ïmÊ. 10.— 0.38 12 12 79.63 "9- DE RA I F F E I SEN-BO D E. 69 hijnlijk zal dit verschil althans gedeeltelijk moeten wor- tn geweten aan het feit, dat Tsjecho-Slowakije door til oorlog een geduchte klap heeft gekregen en dat' fkar geld zeer sterk in waarde is verminderd. Uit het groote aantal Banken (meer dan drie maal zooveel als bii ons, terwijl Tsjecho-Slowakije minder dan twee maal zooveel inwoners als ons land heeft) en het groote aan tal leden (twee en een half maal zooveel^ als bij ons) lijkt echter voldoende, hoe populair de „Kampelicka's" Bjn en welk een onmisbaar bestanddeel zij zijn gaan uitmaken van den Tsjechischen landbouw. Ook op ander gebied is de landbouw-coöperatie in Tsiecho-Slowakije zeer ontwikkeld. Men vindt er coöpe- fctieve opslagplaatsen voor graan, enz., coöperatieve ma lerijen en bakkerijen, coöperatieve cichorei-drogerijen, Coöperatieve zuivelfabrieken, coöperatieve spiritus- en Itijfselfabrieken, coöperatieve vereenigingen tot exploi- latie van landbouwmachine's, coöperatieve electrische Centrale's, coöperatieve tuinbouwvereenigingen, enz., enz. Het is ongetwijfeld goed zich van tijd tot tijd eens te ijealiseeren, dat de coöperatie niet beperkt is tot ons eigen kleine landje, maar dat zij ook in an'dere landen, men ikan wel zeggen in bijna alle landen, een instrument is, lat de menschheid op krachtige wijze helpt in den Itrijd om het bestaan. Dit is een duidelijk bewijs, dat le coöperatie geen verschijnsel is, op kunstmatige wijze n het leven geroepen en gehouden, doch een alge- neene economische noodzakelijkheid, een voorziening in ;en werkelijke economische behoefte. Een bewijs te meer hervoor wordt gevormd door de resultaten, die de -oöperatie bereikt. Aan de vruchten kent men den boom! Dat de coöperatie inderdaad goede en rijke vruchten Iraagt, wordt ons weer voor oogen gesteld door het Tsjechische boek. Aan de Tsjechische coöperatie onze gelukwenschen en een proficiat voor de toekomst! UIT ONZE BOERENLEENBANKEN. CONTRöLE OP DE RENTE-BEREKENING. Oudendijk, 7 Febr. 1929. Geachte Redactie! Met verbazing nam ik kennis van de lijvige ingezonden stukken over renteberekeningen aan het einde des jaars. Bij mij rijst de vraag of de inzenders zichzelf wel ver trouwen bij de diverse calculatiën. Er is toch wel een manier om zichzelf te con'troleeren, waardoor de controle overbodig wordt, b.v.b. van onder naar boven tellen en omgekeerd. Bij aftrekken kan de aftrekker bij het verschil worden opgeteld om het af trektal te vinden of aftrektal verschil aftrekker. Bij deeling: deeltal: deeler quotiënt -j- rest. of quotiënt X deeler -f rest deeltal of deeltal: quotiënt deeler -j- rest. 3. X b X c Bij renteberekening voorgesteld door - kun nen de termen van teller verwisseld worden en ook een voor een door noemer worden gedeeld. Ten slotte kan de ouderwetsche berekening van Spaargelden en L. R. omgezet worden in Rk. Crt-vorm; terwijl voorschotten met de aflossingen binnen het jaar in L. R.-vorm kunnen worden omgezet. Het een en ander geeft m.i. genoeg zekerheid voor de juistheid der verschillende berekeningen. Hoogachtend, Uw dw. dr., B. T. BELS, Kassier. CONTRÖLE OP DE RENTE-BEREKENING. De noot der Redactie bij mijn ingezonden stuk in het Februarinummer doet het mij wenschelijk voorkomen, nader op deze kwestie in te gaan. De Redactie noemt haar wijze van contröle voldoende en eenvoudiger dan de onze. Ik hoop aan te toonen, dat dit niet het geval is en dat haar controle-systeem zelfs geen aanbeveling verdient. Die eenvoudigheid is slechts schijn, evenals het slechts schijn is, dat ons sy steem niet eenvoudig zou zijn; het is echter lastig om het op papier te beschrijven. We zijn er van overtuigd, dat aan een ieder, die het practisch toepast, die een voud spoedig zal blijken. Het stelsel der Redactie is onvoldoende. Komen vel schillen voor dan is het zeer tijdroovend, omdat de fouten er niet bij gelocaliseerd worden. Want, als wij het goed begrepen hebben, geeft het slechts een controle op het totaal rentebedrag van kolom 8 Uittreksel L Bedraagt die rente bijv. f 10958,60 en die der halfmaan- delijksche contröle staffeling f 11413-32, waar moet men dan de fout zoeken en is er wel een fout, of zijn ei daarentegen zelfs meerdere fouten? Om zekerheid te krijgen moet de geheele renteberekening post voor post overgedaan worden. Want met het oog op afrondingen enz. is het onmogelijk, dat beide bedragen gelijk zijn. En men weet niet hoe groot dit verschil moet zijn. Is het bijv. f50,96, moet men dan alles overrekenen of niet? Er kunnen wel grootere fouten zijn, die elkaar gedeeltelijk opheffen. Zulk een controlestelsel is onvol doende te noemen, als er absolute controle te bereiken is, die niet meer werk geeft, en dat is de door tons genoemde. Tot aanvulling nog enkele bijzonderheden. Gesteld 1000 spaarders, rente 4 °/o, geen rente van _centen. In een der eerste maanden van het jaar plaatst de kassier achter elk jaarsaldo in Grootboek I de rente a 4 0/0zet 'deze rentebedragen op een lijstje en telt ze op. Het totaal zal zijn 4 o/0 van het totaal der gpaargeb den. Uittreksel I verminderd met f20.(Gemiddeld op elke rekening ongeveer 50 cent, over 1000 rekeningen dus f500 a 4 0/0 f2; het verschil kan bijvoorbeeld wel f 19 of f21 zijn, niet f 15 dan is er een fout! Boven dien kan men hier de contröle zoo fijn nemen als men zelf wil, door bijvoorbeeld de contröle telkens over elke blz. van Uittreksel I afzonderlijk te doen plaats hebben. Dit totaalsaldo komt dus vast te staan. Er is geen ander extra werk verricht dan het maken van dit lijstje en het tellen ervan. Vervolgens komt halfmaandelijks de bijwerking van het Grootboek I uit het Dagboek Spaarbank; hierin wor den in de kolom opmerkingen twee kolommetjes voor de debet en credit rentebedragen per post gemaakt. Mutaties 1—15 Januari in Dagboek (vereenvoudigd). Ontvangen spaargelden. Terugbe taalden spaargelden Creditrente 11 x/2 mnd. Debetrente 12 mnd. 2 Januari 2 10. 0.38 6 250.— 9.58 9 500. 19.16 9 100. 3-83 9 '497 59-88 9 1302.52 52.08 9 55.42 2. 20 120. 4.80 1.33 O.O4 12 8. 50 0.30 14 1200. 46.00 f 2078.50 2976.27 De rente van f2078.50 over 11 Va maand zou moeten zijn: f79.65 en is f79.63, alzoo een afwijking van 2 cent; debetrente 4 »/o van f2976 moet zijn f119,04, afwijking 4 cent. De juistheid is met één oogopslag te constateeren

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1929 | | pagina 3