DE RAÏFFEISEN-BODE.
VRAAG EN ANTWOORD.
REDACTIONEEL GEDEELTE.
BESTAAN BLIJVEN VAN EEN HYPOTHEEK Bil
OVERGANG VAN HET VERHYPOTHEKEERDE
ONROEREND GOED AAN EEN DERDE, DIE DE
HYPOTHECAIRE SCHULD OVERNEEMT.
HET VERLEENEN VAN TWEE CREDIETEN
AAN ÉÉN PERSOON.
46
in bewaring zijn gegeven, gaan wij zelf de uitloting na en
zorgen wij, dat uitgelote stukken per 31 December wor
den geboekt, zoodat men ons dit niet behoeft te schrijven
De Boerenleenbanken, welke obligatiën bij particu
lieren hebben geplaatst, zijn verplicht dezen van even-
tueele uitloting in kennis te stellen.
lil den Ring „Veluwe" is de wensch geuit, dat in de
Kaïtteisen-Lode zou worden geopend een rubriek „Vraag
en Antwoord". Gaarne wordt aan dezen wensch gehoor
gegeven. 0
Opgemerkt worde, dat de nieuwe rubriek alleen dient
voor die vragen, welker beantwoording althans eeniger-
mate van algemeen belang is. Gelijk van zelf spreekt
kunnen vragen omtrent gevallen, die zich slechts bij
hooge uitzondering voordoen, beter per brief beantwoord
vvo reien.
De vragen moeten natuurlijk betrekking hebben op
het landbouwcredietwezen.
De nieuwe rubriek wacht nu, om tot leven te komen,
op hen, die iets te vragen hebben
Het volgende geval komt herhaaldelijk voor.
Jansen heeft van de Boerenleenbank een bedrag laat
ons zeggen f 10.000 geleend en daarvoor (met rente en
kosten; hypotheek verstrekt op zijn onroerend goed
boerderij). 5
lansen wil zijn boerderij aan Pietersen verkoopen voor
laat ons zeggen f15.000 en Pietersen wil de boerderij
wel koopen, maar hij heeft die f15.000 zoo niet liggen
wel kan hij een bedrag van f5000 betalen, zoodat hij
clan weer f 10.000 zou moeten leenen.
En waar zou hij voor dat bedrag beter terecht kunnen
dan bij de Boerenleenbank?
En welke zekerheid zou hij dan kunnen verstrekken?
Geen betere dan die van hypotheek op het onroerend
goed. dat hij van Jansen koopen wil.
Nu is van hypothecaire zekerheid altijd één ding
jammer, n.1. dat de hypotheekakte zooveel meer kost5
dan het gewone zegel van een onderhandsche schuld-
word'tt6mS W t0t zekerheid borgstelling verleend
De Boerenleenbank ig wel bereid het geld op dezelfde
hypotheek aan Pietersen te verstrekken en ten einde nu
een nieuwe hypotheekakte uit te sparen, gaat men als
volgt te werk.
Jansen verkoopt het huis aan Pietersen voor een prijs
van f15.000 onder beding, dat deze f5000 direct aan
hem zal betalen en dat inplaats van de betaling van het
restant ad f 10.000 aan hem, Pietersen zijn schuld aan
de Bank voor zijn rekening' zal nemen.
Bij onderhandsche akte van schuldvernieuwing tus-
schen Jansen, Pietersen en de Bank opgemaakt, wordt
dan overeengekomen, dat de Bank er genoegen mede
neemt dat Pietersen in de plaats van Jansen haar debi
teur wordt terwijl de Bank zich tot zekerheid de hypo
theek op het door Jansen aan Pietersen overgedragen
onroerend goed voorbehoudt en Jansen uit zijn ver
plichtingen tegenover de Bank ontslagen wordt.
Wij schrijven dit nog eens uitvoerig omdat wij
bemerkt hebben, dat bij sommige Boerenleenbanken
formaliteiten niet behoorlijk nageleefd worden.
Het is n.1. meermalen voorgekomen, dat de Boer
leenbank om bij ons voorbeeld te blijven ei
voudig den naam van Jansen in dien van Pieten
verandert. Wij achten dit onvolledig en meenen dat 1
beter is, dat van deze schuldvernieuwing een aparte al
opgemaakt wordt.
Het gebeurt wel eens, dat een lid, die crediet hee
later een tweede crediet erbij krijgt, onder dezelfde bc
gen. De normale gang van zaken in zulk een geval
dat de twee credieten tot één gemaakt worden, en d
een formulier „Erkenning van credietverstrekking i
verhooging van het crediet" wordt geteekend. Men la
echtei ook wel eens naast het reeds bestaande formuli
een nieuwe, gewone, erkenning van credietverstrekkii
voor het nieuwe crediet teekenen. Dan is er dus b.v. ed
credietakte ad f 2000.van 1 December 1926 en et
ad f3000.— van 1 December 1928 (beide met dezelfo
borgen). Dat is op zich zelf nog niet zoo erg, maar d;
boekt men ook wel eens de beide credieten op één fol
1 folio van het eerste crediet). En dat is wel aa
bedenkingen onderhevig.
Gesteld, dat de credietnemer insolvent wordt, en
Bank het debetsaldo der rekening (Iaat ons zegge
f4000.—; op de borgen moet verhalen, dan zouden dezei
m rechte aangesproken, wellicht tegenwerpen, dat zij ni
v.?or ,f,700°' doch s'echts voor f 3000.— aansprakeli:
zijn Want - zoo zouden zij misschien beweren - v
verkeerden 111 de gedachte, dat het tweede crediet lit
eeiste verving, en in deze gedachte worden wij versterl
door de dagvaarding, waarin slechts sprake is van
1 ekening-courantwaar één rekening-courant is, is
credieldus wij willen slechts f3000.— betalen. O
kunnen zij aanvoeren, dat de Bank niet de saldi van u
twee door haar beweerde credieten opgeeft, doch slecht
een saldo, wat er ook op wijst, dat er slechts één credie
was. De Bank kan hiertegenover wel de twee credie
a, ,n 0J'frleggen. maar zij kan niet ontkennen, dat e
slechts één rekening-courant bestond, en bij openleggin;
dei boeken zou dit ook blijken. Het is zeker niet 011
mogelijk, dat in zulk een geval de rechter zich zou stellet
aan de zijde der borgen, en dan zou de Bank schadt
lijden.
Daarom adviseeren wij, dat men, ter voorkoming vat
moeilijkheden (voorkomen is beter dan genezen!), tweJ
afzonderlijke credieten op twee afzonderlijke folio's'admi;
nistieert. Wil men liever één folio bezigen (wat pra< I
tischer is), dan make men er ook één crediet van eij
gebruike het formulier Erkenning van credietverstrek
king in loopende rekening bij verhooging van het crediet
In het bovenstaande hadden wij op "het oog het
val, dat voor het tweede crediet dezelfde borgen ztcli
aansprakelijk stelden. Als er verschillende borgen zijn.
is de wenschelijkheid om een ander folio te gebruiken,
nog veel sterker, en is zelfs besliste noodzaak. Wan!
als men dan een folio zou gebruiken, zou men nooit
kunnen uitmaken, welk deel van het debet-saldo ten
laste van de oude borgen en welk deel ten laste van de
nieuwe borgen komt. Wij hebben dit vroeger al een-
uiteengezet.
.1