DE RAIFFEISENBODE.
63
UIT ONZE BOERENLEENBANKEN.
CONTROLE OP DE RENTEBEREKENING.
(in het bijzonder der spaargelden).
Met genoegen hebben wij kennis genomen van de bijdrage
ver dit onderwerp in de vorige Raiff.bode van clen hr. F. de
ong met een naschrift van de Redactie. Echter is het onder
werp hiermee niet uitgeput, we zouden bijna zeggen: nog
rauwelijks aangesneden. En waar de renteberekening niet
n de controle der Centrale betrokken wordt en bovendien
lirect van invloed is op het Winstcijfer der Bank, is een goede
bntrole hier toch wel een zeer belangrijke zaak.
We zullen het er- allen over eens zijn, dat een narekening-
bntrole, zooals door den hr. De Jong en de Redactie be-
loeld, uitstekend is. Maar een ieder, die ingewijd is, zal wel
Lillen toegeven, dat het veel beter zou zijn, als alles zoo ïn-
[ericht was, dat de kassier zich bij zijn renteberekening auto-
ïatisch zelf kon controleeren, terwijl een dergelijke inrichting
Svens de controle der bestuursleden op vergissingen en even-
neele fraude van den kassier zou kunnen verlichten.
En naar onze meening is een dergelijke inrichting in de
peeste gevallen wel te vindenvan de grootte der Bank en
|et aantal posten zouden dan, meer dan tot nu toe het geval
s, de rentebepalingen en wijze van renteberekening afhanke-
ijk gesteld kunnen worden. Tegenwoordig geschiedt dat vrij
willekeurig. Iedere locale Bank bepaalt en berekent op haar
:igen wijze. Werden eerst eens bovenbedoelde mogelijkheden
ipgespoord, en werden mede in verband der grootte van de
Bank de tarieven en rentebetalingen welbewust en naar
iDemeene beginselen vastgesteld, dan zouden wij het ideaal
wan een automatisch gecontroleerde renteberekening bij alle
Banken misschien vrij dicht kunnen benaderen
Mits eerst de mogelijkheden daartoe stelselmatig onder-
socht worden en bekend gemaakt. Een geschikte plaats daar
voor is de Raiffeisenbode.
Wij willen zelf ter illustratie een voorbeeld geven voor de
•enteberekening der spaargelden.
Wij nemen daartoe een Bank, waar de rente ingaat halt-
maandelijks (op 1 en 16). Om 't geval niet te gemakkelijk te
nemen, veronderstellen we de rentevoet spaarders-leden 4 <?o,
ipaarders-niet-leden 3,8%.
We beginnen met direct in het Grootboek I achter de begm-
saldi de rentebedragen te plaatsen, zoowel van leden als niet-
leden tegen 4 brengen deze bedragaen even op 11 lijst en
controleeren het totaal rentebedrag 4 van het totaal der
uitstaande spaarsaldiberekent men ook rente van centen dan
moet alles behoudens 'n klein verschil voor afronding nauw
keurig kloppen; berekent men geen rente van centen, dan kan
het verschil ongeveer 2 van het totaal aantal spaarders
rekeningen bedragen.
Vervolgens wordt elke halve maand voor elke dagboekpost
spaarbank de rente uitgerekend aan de hand van een tafel
a 4 of ook heel gemakkelijk zonder tafel. Voor terug
halingen 1—15 Januari bijv. precies 4 voor inlagen
4 berekenen en dat te verminderen met 1/24
van het berekende bedrag.
Voor inlagen 16—31 Maart vindt men bijv. 3 evenzoo
voor terugbetalingen i15 April. Voor inlagen^ 16 30 Sept.
en terughalingen 1—15 Oct. precies I voor inlagen 1—15
Oct. 5/6 1 min het zesde deel, enz. Grootendeels kan
deze renteberekening uit het hoofd plaats vinden, terwijl de
totalen debet- en creditrente elke halve maand (op n kleine
afronding na, als men alleen van guldens rekent) gelijk moe-
ten zijn aan de rente van het totaal bedrag (bijv. inlagen I 13
Jan. 4 1/24 deel der totaal inlagen van dat tijdvak, enz.).
Bij het overbrengen der Dagboekposten naar het Groot
boek brengt men tevens het rentebedrag over, wat bijna geen
extra werk geefteveneens wordt door het Bestuur met de
dagboekpost tevens de overdracht van de rentepost ge
controleerd
Aan het eind van het jaar telt men de debet- en creditrente-
posten per rekening op en brengt de totalen debet en credit op
een lijst. Het debetrentetotaal moet nu precies kloppen met
het totaal van de 24 halfmaandelijksche debet-totaalbedragen
uit het Dagboek; het creditrentetotaal der lijst met het totaal
van de rentebedragen der eindsaldi vermeerderd met het to
taal de 24 halfmaandelijksche creditbedragen.
Naast de debet- en creditrentekolommen op de lijst wordt
nu het verschil van beide bepaald; die verschillen zijn de
rentebedragen der rekeningen a 4 I~Iet totaal der verschil
len moet gelijk zijn aan het verschil van debet- en credittotaal.
Is de rente voor alle folio's 4 dan is de zaak klaar; in het
bovengestelde geval van 3.8 voor niet-leden plaatst men de
verschillen die hierop 'betrekking hebben in een aparte
kolom, plaatst in de volgende kolommen 1/20 van dit ver
schil, trekt dit af in de weer volgende kolom. Op de afronding
na is het totaal der afgetrokken rente =1/20 van het totaal
der rentebedragen aan niet-leden, dus weer een nauwkeurige
controle.
Een dergelijke renteberekening hebben we zeer tot ons ge
noegen een jaar toegepast; ze geeft een vrijwel absolute con
trole en naar onze meening minder werk wel moet men n
paar extra lijsten maken, maar alles gaat verder van zelf en
fi'/dberekening achter de posten in het grootboek is niet n°o~
dia- Terwijl men verder nog de renteberekening gedurende
het heele jaar kan bijhouden, en zoodoende de hoeveelheid
werk met de jaarwisseling aanmerkelijk vermindert.
Misschien zijn er ook wel andere locale Banken, die een
dergelijk systeem toepassen. Het komt ons voor, dat een uit
wisseling van dergelijke practisch beproefde stelsels met
anders dan vruchtbaar voor ons Boerenleenbankwezen kan
werke" J. ENNIK,
Kassier Knollendam
Noot Redactie.
Inderdaad is op de door inzender uiteengezette wijze een
behoorlijke controle der renteberekening mogelijk.
Voor die banken, welke geen verschillende rentevergoeding
kennen voor leden en niet-leden is ze zonder veel extra-werk
uit te voeren.
Wij merken op, dat enkele jaren geleden door ons een con
trolemiddel op de berekende spaarrente is aanbevolen, dat
o i eenvoudiger is en voldoende om fouten van eemg belang
aan het licht te brengen.
Wij gaven den raad het dagboek der spaarbank elke halve
maand op te tellen, deze bedragen in staf fel vorm op te zetten
en de renteberekening te verrichten op gelijksoortige wijze als
in Grootboek III gebruikelijk is, met dit verschil dat met het
aantal dagen, doch het aantal halve maanden met de kapitaal -
saldi wordt vermenigvuldigd.
Het belangrijkste verschil tusschen de methode van inzen
der en ons bestaat hierin, dat hij de rente van elke inlage en
terugbetaling afzonderlijk berekent, terwijl wij in aanmerking
nemen dat de rente van het totaalbedrag der inlagen gedaan,
b v van den isten tot den iSen van elke maand gelijk is
aan de totalen van de rentebedragen over de afzonderlijke in
lagen in die halve maand gedaan Op gelijksoortige wijze
handelden wij met de terugbetalingen.
Met belangstelling wachten wij op meerdere stemmen uit de
Pf Warneer men wenscht, dat wij onze controle nog eens uit
eenzetten en met een voorbeeld verduidelijken, zijn wij daar
toe gaarne bereid.
Redaktie Raiffeisenbode
M. M
Verzoeke beleefd eenige plaatsruimte voor onderstaande in
't eerstvolgend nummer van uw blad.
Met zeer veel belangstelling heb ik het artikel over ,,de