DE RAIFFE1SEN-B0DE. 53 moeilijke Augustusdagen van 1914 by de Boerenleen- ink in Maasland gesmeerd ging; gesmeerd van alle Eten. Maasland was de kalmte zelf, de Maaslanders m hoog en laag gebruikten hun verstand. Sympathiek doet ook aan de herdenking van den heer m der Hurk, die door zijn overtuigend woord den eslissenden stoot gaf tot de oprichting van de Bank. De les in de geschiedenis van de Bank bestaat onge- eer so pagina's en het moet ter eere van den schrijver ezeed: We hebben genoten van 'den prettigen, lossen erteltrant. Van begin tot eind heeft de les ons geboeid n wij twijfelen er niet aan of het gedenkboek zal ook oor de leden met smaak gelezen worden. 't Is een kranig, stuk werk geweest. VRAAG EN ANTWOORD. Vraag. I De Boerenleenbanken vragen nhdat een hypotheek in- leschreven is, een nader uittreksel uit de registers op l et hypotheekkantoor, om daaruit te kunnen zien, ot le inschrijving goed is. Die uittreksels kunnen zijn: a volledige staten van inschrijving 1 o.— b. verkorte staten van inschrijving f4-5°)- I c. getuigschriften van bezwaardheid f3-—)- d. kadaster-extracten (1 t.m. 5 perceelen fi. e perceel meer 5 cent). /r i e. verklaringen van een beëedigd klerk (f 3-3°)- Wat is het verschil in bewijskracht tusschen de hier genoemde uittreksels? Wanneer kan met de goedkoopere worden volstaan. Antwoord. Bewijskracht hebben de hierboven genoemde stuk- leen niet Bewijskracht hebben slechts die geschriften, 'die van de partijen zelf uitgaan. Wanneer dus een hypo theekbewaarder een staat van inschrijving afgeeft, waarin de hypotheek van Jansen als eerste inschrijving staat vermeld, dan bewijst dit nog niet, dat die hypotheek inderdaad eerste is. Indien uit de registers zelf blijkt, dat zij de tweede is, verandert de staat van inschrijving hieraan niets. 4 De stukken hebben echter wel een zekere recht s- kracht. Zij geven aan den hypothecairen crediteur een waarborg, dat zijn hypotheek is 'ingeschreven, en dat zij den rang inneemt, die uit het stuk blijkt. Nu is het verschil tusschen de stukken, dat de eerste drie veel sterker waarborg geven dan de anderen. Volgens art. 8 der Wet van 3 April 1922 (Staatsblad 166) in verband met art. 1266 Nr. 2 Burgerlijk Wetboek, is de Staat aansprakelijk voor de verzuimen van hypo- theekbezwaarders om in hunne getuigschriften melding te maken van een of meer bestaande inschrijvingen. Indien hieruit nadeel voortspruit voor een hypotheek houder (wat zeer wel mogelijk is), is dus de Staat tot vergoeding daarvan verplicht. Genoemde bepalingen hebben betrekking op de getuiö- schriften, welke de hypotheekbewaarders afge ven. Dus op de volledige en verkorte staat van mscnnj- ving en het getuigschrift van bezwaardheid. Deze drie stukken staan dus in waarde voor den hypothecairen ere diteur gelijk. (Alleen is er eenig verschil in volledigheid de staten van inschrijving noemen b.v. ook de bedra- gen, waarvoor hypotheek is gegeven, de getuigsc 11ten van bezwaardheid niet wij achten dit verschi ec ei van weinig belang). Wij merken hierbij op, dat het ge tuigschrift van bezwaardheid alleen dan den m de raag genoemden prijs van f3.kost, wanneer het betrett hoogstens 10 perceelen met dezelfde kadastrale tenaam stelling (indien ten minste het getuigschrift op kadastrale perceelen worden afgegeven, hetgeen gewoonlijk het ge val is): anders is het duurder. Hoe staat het nu met het z.g. kadastraal extract. In de vraag wordt blijkens den genoemden prijs bedoeld het uittreksel van den perceelsgewijzen kadastralen leg ger. Dit kost f 1voor ten hoogste vijf perceelen en voor ieder perceel daarboven 5 cents. Maar daar heeft men op zich zelf niets aan. Men moet de bezwaard heid der perceelen kennen, en die kan men op de kada strale extracten ook wel vermeld krijgen, echter tegen extra-betaling (naar wij meenen in den regeL f3. J. L>e bezwaardheid wordt er op aangeteekend door een be ëedigd klerk ten hypotheekkantore Het z.g. kadastraal extract is dus, wat de opgave der bezwaardheid betreft, niet meer dan een verklaring van een beeedigd klerk en staat in waarde voor den hypothekairen crediteur me een losse verklaring van een beëedigd klerk gelijk. Welke waarde moet nu aan zoodanige verk.anng wor den toegekend? O.i. een belangrijk kleinere waarde dan die welke gehecht moet worden aan de verklaringen en getuigschriften van den hypotheekbewaarder zelf. Im mers alleen voor deze laatste, en niet voor de verklarin gen van een klerk, stelt de Staat zich aansprakelijk Als dus de klerk een fout gemaakt, dan is hij, en met de Staat, voor het daaruit voortspruitende nadeel aanspra kelijk. Het spreekt van zelf, dat de aansprakelijkheid van een klerk véél minder waarde heeft dan die van den StZoodat wij tot de conclusie komen, dat aan de eerste drie in de vraag genoemde stukken (die onderling in waarde ongeveer gelijk staan) de voorkeur moet wor den gegeven boven de laatste twee. Vraag. Ben ik, als kassier, aansprakelijk, wanneer door mij een cheque met keurig nagemaakte handteekenmg, zon der advies, wor'dt uitbetaald? Hetzelfde, maar met keurig vervalscht advies. Antwoord. Indien het Bestuur den kassier heeft gemachtigd cheques uit te betalen, zonder dat advies is ingekomen, is hij persoonlijk niet aansprakelijk, wanneer blijkt, dat een uitbetaling is geschied op een vervalschte cheque. Indien de kassier niet is gemachtigd zooals boven bedoeld, is hij wel persoonlijk aansprakelijk. Indien de uitbetaling is geschied, nadat ook een mooi vervalscht advies is ingekomen, is de kassier met per soonlijk aansprakelijk. Over het algemeen zal de schade, ontstaan door het uitbetalen van vervalschte cheques, ten laste der Bank komen (mits de kassier formeel tot uitbetaling bevoeg was)- echter ten laste van den rekening-couranthouder, indien te bewijzen is, dat het aan zijn zorgeloosheid is te wijten, dat het cheque-boekje is verkeerde handen is gekomen. CONCURRENTIE TUSSCHEN COÖPERATIEVE VEREENIGINGEN. (Overgenomen uit het Algemeen Nederlandsch Land bouwblad van i Nov. 1928). Een zeer ernstig euvel, dat hier en daar nog wel eens den kop opsteekt in de coöperatieve wereld, is een onge lukkige concurrentie tusschen coöp. vereemgingen on- Nog pas is de zuivelwereld opgeschrikt door de ge volgen, welke een dergelijke concurrentie na zich kan sleepen, doordat een zuivel-coöperatie zich het verleiden uit concurrentiezucht te gaan knoeien en dingen te oen die nimmer geoorloofd zijn.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1929 | | pagina 3