7' 10 87 5° V2 5° 52 'ƒ3100 DE RAIFFEISE N-B ODE. - I Er wordt dus bij het begin van het boekjaar een sekje aangelegd, b.v. een gewoon schrijfboek; dus de asten zijn ook niet groot en mogelijk wordt het nog el zoo dat later bij de Centrale Bank deze formulieren I: verkrijgen zijn. I Is dus alles in orde bevonden dan teekent het be- luur de berekening af, en weder is een maand gereed [aar niet meer naar gerekend behoeft te worden en is hodoende bij het einde van het jaar het bestuur van rn groot werk bevrijd, waardoor het mogelijk wordt jat de kassier tdrstond grootboek I kan afwerken en Jet bestuur zich kan geven voor de andere noodige Jerkzaamheden. I U zult begrijpen dat met deze berekening bedoeld s grootboek I oud model, voor de staffelrekening zal hogelijk een ander kassier weer wel iets anders uifge- jacht hebben en blijft dit dus buiten bespreking. Ook is het heel wel mogelijk dat de een of ander ver- [uftige geest nog een practischer middel aan de hand jan doen, welnu ik zal mij er in verblijden, ik aanvaard [dere verbetering met beide handen, wij roeien voor lopig maar met de riemen die we hebben. Met achting, J. M. NOORDHOEK. Kassier C. B. L. Wissenkerke. Ingelegde spaarbankgelden. Ontvangsten in de 2de helft van Maart 1928. Berekend over 9 maanden, rentevoet 33/40 24 0 28 Pi 20 0 56 ■22 20 0 56 120 20 0 56 45 400 11 25 46 155 4 36 47 25 0 70 48 ÓOO 16 215 9 0 25 36 9 0 25 38 9 0 25 49 10 0 28 183 10 0 28 800 22 50 800 22 33 70 1 97 Ui 30 0 84 15 0 42 J53 16 43 0 45 54 33 02 0 93 55 39 39 1 10 Tot. 84 87 16 Totaal ontvangen f3100.84 Hieraf als zijnde geen rente ber- 0.84 Dus ber. over f 3100. is 3100 X 33,4 f116.25 Per iaar- is in 9/12 jaar f87.18. CONTRöLE-BE REKENING. Waar U er prijs op stelt, meerdere stemmen uit de bractijk te vernemen, ben ik zoo vrij hierbij mijne mee- ïing te doen kennen. Ik stel mij voor, dat door verschillende kassiers aan lezen oproep zal worden gehoor gegeven, zoodat ik liet zal ingaan op datgene wat door verschillende col lega's reeds ten beste is gegeven. Met het oog daarop zal ik mij beperken tot vermel- ling van de door mij gehouden controle, waarbij dan de mogelijkheid onder de oogen wordt gezien hoe of deze methode verder is door te voeren. Terecht herinnert de Redactie van dit blad er aan, dat in 1925 een model is uitgegeven voor de controle; der spaargeldrente, welke staffelberekening nu 3 jaar door mij werd toegepast en met succes. Niet dat het hiermede verkregen bedrag precies klopt met dat van het uittreksel,'doch 't verschil kan worden aangetoond. Aangezien in 't grootboek geen rente wordt berekend over de centen, geeft dit natuurlijk eenig verschil. Ver der moet rekening gehouden worden met de uitbetalin gen op den 31 sten eener maand. De valuta daarvan toch is de re der volgende maand, terwijl die bedragen opgenomen worden in de groep „valuta 15e der loopende maand." Wanneer echter met deze gegevens rekening wordt gehouden, komt men tot een vrij juiste benadering van het bedrag en gaarne onderschrijf ik wat de Redactie zegt n.1. dat fouten van eenig belang aan het licht moeten komen. Toch ondervind ik bij deze controle eenige moeilijk heid, doordat wij een verschillende rentevoet hebben voor los spaargeld en termijn deposito's (inlagen voor een jaar vast). Derhalve moet ik de laatst bedoelde bedragen van de halfmaandelijksche eindtotalen aftrek ken, wat nog al bewerkelijk is. Een kolom meer in het dagboek der spaarbank,, op' debet- zoowel als creditzijde, zou in dit geval groote diensten bewijzen. En juist deze ervaring heeft mij gebracht op het denkbeeld van hetgeen ik zoo straks bedoelde met een verdere doorvoering. Op deze manier toch zou voor alles een staffel-contróle gemaakt kunnen worden. Voor voorschotten zou dit hier ter plaatse heel gemakkelijk gaan omdat wij te doen hebben met één rentevoet n.1. 5 f/o. Voor het vergelijken der rente in loopende rekening zou een meer ingrijpende verandering plaats moeten hebben. 1 Aan elke zijde van het dagboek dienden 3 kolommen III aangebracht te worden, en wel één voor deposito's, één voor voorschotten en één voor de Centrale Bank. De renteberekening dezer Instelling heb ik sinds eenige jaren in een afzonderlijk cahier gemaakt. Tegelijk met 't bruto saldobiljet wordt dit dan aan het adres den Centrale verzonden ter vergelijking en t spreekt van zelf dat eenig verschil zoodoende terstond is opgelost. Hiermede ben ik dan gekomen aan het einde van mijn betoog. Nadrukkelijk wil ik er nog even op wijzen, dat alge- heele doorvoering dezer methode, ook voor posten, welke per dag worden berekend, practisch alleen mogelijk zal zijn door uitbreiding der tabellariseering van de dag boeken, in dier voege, dat voor elk rentetype een af zonderlijke kolom worde aangebracht. Mocht onze Redactie aanleiding vinden de door haar ingevoerde controle nog eens met een voorbeeld te illus- treeren, zoo zal de duidelijkheid van dit schrijven daar stellig wel bij varen. Hoogachtend, A. VERMEULEN, Kassier. Akersloot, 9 Febr. 1929. Westzaan, Febr. 1929. Hooggeachte Redactie van de Raiffeisen-Bode! Vergun mij eenige opmerkingen over „Centrale op de Renteberekening." De meest afdoende controle zou zijn, dat elke post door het bestuur werd nagerekend. De manier door U aangegeven, ik heb dat zelf bij ervaring, is niet in orde. Bij het einde van het jaar klopte wel het bedrag; en toch is later gebleken dat er nog vien fouten in zaten. Krijgt A door foutieve berekening f4.— te veel en B f4.— tekort, dan komen die fouten in het eindbedrag niet tot uitdrukking.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1929 | | pagina 5