BRANDKASTEN
KLUISDEUREN
NOGMAALS DE GEDEPUTEERDE STATEN EN
DE BOERENLEENBANKEN.
Advertentiën.
M ARTE NS'
DE RAI F F EISEN-BODE.
57
rrigeeren heel gemakkelijk. Doch de kassier van een
lerenleenbank ten platte lande, die al het werk alleen
let doen, staat ook alleen voor de rente-berekemng.
r hij moet al een echte zoon van Bartjes wezen, om
er zooveel tellingen eens nooit een abuis te maken.
Dan zijn twee gevallen mogelijk.
De klant wien het betreft, merkt het; of hij merkt het
In het eerstgenoemde geval wordt de vergissing her-
eld doch het prestige van kassier en bank kan
onder lijden.
In het tweede geval lijdt óf de bank of chent schade;
aar zonder dat zij het weten.
Dan is de vergissing dus pijnloos; maar wordt met
'Nif'zijn er Banken en het is met vreugde dat ik
onze daarbij rekenen mag waar het Bestuur of
thans één der leden zóó actief is, om in dezen zelt
b correctie te voeren. Er zijn ook kassiers wier vrouw
b rente-berekening nog eens nacijfert. Anderen hebben
;n zoon of dochter die dat correctiewerk verricht. Doch
il van kassiers zijn geheel op zichzelf aangewezen.
'Nu kan men zeggen: een kassier moet geen fouten
faken. Hij moet zoo knap zijn, dat hij zich niet misre-
ènen kan.
IHet zal mij een waar genoegen zijn, om bij gelegenheid
alk een wondermensch eens te zien.
IMen kan ook zeggen: de kassier is belast met de
dministratie en daarmee basta. Hij heeft dus te zor-
|n, dat de rente-berekening juist is. Kan hij dat met
r één keer, dan doet hij het tweemaal, desnoods dne-
laal over. Doch zooals reeds werd opgemerkt, en ieder
èrsoon van de practijk zal toegeven: twee, driemaal
iverrekenen door denzelfden persoon geeft geen
fdoende waarborg.
|De wet der inertie speelt in dezen haar demomschen rol.
I Rest den kassier dus niet anders dan voor dit correctie
werk hulp in te roepen; doch dan komt hij in con-
lict met het bankgeheim. Want het is onmogelijk rente
ia te rekenen zonder inzage van de Grootboeken.
Ook rijst de vraag: wie moet zulke extra diensten be
Een goede oplossing schijnt mij toe, dat de Bank
«aast zijn kassier een plaatsvervanger(ster) heeft, liefst
n dezelfde woning, die niet alleen bij ziekte of andere
intstentenis van den kassier kan optreden; doch aan
iet einde des jaars het onmisbare correctiewerk verricht
Een andere oplossing in het begin van ons artikel
feeds genoemd is, dat één of meer Bestuursleden
de correctie der rente-berekening voeren, waarvan een
billijke vergoeding dient gesteld te worden.
I Mogelijk deed de practijk elders nog andere goede
oplossingen geboren worden.
Doch de kassier geheel alleen den rijstenbrijberg der
spaar-, voorschot- en loopende rekening-rente laten door
eten.... dat moet op groote of kleine ongelukken uit:
luopen. •-
I Misschien mogen wij vernemen hoe de Centrale over
deze acute aangelegenheid (want het loopt alweer tegen
oudejaar) denkt.
Lexmond, 3-i2-'28.
FRANS DE JONG.
j NootRedactie. Met den geachten inzender ach
ten we het gewenscht, dat de rente-berekeningen, door
hen kassier verricht, nog eens door een ander worden
hagerekend.
Vele Banken zijn reeds in het gelukkig bezit van
'plaatsvervangende kassiers en deze zijn natuurlijk e
angewezen personen voor de controle.
Bij die Banken, waar men nog geen p1v. kassiers heelt,
vordt de zaak moeilijker.
Wanneer dan een bestuurslid bereid is die controle
e verrichten en zijn tijd daarvoor kan geven, is dat o.i.
de beste oplossing.
Er bestaat echter ook geen overwegend bezwaar tegen
een tijdelijke kracht te benoemen voor de werkzaamhe
den aan het eind van het jaar. Aan deze kan de ver
plichting tot geheimhouding worden opgelegd.
M. de Redacteur!
U wilt mij stellig wel gelegenheid ^geven, even het
schrijven te beantwoorden van den Kassier der Bank
te Heemstede, in wien ik meen te lezen een ouden
kennis van vóór vele jaren; en wien ik dus als ,,de
vriend, die mij m'n feilen toont," gaarne langs dezen
weg dank zeg voor zijne gemaakte opmerking.
Intusschen, waar den Staten enkel de onbeperkte aan
sprakelijkheid der Boerenleenbank-leden tegenover hunne
eigen instelling een reden is, het lidmaatschap eener
Boerenleenbank aan een polder of waterschap te moe
ten ontraden (over de beperkte aansprakelijkheid van
de Leenbanken tegenover hare Centrale werd met ge
sproken), daar krijgt dit ontraden eene wel zeer zonder
linge beteekenis, wanneer men^ in het jaarverslag 1925-
(het jongste jaarverslag was met in mijn bezit en kan
is dus te dezer zake niet naslaan) der bij de Centrale
)te Utrecht aangesloten Leenbanken leest, dat toen reeds
160 waterschappen in ons land als lid, tegen 210 als
niet-lid met Boerenleenbanken in relatie stonden; en
wel van de provinciën Noord-Holland, Zuid-Holland en
Zeeland respectievelijk niet de getallen: 18 37; 34 64
en 1312.
Dat de Staten der verschillende provinciën met een
stemmig tegenover dit vraagstuk staan, was bekend,
maar niet bekend stellig was bij velen onzer dat tegen
over een Statenuitspraak als in vorige Raiffeisen-Bode
weergegeven getallen verhoudingen waren uit te brengen
als bovenaangehaald.
Inderdaad, waren we onbescheiden met in ons vorige
artikel de vraag te stellen: „zou het Boerenleenbank
wezen bij de Staten onbekend zijn?
Intusschen met dank voor de plaatsing.
Hoogachtend,
J. KEUKEN.
N. Niedorp, 22 Dec. 1928.
I
CM
DOETINCHEM
FILIAAL.
AMSTERDAM
Hobbemastr.é.
É5Ë