REDACTIONEEL GEDEELTE.
DE HERZIENING DER TELEFOONTARIEVEN.
76*
DE RAIFFEISEN-BODE.
Men weet, dat het Hoofdbestuur der Posterijen voor
stellen heeft gedaan tot herziening der telefoontarieven.
Het doel dezer herziening is, volgens een nota van liet
Hoofdbestuur van September 1928: „de tarieven in hun
toepassing' meer dan tot dusverre te doen zijn een zooveel
mogelijk juiste vergelding van de te verleenen diensten
en door het zoo matig mogelijk stellen van de verschul
digde bedragen het nemen van een telefoon-aansluiting
binnen het bereik te brengen van een groot aantal per
sonen, die slechts weinig gesprekken sullen aanvragen."
(Cursiveering van ons, Red. R.-B.)
Het Hoofdbestuur wenscht de telefoon dus, zooals het
elders zegt, meer aantrekkelijk voor de kleine
gebruikers te maken.
Wat ons hierbij speciaal interesseert, zijn de gevolgen,
die de herziening zal hebben ten aanzien van de aange
slotenen of de aspirant-aangeslotenen ten plattelande.
Men zou verwachten, dat het voorgestelde systeem voor
het platteland een vooruitgang zou bëteekenen. Immers
op het platteland wonen veel kleine gebruikers, menschen
die betrekkelijk weinig van de telefoon gebruik maken
of gebruik zouden maken, indien zij aangesloten waren.
Wat blijkt echter bij nadere bestudeering van de voor
stellen van het Hoofdbestuur? Dat zij in vele gevallen
geen noemenswaard voordeel zullen beteekenen, ja zelfs
de kleine gebruikers ten plattelande op hooger kosten
zullen jagen dan zij thans te betalen hebben!
Volgens bet bestaande stelsel is voor een telefoon in
een net met 150 aansluitingen verschuldigd een vast
abonnementsbedrag van f35.— per jaar (voor dit bedrag
kan men zooveel telefoneeren als men waar wil, locaal
natuurlijk). Volgens het voorgestelde systeem zou men
moeten betalen een grondbedrag van f 24.benevens
een bedrag van 21/2 cent voor elk gesprek, dat men
aanvraagt (men behoeft dus niet te betalen als men
opgebeld wordt). Indien men nu gemiddeld ongeveer
2 maal per werkdag een locaal gesprek aanvraagt (wat
toch nog een matig gebruik is), dan moet men naast
het grondbedrag betalen ongeveer 600 maal 21/2 cent
f15.in totaal dus f39.Wat f4.meer is dan het
abonnementsbedrag, dat thans betaald moet worden en
alles dekt!
Een groot deel van de netten op het platteland telt niet
meer dan 50 aansluitingen. Dus voor een groot deel van
het platteland zal het telefoneeren duurder worden, tenzij
men zéér weinig telefoneert (als men één maal per dag
opbelt, komt men op ongeveer f31.50 per jaar, dus iets
minder dan het nu geldende abonnementsbedrag). En nu
rekenen wij maar niet met de mogelijkheid, dat men
méér dan twee maal opbelt; dan wordt het nieuwe systeem
natuurlijk nog onvoordeeliger dan het bestaande.
Niet alle, zelfs lang niet alle plattelandsgemeenten heb
ben netten met niet meer dan 50 aansluitingen. Vele
vallen onder de volgende categorie: netten met 51 tot 100
aansluitingen. In deze netten moet volgens het bestaande
stelsel een vast abonnementsbedrag worden betaald van
f40.-. Volgens het nieuwe stelsel een grondbedrag van
f24.— (dus evenveel als in netten van 1 tot 50 aanslui
tingen; dit lijkt ons onbillijk tegenover de aangesloten in
deze laatste netten) en bovendien weer voor elk aange
vraagd gesprek 21/2 cent. Belt men ongeveer twee maal
per werkdag op, dan komen de totale kosten weer op
f39.— Dat is f 1.minder dan het nu verschuldigde
bedrag. Een voordeel, dat de moeite van de invoering
van een nieuw systeem niet waard is. Belt men meer op,
b.v. gemiddeld drie maal per dag (hoe meer aansluitingen,
hoe meer kans natuurlijk op drukker gebruik van de
telefocn), dan maakt het kleine voordeel plaats voor eei
grooter nadeel; de totale kosten worden dan (volgens he
nieuwe, systeem) f 46.50, dus f 6.50 meer dan het abonne
ment van thans.
Niet beter is het nieuwe systeem voor de grooter:
plattelandsgemeenten met een net van ioi tot 300 aan
sluitingen. Voor zulke netten geldt nu een abonnemen
van f45. Volgens het nieuwe systeem een grondbedraj
van f 30.plus 21/2 cent voor elk aangevraagd gesprek
Spreekt men gemiddeld 2 X per werkdag, dan bedrage:
de totale kosten (volgens het nieuwe systeem) f45.
dus absoluut geen voordeel tegenover het bestaand:
stelsel! Spreekt men gemiddeld 3 maal per werkdag
dan komt het nieuwe systeem den aangeslotenen op f 52. u
te staan, en berekent dus een nadeel van f 7.50.
Eerng voordeel begint het nieuwe systeem op.te leveren
m grootere netten, ten minste bij matig gebruik. Maai
de grootere netten vindt men niet op het platteland, doch
in de steden.
Wij komen dus tot de conclusie, dat de voorgestelde
tarieven voor vele gebruikers van de telefoon ten platte
lande eerder een nadeel dan een voordeel zullen betee
kenen. En dat niettegenstaande het doel der herziening
is een meer ingang doen vinden van de telefoon, vooral
bij kleinere gebruikers!
Alleen bij zéér matig gebruik leveren de voorgestelde
tarieven eenig voordeel op.
Maar het doel van het Hoofdbestuur der Posterijen
kan toch niet zijn het gebruik zooveel mogelijk te beper
ken! Bovendien, hoe minder gesprekken men voert, hoe
grooter de kosten per gesprek, wanneer men ook het
grondbedrag is aanmerking neemt. In een net van 1 tot
50 aansluitingen kosten 300 aangevraagde gesprekken per
jaar in totaal f31.50,' dus gemiddeld iot/2 cent; 600 aan
gevraagde gesprekken komen op f39.gemiddeld per
gesprek 61/2 cent. Het voorgestelde systeem heeft dus
de strekking de gemiddelde kosten per aangevraagd ge
sprek op te voeren.
Uit het voorgaande is duidelijk dat met de belangen
van het platteland niet voldoende is rekening gehouden
en dat het voorgestelde systeem ten plattelande niet voert
tot het daaraan ten grondslag gelegde doel. Dat is betreu
renswaardig. Niet alleen uit billijkheidsoogpunt (de matige
gebruikers van de telefoon in de steden hebben, zooals
gezegd, wel voordeel bij de nieuwe tarieven), maar ook uit
economisch oogpunt. Het is o.i. van groot belang, dat de
telefoon ten plattelande meer ingang vindt. Juist daar,
omdat de verbindingsmiddelen er dikwijls schaarsch en de
afstanden groot zijn. Groote verbreiding der telefoon zou
tot een zeer belangrijke besparing van tijd leiden. Zij
zou bovendien de overbrenging van allerlei mededeelingen
zeer bespoedigen, wat natuurlijk ook voordeel (uitteraard
onmogelijk te schatten) medebrengt. Het algemeen wor
den der telefoon zo uten slotte en dit is wel niet
alleen een economisch, maar toch een belangrijk argument
het isolement van het platteland nog meer dan tot
dusver opheffen.
Nu is het we! waar, dat het Hoofdbestuur enkele
concessies ten gunste van het platteland wil doen. Het
interlocale tarief tusschen twee kantoren, die niet meer
dan 71/2 K.M. (hemelsbreed) uit elkaar liggen, zal slechts
10 cent worden (thans 20 cent). Maar zijn er veel kan
toren, die slechts 71/2 K.M. van elkaar verwijderd zijn?
Daarboven, tot 15 K.M., wordt het tarief weer 20 cent,
zooals het nu is. Zijn de kantoren 15 tot 35 K.M. van
elkaar verwijderd, dan zal het gesprek volgens het nieuwe
systeem 35 cent kosten (nu het gewone tarief, 50 cent).
Het is o.i. de vraag of deze concessies (waarbij wij ook
nog moeten voegen de afschaffing van de bijdrage in de
kosten van aansluiting ad f25.in netten tot 100 aan