heer Bels
van Oudendijk aangeeft, de renteberekening nog eeris
over kunnen doen volgens de staffelmethode (als in
Grootboek III).
"Het valt echter niet te ontkennen, dat aan deze na
rekening, vooral bij Boerenleenbanken met enkele dui
zenden posten en meerdere honderden spaarrekeningen,
voor den kassier zeer veel werk vastzit. Tevens zal bo
venbedoelde controle eerst plaats vinden na 31 Decem
ber, dus in een tijd dat de kassier toch al met werk
overladen is.
Beter zal het dus zijn, wanneer een ander de rente
berekening van den kassier in den 'loop van het jaar
geregeld controleert.
Hiervoor brak de kassier van Lexmond een lans en
wij meenden hem te moeten bijvallen, omdat het nare
kenen door een der Bestuursleden of door een assistent
voldoenden waarborg geeft.
De derde wijze van handelen, n.1. de administratie,
wat betreft de renteberekening, als het ware zélf con
tröleerend te maken is echter de beste.
Bij de Bank te Wissenkerke wordt al een flinke poging
in die richting gedaan, maar moet de kassier zich wel
erg veel werk getroosten, door alle stortingen en terug
betalingen, waarover hij de rente berekent, behalve in
het dagboek nog eens in een afzonderlijk cahier te zetten.
Met minder werk bereikte de kassier van Knollen
dam een goed resultaat. Na de nadere uiteenzetting
in het Maartnummer zal zijn bedoeling velen duidelijk
zijn geworden. De heer Ennik sprak aan het slpt van
zijn betoog de hoop uit, dat wij de door hem toegepaste
controle afdoende zouden weerleggen of ze als het meest
wenschelijk aanvaarden.
Uit het onderschrift bij zijn eerste ingezonden stuk
zal hem gebleken zijn, dat wij ons met zijn controle
systeem zeer wel konden vereenigen. Van weerlegging
zal dus geen sprake zijn.
Ook willen we verder gaan en zeggen dat w ij gaarne
zijn systeem als het meest wenschelijke willen aanvaar
den, met dit voorbehoud echter, dat het slechts kan
dienen voor die Banken, welke in Grootboek I de rente
berekening volgens de progressieve methode uitvoeren.
Of het echter bij onze Boerenleenbanken algemeen
ingang zal vinden? We hopen van ja en zouden zelfs
in overweging willen nemen het dagboek der spaarbank
er pasklaar voor te maken, maar we meenen nog dat
velen van onze kassiers, die niet zoo uitstekend boek
houdkundig onderlegd zijn als de heer Ennik, er nog
niet aan zullen durven.
Daarom willen wij het indertijd door ons aanbevolen